Notaris-, schepen- en andere akten

351 Nr 1mo Bodenstaff.
Edictale citatie over de concursus van de penningen geprovenieert van de vercogte mobilien van J. Douglas.

350 Daar word mitsdese van s’Here weegen bekent gemaakt dat er op aanstaande vrijdag in aght dagen, sullende wesen op den 8ste meij deeses jaars 1778, gehouden sal worden concursus creditorum over de penningen geprovenieert van de vercogte meubelaire goederen van J.D. Douglas. Ten dien einde worden op dage voorschreven ingeboden alle de crediteuren die vermenen, ’t zij bij praeferentie of anderssints, eenig reght op die penningen te hebben om haar behoorlijk bewijs in te brengen ten huijse van den rigterbode te Ravenstein s’morgens de klokke thien uuren op paene van eeuwig stilswijgen, sullende alsdan daar over gedisponeert worden als na reghte. Rigterbode van Ravenstein sal dit twee eerstcomende sondagen publiceeren en ter behoorlijken plaatse affigeren, alles onder relaas. Signatum Ravenstein den 25 april 1778. (getekend) Charles Hengst vice-scholtus.
Het bovenstaande behoorlijk 2 zondagen gepubliceert en de copie daar van geaffigeert. Ravesteijn den 4de meij 1778. (getekend) W. Bodenstaff, rigterbode.

349 huijsvroue geprovenieert, worden, mits deesen van s’heeren weegen peremptoire geciteert, om op woensdag den 25 deses des naarmiddags ten 2 uuren, met haare noodige bewijsen tot justificatie van haar regt, te compareeren ten huijsen van den rigterboode alhier tot Uden. Als wanneer de preferentie tussen de crediteuren zal worden gereguleert, de voorhande zijnde penningen aan de best geregtigde gedistribueert, en verders gedaan sal worden, soo als nae regten behoort, rigterbode tot Uden zal deese twee agter een volgende zondaege publiceeren, daer van copije affigeere en van sijn exploit relateeren. Uden den 11 november 1767 (was geteekent) A.J. van der Gheest, scholtus.
Volgt het relaes. Ik ondergeschreven heb dit voorschreven op behoorlijken tijdt en plaatze twee naast volgende sondaege gepubliceert ende copije geaffigeert. Uden den 22 november 1767 (was geteekent) A. van den Broek. rigterboode.

348 Geprovenieerde coopspenningen omme op maandag die weesen zal den 2e maij deses jaars 1774 des namiddags ten 2 uuren ten huijsen van Henric Gervers, rigterboode alhier te Velp, het zij in persoon off door genoegsame gemagtigde te compareeren ende als dan aan den edele gerigte te exhibeeren en over te geeven, hunne bewijsen tot justificatie van hun vermeijnde regt, en actie noodigh, als meede om wijders de preferentie tussen de crediteurs gereguleerd sijnde, de coopspenningen der voorschreven goederen, aan de, in ordine best geregtigde crediteuren te sien distribueeren, en verders te aanhooren wat van gerigtsweegen zal worde geordonneert, en verstaan. Rigterboode van Velp ende Reek zullen deesen op de 2 eerstvolgenden zondaegen met affixie van copie, onder schriftelijk relaes. Velp den 23 april 1774 (was geteekent) A.J. v.d. Gheest, scholtus.
Volgt het relaes. Dit bovenstaende naar behooren gepubliceerdt den 24 april, en den 1e maij 1774 (was geteekent) J.H. Gervers, rigterbode.
Alle die eenig regt, actie of pretensie vermeijnen te hebben op de goederen, off penningen uijt de vercogte goederen van G. Johnson en desselfs