Notaris-, schepen- en andere akten

210 Jan de Cort en Martinus van Abeelen, schepenen van Helvoirt bevestigen op uitdrukkelijk verzoek van Jan van den Broek te Hoogeloon weduwnaar Catharina van Gurcom, dat zijn overleden echtgenote geen erfelijke en roerende goederen heeft nagelaten waarvan Jan van de Broek aan schepenen van Hoogeloon inventarislijst zou kunnen indienen. Hij was genoodzaakt voor levensonderhoud van zijn kinderen enige roerende goederen te verkopen voor 5 gulden. Aldus naar waarheid ondertekend door voornoemde schepenen.

192 Daniël Franchois van Dompzelaar en Willem Aarts Smolders, schepenen van Helvoirt bevestigen dat voor hen zijn verschenen Maria Joosten van Rijswijk echtgenote van Cornelis Anthonij Peijnenborg, Adriana Jansen Meijs echtgenote van Aart Laurens Smolders en Maria Peters van Tongeren echtgenote van Francis Berkelmans, alle wonend alhier. Zij verklaarden onder ede op uitdrukkelijk verzoek van Isaac Verster, stadhouder van kwartier van Oisterwijk, dat zij in maand november van vorige jaar in woonhuis van Johannes Christoffel Loest, arts alhier, bevond alwaar in hun bijzijn Maria, destijds ongehuwd en nu echtgenote van voornoemde heer Loest van een zoon is bevallen. Verder verklaarde eerste comparant als vroedvrouw dat voornoemde Loest heeft gezegd dat hij de vader van het kind is waarvan de 2 andere comparanten niets wisten maar achteraf van de 1e comparant hebben gehoord. De 3e comparant verklaarde verder niets van deze zaak te weten. Na voorlezing hebben comparanten volhardt in hun verklaring en hebben zij naast voornoemde schepenen deze verklaring ondertekend.

191 Daniël Franchois van Dompzelaar en Willem Aarts Smolders, schepenen van Helvoirt bevestigen dat voor hen is verschenen Jacob Eclingh, deurwaarder alhier, die op uitdrukkelijk verzoek van Isaac Verster, stadhouder van het kwartier Oisterwijk, onder ede heeft verklaard dat hij zondag 7 augustus jongstleden in namiddag tussen 2 en 3 uur is aangekomen bij woonhuis en schuur van Joost Hendrik Lombarts aan de Heijkant alhier, waar hij 2 karren beladen met hooi de schuur heeft zien binnengaan en waarin de zoon, een knecht en 3 dochters van voornoemde Lombarts aan ’t werk waren. Nadat karren waren afgeladen en weer vertrokken naar akker vroeg comparant aan dochter of zij toestemming had om rogge op te slaan waarop zij antwoordde met ‘ja’ maar hij geloofde haar niet. Hij legde haar boete op in naam van stadhouder waarop hij is vetrokken. Na voorlezing heeft comparant volhardt in zijn verklaring en deze verklaring met voornoemde schepenen ondertekend.

186 Daniël Franchois van Dompzelaar en Adriaan Aarts van Iersel, schepenen van Helvoirt zijn naar woning van Joost Hendrik Lombarts gegaan alwaar voor hen is verschenen Anna Maria Hendrik Lombarts, ziekelijk en in bed liggend. Zij verklaarde nooit en te nimmer dat zij enige beloften of giften gedaan heeft aan Francis Adriaans Wittelocx van roerende goederen, geld, koren of rente maar dat al haar goederen voor haar of voor haar wettelijke erfgenamen bestemd zijn. Aldus gepasseerd en naar waarheid ondertekend door comparant en voornoemde schepenen.