In de marge: 'genoempt Phlips Tonissen ende die selve ende Hanrick Copus als momboiren van den onmundige kynde Rutger Rutgers, des voorschreven Dierckx broeder, ende alnoch Dierck Rutten ende Jacob van den Goor als momboiren van Engelken synder halver suster'.
Er is het volgende accoord gesloten. Het goed zal in twee gelijke delen verdeeld worden, zoals de hoeve nu al in twee delen gesplitst is voor de verpachting. Ook de lasten worden in twee gelijke delen verdeeld. De erfgenamen van Rutger Rutgerss zullen belast blijven met een erfcijns van 17 1/2 gulden. 'Ende oft den brieff die Dierck Rutgers verclaert te hebben van eenen mud roggen by opdrachte vercregen van meester Antonis, staende op eenen beempt op Ham ende oft dat den beempt op Ham by der hoeven toebehorende waer, soo sal desen brieff midts desen accoordt doot ende te nyet wesen'. Onder voorwaarde van goedkeuring door Hanrick Copus en Jacob van den Goor voor rond Lichtmis 1607.
Getuigen: Laureyns Ariens en Dierck Hanrick Roeffen, schepenen
Getuigen: Aert Thomas en Herman Tonis, schepenen
'Ende overmits die clynheyt der guederen ende de grootheyt der schulden ende om die te voldoen ende 't voorschreven mackselen van hondert ende vyfftich gulden de resterende guederen nauwelyckx genoch syn soude wesen, ende alsoe verscheyne dat de voorkynderen bastaerden soude moeten wesen, hebben hen oock willen houden aen den goeden gecomen van Gysbert Joris hen heerken. Ende syn doch de creditueren dier entusschen nyet still en hebben willen sitten ende hennen schulde ende renten vordende ten groote schande ende schaede der erffgenamen'.
Het volgende is overeen gekomen. 'Soo dat sy van vortaen een kynderen soude syn ende schade ende vorten tsamen effen diep, droeghen, sonder d'een den anderen ennigsins te begrooten oft begrynssen, te weten Willem Hanrickx voor Claessen ende den onmundighen kynderen ende Merten Laureynssen voor Willem Aert Loyen. Soo is voorwaert dat Willem Aerts sal hebben oft vynden aen syn gecofte erffe eens de somme van vertich gulden daer voer hy oock 't gelaech sal betaelen op huyden verdronken, doodende hier met het legaet oft macksel van hondert gulden ende die vyftich hem tot vuytsetsel gegeven oft hy 'd nyet gehadt hadden, ende sullen alle guederen de schult tsamen betaelt hebbende tsamen gelyckeyck hooft voor hoft deylen nae inhoudt der testamenten, sonder d'een den anderen ennighe questie te mogen moveren,
Getuigen: als voor