Notaris-, schepen- en andere akten

264 Jacop soone Meeus Jacopss heeft vandaag in het verkopen van zeker goed op Sontvelt aan zijn zoon Ariaen, voor zichzelf gehouden heeft 'een stuck lants'
- e.z.: 'eenen bemptken'
- a.z.: eenen heye veltken'
'genoemt het Doeren bosken, wesende leengoet onder den heere van Jecscot', gelegen
- e.z.: het goed van de erfgenamen van Joncker Dobbelsteen
- a.z.: het goed van de erfgenamen van Jan meeus met anderen
- e.e.: het goed van Ariaen Aernt Heym
- a.e.: het goed van de erfgenamen van oncker Dobbelsteen
Jacop soone wylen Meus Jacopss heeft voornoemd 'stuck lants leengoets' opgedragen en overgegeven aan zijn zoon Ariaen mede voor diens erfgenamen en nakomelingen, 'aen te veerden naeder afflivicheyt van Jacoppen synen vader voirscreven ende nyet eer'.
Getuigen: als voor

181 Willem soone wylen Jan Willem Beverssoon heeft verkocht, opgedragen en overgegeven aan zijn broer Dirck soone wylen Jan Willem Beverssoon zijn rechten in het 1/4 deel van 'eenen huyse, hostat ende hoff' met toebehoren, groot ontrent 1 mudsen lants, gelegen op Sontvelt
- e.z.: die gemeynt
- a.z.: de erfgenamen van Hanrick Dirck Wouterss
- e.e.: Willem Aernt Philips
- a.e.: Jan Jan Willem Beverssoon met zijn consorten
Ook het 1/4 deel in 'een stuck lants' genoemd den Paelecker, groot omtrent 7 loepensen, gelegen aldaar
- e.z.: Joffrouw van Rycstel, weduwe Dobbelsteen
- a.z.: de erfgenamen van Jans Jan Stanssarts
- e.e.: die gemeynt
- a.e.: de erfgenamen van Peter Ghysbert Loenissen
Ook het 1/4 deel in 'eenen stucxken lants mit eenen heytvelt', 'groot tsamen 2 buenre, gelegen binnen der prochien van Erp ter stede geheyten in Lynt
- e.z. en e.e.: Hanricx Jan Emonts
- a.z.: die gemeynt van Vechel
- a.e.: Aermt Hanricx Hornken
Ook het 1/4 deel in 'eenen bempt genoemt de Wyerbenpt mit eenen stuck lants daer aen liggende binnen der heerlicheyt van Jecscot', groot samen omtrent 2 buenderen leengoets
- e.z.: de erfgenamen van Hanricx Joesten
- a.z.: de erfgenamen van Ariaen Aernt Heym
- e.e. en a.e.: de erfgenamen van Willem Houbraken
Willem, de verkoper, had dit goed toebedeeld gekregen.
Getuigen: Jan van Tillair en Hanricx Peter Willems, scepenen

620 Willem soene Aernt Philipss krijgt toebedeeld 'een nyew huys mitten nyewen lande vander gemeynten aengekocht ende mit enen acker lants genoemt Happen heye, groot ca. 9 'loepensaets', gelegen in Veghel op Sontvelt: - e.z.: de erfgenamen van Jans soene wylen Jan Stanssarts; - a.z. en e.e.: 'die gemeynt'; - a.e.: het goed van Hanrick Dircxs voirs(eyt). Ook'een stuck lants', genoemd den Elsecker, groot ca. 4 'loepensen', gelegen als voor: - e.z.: Dobbelsteen; - a.z. en a.e.: Willem Aertss; - e.e.: de erfgenamen van Willem soene wylen Willem Houbraken. Ook'enen bempt', genoemd Hoelen bempt, groot ca. 1/ 'buenre', gelegen 'binnen den palen van Vechel in die heerlicheyt van Jekscot': - e.z. en e.e.: voornoemde Dobbelsteen; - a.z.: de erfgenamen van Jans Jan Stanssarts; - a.e.: Jan Willem Beverss en Hanrick Dircxs. Ookde ½ van 'enen heytvelde mitten bosch', waarvan de andere ½ van Hanrick Dircxs is, gelegen in veghel op Sontvelt: - e.z.: het goed van Willem Aertssoen en anderen; - a.z.: Hanrics Dircxs ; - e.e.: Dobbelsteyn; - a.e.: Margriet we(duw)e wylen Jan Delis Loeyen en haar kinderen. Ookde ½ van 'enen aabempt', groot de hele beemd ca. 1 'dachmaet', gelegen als voor int Akart: - e.z.: de erfgenamen van Aernts Jan Delis Batensoen; - a.z.: Margriet weduwe wylen Peters Willem Goertssoen en haar kinderen en anderen; - e.e.: de Aa; - a.e.: 'scerp vuyt op enen pael aldaer staende'. Ookde ½ van 'enen bemptken', gelegen in de parochie Beeck, ter plaatse genoemd in Leeck, voor zover als Dirck Wouterss daarin gerechtigd was. Het goed is belast met jaarlijks: - de ½ van een grondcijns van 1 ½ oude groot aan de heer van Helmont; - de ½ van een grond cijns van 1 oort stuivers aan de landsheer; - de ½ van 2/3 deel van een 'heychyns' van 2 stuivers aan 'den gebueren van Vechel'; - de ½ van 16 stuivers en 9 'placken'aan de heer van Jecscot; - de ½ van 8 2/3 vaten haver, 'Roedtser maten' aan dezelfde heer;

15 Voor schepenen in Veghel verscheen Goijart Janssen Dobbelsteen, wonende in de heerlijkheid Heeswijk, oud ongeveer 72 jaren om op verzoek van Matthijs Niekens, secretaris Veghel verklaring af te leggen. Hij verklaart ‘dat hij deponent in qualiteijt als borgemeester van den jaere 1699 der voorscreven heerlijckheyt op 5 januarij 1704 is gecomen op casteel van Heer en Meester Jacob van der Hoeven, Heere der voorscreven heerlijckheijt van Heeswijck en sijn Edele gemaent over en ter saecke van reële en personele lasten aen hem deponent verschult. Verklarende hij deponent in plaetse van gelt door gemelde Heer van Heeswijck met eenen rotting eenige slagen op sijnen arm hebben gekregen, dat dat naer de handt door tusschen spreecken van David en Matthijs Nickens assignatie van drieenseventig gulden ses stuyvers en 30 penningen op den gemelde requirant geslagen heeft becomen, van welcke somme hij deponent bekent voldaen te sijn uijt handen van gemelde Heer requirant.’ Getuigen: C. van der Hagen, Corstiaen van der Vennen, schepenen.