Tusschen Jan Jegering ter eenre en Willem Boeijen en Hendrikus Boeijen dezen zoo uit eigen hoofde als zich fort en sterk makende en de rato caverenede voor Martinus Boeijen ter andere zijde allen wonende te Berchem, Jan Jegering geeft in ruilingeen perceel weiland gelegen te Berchem sectie A nummer 1044 groot 67 roeden 90 ellen, gewaardeerd op eene huurwaarden van f 21,50 en ontvangt in ruiling een perceel weiland gelegen aldaar [te Berchem] sectie A nummer 1047 groot 69 roeden 80 ellen geschat op een huurwaarden van f 21,50, zonder toegifte van eene of andere zijde.
Tusschen Jan Willem Brands en Johannes van de Wiel, beiden wonende te Berchem, eerstgemelde geeft in ruiling een tuin gelegen te Berchem sectie B nummer 218 groot 03 roeden 49 ellen, huis en erve aldaar [te Berchem] sectie B nummer 217 groot 05 roeden 90 ellen, een perceel bouwland aldaar [te Berchem] sectie B nummer 1113, groot 20 roeden 60 ellen, geschat op de huurswaarden van 's-jaarlijks f 40,00, laatsgenoemde geeft daar en tegen in ruiling, een perceel bouwland te Berchem gelegen in sectie B nummer 615 groot 30 roeden 70 ellen geschat op de huurwaarden van 's-jaars f 20,00, eerstgemelde geniet eene toegifte van f 400,00 betaalbaar Pinxteren1800 acht en vijftig.
van onroerende goederen onder Berlicum H 169 en 170 ten B 720 door Johannes van Hedel tegen Hendrikus Kapteijns te Berlicum huurwaarde f 18,