Notaris-, schepen- en andere akten

183 Maria Mulders weduwe Francis Kleuvers bijgestaan door haar huidige bruidegom Joannes Scheffers, ter eenre; Arnoldus Witsiers en Gerard Segers als voogden over 3 minderjarige kinderen van wijlen Francis Kleuvers en Maria voornoemd genaamd Ludovicus, Willem en Mechel ter andere zijde. Na taxatie van gehele boedel wordt vaders versterf voor de 3 kinderen vastgesteld op f 50,-- voor elk kind, uit te betalen bij meerderjarigheid met de verplichting om de kinderen behoorlijke opvoeding te geven.

147 Sebastiaan Kuijten weduwnaar van zijn tweede vrouw Joanna Geurt Verweij; Hendrik van Beek en Nicolaas van Buuren als voogden over nog minderjarige zoon Geurt Kuijten hebben taxatie van de inboedel opgemaakt. Sebastiaan zal f 170,-- als moeders versterf uitbetalen aan zijn zoon Geurt bij meerderjarigheid.

31 Hermanus Megens uit Haren, volgens volmacht 05-05-1790 voor notaris Antony Westerbaan te Rotterdam gepasseerd als gevolmachtigde van Johanna Geertruij Schuts weduwe Willem Bröns; alsmede Maria Schuts uit Megen; zullen aan hun broer Mathijs Schuts uit Megen zijn erfdeel uitkeren, afkomstig van wijlen hun ouders Heijmerick Schuts en Maria de Lang, betreffende de smidswinkel met toebehoren. Hij ontvangt f 13,-- aan geld, een vet varken, een geweer, het wilgen en elsen hout op het land onder Megen op de Kribben, alsmede helft van de kleren van vader. Hij doet afstand van alle verdere goederen en inboedel en ook van de schulden die hierop nog rusten. Verder verklaart Jan Schuts, wonend aan de Blauwe Sluis, zijn erfdeel te hebben ontvangen en doet afstand van alles ten behoeve van zijn 2 zusters.

30 Gerardus van den Heuvel weduwnaar van Maria Elisabeth van de Graaf, wonend te Megen is voornemens te hertrouwen en komt overeen met Jan van de Graaf uit Megen en Klaas Jansen van den Heuvel wonend te Bergen als voogden over de 3 nog minderjarige kinderen van comparant, genaamd Helena, Jan en Leonardus, dat als moeder versterf wordt vastgelegd, ter uitvoering van de testamentaire dispositie, perceel land onder Macharen in de kleine Eusseling, perceel land onder Haren op de Brewit, 2 percelen uiterwaard onder Megen in de Inschiet. Over deze percelen behoudt Gerardus wel vruchtgebruik. De verdere goederen, zoals een huis en hof met alle inboedel binnen Megen en perceel land onder Macharen in de Macharense kamp, blijven voor comparant Gerardus, waaronder ook een schuld van f 800,-- op het huis en nog een schuld van f 200,-- aan de kapel van de Zeven Weeën, alsmede nog helft van een kapitaal van f 600,-- uitstaand te Uden.