Notaris-, schepen- en andere akten

132 Procureur R. Papegaaij als gelaste van Hendrikus van Hees, meester metselaar te Grave en als gelaste van de kooplieden van het Huis van Negotie handelend onder de firmanaam Carel Ellinckhuijsen en zonen laat executoriaal verkopen huis met erf te Grave achter stadhuis, onder verwijzing naar brieven van beslaglegging dd. 24-02-1806 en 28-07-1806 ten laste van E. A. Heijmans, om hieruit te verhalen f 1.647.4.0. Huis wordt verkocht voor f 314.13.6, met uitzondering van hypotheek op dit huis ten behoeve van H. E. Verhorst; nog een tegoed van f 149.10.0 vanwege verhuur van het huis aan C. Ragay, van 01-08-1804 tot 14-05-1807, alsmede f 155.17.0 vanwege verhuur van het pakhuis aan de erfgenamen van P. J. de Bruijn, van 13-07-1804 t/m 14-05-1807. Aan gerechtskosten wordt f 17.18.0 in rekening gebracht; daarnaast nog f 179.0.9 aan verpondingen en achterstallige rente van de obligatie van dhr. Verhorst, aan achterstallige arbeidslonen voor Van Hees en voor geleverd zand, voor verwer en glazenier D. H. Muller, voor timmerman Th. Laanen, voor touwslager G. Haas, voor F.P. Schwiebe voor geleverde kalk, voor R. Broekwijlder voor geleverde nagels en lood, voor gebr. De Bruijn voor geleverd hout, Hermanus Gerrits voor geleverd hout, voor J. Melchior voor geleverd lood. Tot slot nog f 8,-- te ontvangen van F. de Kesschietre van Havre als gevolmachtigde van J. M. van Crimpen wed. van C. H. van Berchem, die dit nog schuldig was.

131 Proces-verbaal van kooppenningen betreffend executieverkoop door procureur R. Papegaaij als gelaste van Corn. Van Hall, onder verwijzing naar brieven van beslaglegging dd. 05-04-1804 en 05-04-1805 ten laste van Elisabeth Kamp weduwe van wijlen apotheker P. A. de Haan, wonend te Grave. Aan goederen wordt verkocht voor f 112,--; huis en erf te Grave aan de Groote Markt alsmede het huisje ofwel soldatenkwartier voor f 186,-- met uitzondering van hierop rustend kapitaal van f 700,-- ten behoeve van Theodorus Hermans. Aan gerechtskosten wordt f 17.6.0 in rekening gebracht; aan jaarlijkse rente aan de Begijnen te Grave nog f 4.10.0; aan achterstallige rente over 1804 en 1805 van voornoemde obligatie van f 700,-- nog f 58,--; aan Johanna Denissen, dienstmeid van de weduwe De Haan, over 1804 en 1805 nog loon ten bedrage van f 64,--; aan proceskosten en dagvaardingen door de procureur en inkomstenderving van Cornelis van Hall nog f 270.19.8; zodat er een tekort is van f 119.14.5, terwijl men uit de verkoop f 981.3.0 hoopte te verhalen.

106 Roelof Papegaaij, gelaste van de kooplieden van Huis van Negotie, handelend onder de firmanaam Carel Ellinkhuijsen en zonen te Rotterdam, met verwijzing naar brieven dd. 24-02-1806 en 29-05-1806 laat beslag leggen op goederen van juffrouw E. A. Heijmans te Nijmegen om hieruit te verhalen f 1.647,-- en 4 stuivers wegens geleverde wijnen in 1804, verwijzing naar rekening dd. 19-10-1804.

105 Roelof Papegaaij als gevolmachtigde van Hendrikus van Hees, meester metselaar te Grave heeft met verwijzing naar brieven dd. 24-02-1806 en 29-05-1806 beslag laten leggen op goederen van juffrouw E. A. Heijmans te Nijmegen, om hieruit te verhalen f 100,-- welke zij via een handschrift dd. 25-03-1804 verklaarde schuldig te zijn, vanwege arbeidsloon en geleverde materialen.