Notaris-, schepen- en andere akten

58 Rekest van Maria Dinilius weduwe van wijlen Frans van Heurn in zijn leven rentmeester der geestelijke goederen over Peelland verwijzend naar een apostille in het boek van P. van Teffelen dd. 14 mei 1705 m.b.t. een akker in de Borne groot 4 lopensen naast Willem Sanders, Daandel Lamberts, Marten Migielen van den Acker en ge gemene straat, haar aangekomen via Geerit Migielen, welk stuk land is verkocht door deurwaarder Isacq Oucoop met authorisatie van de Heer Johan van Heurn dd. 31 januari 1708 aan sr. Herman Cremers, belast met een grondgewincijns – schepenen van ’s-Hertogenbosch Jacob Comans en Gerardt Willem van Grimbergen d d. 14 april 1708 in libro P. van Teffelen en geregistreerd 23 februari 1717 Christiaen Hubens en Hendrick Minten

52 Johan van Woercom groenroede der stad ’s-Hertogenbosch als curator over de goederen van Jan van Heeswijk in de wandeling genaamd den Ruijter o.a. een stuk teulland te Schijndel 2 lopensen in de Buenders naast Jan Aerts van der Schoot, de weduwe Adriaan Iwens, Hendrik Arent van Buel en heeft dit stuk getransporteerd aan de Heer en Meester Theodorus Bloemerts t.b.v. de Heer Gijsbertus de Jong secretaris te Schijndel incl. alle schepenbrieven etc. – schepenen van ’s-Hertogenbosch Philip van Tienen en Abraham Daasdonk dd. 3 juni 1688 en geregistreerd 17 februari 1717 – Hendrik Minten en Peter van de Sand

165 Rekest van de inwoners van Sint Hubert aan Adolf baron de Kerkhem, ambtman van de stad Grave en het Land van Cuijk, waarbij zij deze verzoeken een kapitaal van f. 1800,- te mogen opnemen, omdat zij een grote hoeveelheid haver zowel te Maseijck als Grave aan de Fransen moeten leveren en ook omdat zij grote schade geleden hebben aan het korengewas en andere dingen en ook omdat zij schattingen en onraad moeten betalen.

198 Uit naam van de erfgenamen van wijlen Mr. HendricusMeuleman,auditeur-militair te Grave, verzoekt procureur Johannes Ragaij aan erfdrost Mr. Jan de Lauwre om toestemming te verlenen voor de publieke verkoop van de onder Velp gelegen onroerende goederen. Zijn instemming is vereist omdat de mede-erfgename Catharina Elysabet Meulder nog minderjarig is. Toegevoegd wordt het eerder door Ragaij namens de erfgenamen gedane verzoek aan de magistraat en weeskamer van Grave om hun toestemming en medewerking. In de akte van autorisatie, gepasseerd te Grave op 31.05.1763, wordt in overleg met de provisoren van het Gasthuis te Grave broeder Pieter Jacob Meulder aangesteld tot voogd om zowel de belangen van het kind als die van de weeskamer te behartigen bij de verkoop van de onroerende goederen en de halve Lanckhorst. In de marge van het rekest verklaart De Lauwre zijn toestemming te verlenen voor de verkoop op voorwaarde dat de goederen niet worden verkocht aan z.g. “doode lichaemen” en dat de opbrengst van het aandeel van de minderjarige (1/24e deel) wordt uitgekeerd aan de weeskamer (gedateerd 10.11.1764). Geprotocolleerd: 12.12.1764.