Notaris-, schepen- en andere akten

151 Hendrijna Jansen van Sprangh, eerst weduwe Willem Adriaansen Verhulst en later echtgenote van Francis van Hest, bijgestaan door haar echtgenoot als gekozen voogd. De rechtbank heeft op basis van gewoonterecht haar het recht van vruchtgebruik verleend op roerende goederen uit nalatenschap van eerste echtgenoot zoals bouwgereedschap, hout-, ijzer-, koper-, tin- en aardewerk, bedden met toebehoren en linnengoed, nader gespecificeerd bij inventaris, gepasseerd voor schepenen en secretaris alhier 02-02-1742. Zij heeft hierbij overgedragen aan enige zoon Adriaan, geboren uit huwelijk met eerste echtgenoot, akker genaamd de Geeselacker in Udenhout aan de Geeselse straat tussen percelen van Prins van Orange en Nassau, Jenneke Timmermans en Hendrik Jan Merijnen tot aan de Geeselse straat en haar recht van vruchtgebruik op voornoemde roerende goederen. Comparante heeft samen met getuigen Daniël Franchois van Dompzelaar en Jan Gommerts de Cort, schepenen van Helvoirt dit protocol ondertekend.