Notaris-, schepen- en andere akten

41 Akte betreffende Hechtel in het graafschap Loon waarin genoemd worden Peter Rutten man van Christina Jutten gewezen huisvrouw van Jean Smeekens in eerste stoel, Joffrouwe Theresia de Pris weduwe wijlen Dionijs Gijbels en Catharina Gijbels weduwe van wijlen Peter Janssen, Martinus Gijbels over het gebruik der gemeenschappelijke heide [met nadere details].

56 Missive van de stadhouder van de kwartierschout van kwartier Kempenland de heer De Jongh geschreven te Valkenswaard inhoudende dat eind april een gerucht is ontstaan dat op de 6e van die maand een pater uit Brabant of uit het Luikerland die een vrouwspersoon bij zich had, in de heide op de dijk van Lommel naar Borkel door enige lieden uit het land van Luik zou zijn opgepakt en met geweld werd vervoerd [ontvoerd?]; de stadhouder had zich verplicht gevoeld alle mogelijke informatie in te winnen en te ontdekken wie daar achter zou zitten. In Lommel had men nog niets waargenomen dan alleen dat op de 5e april wel een man met een vrouwspersoon in een herberg waren aangekomen om daar die nacht te kunnen blijven logeren, die de dag daarna weer waren vertrokken; het kwam de stadhouder voor dat er iets gebeurd zou moeten zijn afgaande op algemene geruchten en dat het voorval door de secretaris van Exel [Eksel] in het land van Luik zou zijn uitgevoerd, waar omtrent hem de resident de Braconier vanuit Luik geschreven had dat hem bericht was dat een zekere Klerx, secretaris te Exel, Hechtel en Pelt, naast Jan Plas gerechtsbode van Peer, zich zou hebben onderstaan om met pistolen binnen de vrijheid van Lommel op de dijk een pater uit het klooster van Sint Truiden en een juffrouw van die plaats, met geweld weg te voeren richting de Luikse Kempen en dat hij te Exel een wacht van boeren zou hebben verzameld in den Keyser te Exel; dat hij stadhouder daardoor meer kennis van de feiten had verkregen te Lommel verder inspanningen heeft gedaan om meer over de zaak te ontdekken; door de adjunct-predikant Dolleman en Adr. van Velsen, substituut controleur van de Ho: Mo; konvooien en licenten, was hij geïnformeerd dat zij beiden op de 12e mei, komende van Maastricht naar Exel in een herberg waren geweest van de weduwe Schoofs die iets over het voorval verhaalde en hen zei : “Het sal onsen secretaris leed doen als hij hoort dat gylieden hier bent geweest, dewyl hij vernomen hebbende,