Notaris-, schepen- en andere akten

261 Op heden compareerden voor ons richterbode en schepenen tot Beugen onderschreven, Claesken Rijchters met haar gecoren momboir. Legateert aan haar innocente of onnozele kind nagelaten bij Drijes Gaerts en Peterke e.l. een bed met een paar lakens en een deken welke goed zij terstond na haar dood uitreiken om tot zijn behoef te gebruiken en daartoe nog 100 philipusgulden ad 25 stuiver Cuijks geld, dewelke op interesse zullen betaald worden bij degenen die de hofstadt vallen zal, en dat tegen 5 ten 100, om bij het voorschreven kind na haar testatrices dood aan interest daaruit te genieten bij degenen tzelve kind onderhouden zullen die de interesse zullen mogen doen uitpanden naar landrecht en of het voorschreven kind de hoofdsom tot onderhoud zijn levens nodig hadde, zo zal de eigenaar van de voorschreven hofstadt de voorschreven som met de intrest moeten uitrijken en ’t kind volgen laten, zonder iemands becroon. Daarenboven zullen de erfgenamen het voorschreven kind uitreiken 25 gulden Brabants en een schilling die zij testatrice van het kijnts wege aangevangen heeft, tegen 5 % verschijnende toekomende Pasen 1639. En zo het voorschreven kind mocht sterven vóór haar testatrice, zo zal deze makinge nul en van onweerde zijn. In kennisse van waarheid hebben wij Tijs Krijffs en Jan Huijbers schepenen met Gijsbert van Meer richterbode deze ondertekend.

258 Thonis Reijmijts en Merrij Jochums e.l. hebben gevest Jan Gaerts en Anneke e.l. een weiland op het Boeckholt beneven Derick Hornkens erf, mette andere zijde op Willem Aerts erf en voorts beneven de gemene straat. Actum voor Jan Huijberts, Thijs Krijffs en Hanrick Gerijts schepenen.

255 Jan Gaerts aengen Heij heeft gelijke ruimingen gesonnen na vermogens zijn aangerichte brief daar deze tegenwoordig transfixbrief doorgesteken en getranfixeert is en heeft daarna met gewijs van schepenen rqa. Actum voor Jan Arnt Smijs en Jan Huijberts.

252 Jan Gaerts aengen Heije heeft een panding gedaan aan een hofstadt de Nieuwe Haert genoemd met toegehorige land en voorts alle gerede en ongerede goedere,. zo opt Rijckevoirt als onder Beugen nagelaten bij Aeb Peters en Jenneke e.l. zaliger mitsgaders tgeen hem van zijn moeder aanverstorven is, niets daarvan uitgescheiden en dat voor 400 gulden Brabants met verloop van dien ter goeder rekening vermogens gerichtelijk bescheid daar van zijnde en voorts voor de gerichtelijke kosten en is bij faulte dat men geen erfgenamen wist te becomen, daarvan gerichtelijk weet en condt gedaan aan Jonker Godevaert van Steenhuijs heer van Oploo, amptman der stad Grave en Land van Cuijk en deselve een losse gestelt. Actum voor Jan Arnt Smits en Jan Huijberts schepenen.