Eerste verhuur op 3-8-1734: procureur Ploegh huurt voor 3 gulden. Tweede verhuur op 23-9-1735: Procureur Ploeg huurt voor 3 gulden en staat het gebruik van de grond vrijwillig af aan Derk Jan Reijs. Derde verhuur op 18-8-1736, nu ook van het perceel den Flierbos, tegenwoordig in gebruik bij Derk Jan Reijs en het perceel de Pannesteel, in gebruik bij de geexecuteerde. Huurder is advocaat de Lauwere voor 7 gulden.
Definitieve verkoop van het Cruijs op 27-7-1737: koper is advocaat de Lauwere voor 576 gulden. Tweede verhuur van de andere twee percelen op 19-07-1737: procureur Ploegh voor de onkosten.
Derde verhuur op 28-8-1739 aan de heer de Lauwere voor de onkosten.
Eerste verhuur: Op 02-07-1734 op verzoek van procureur Ploegh als lasthebber van de heer scholtus Claessens, getrouwd met Joanna van Duren, voor zichzelf en q.q. van een halve morgen bouwland te Overlangel, tegenwoordig bezaaid met spelt en nog 4 hont hooiland in ’t Broeck. Er zijn geen bieders. Ploegh kan zelf huren voor de onkosten van vandaag.
Tweede verhuur op 30-7-1735: Scholtus Claessens, als lasthebber van de weduwe van Lambert Vermeulen, als momber van de kinderen van Arnoldus van der Linden en van de minderjarigen van Leonardus van Duren, gezamenlijke erfgenamen. Procureur Ploegh huurt voor de onkosten.
Derde verhuur op 21-07-1736: Procureur Ploegh huurt voor de onkosten.
Definitieve verkoop op 16-8-1737: Claes Peters koopt voor 106 gulden, vier hont hooiland in ’t Brouk te Huisseling. Tijs van Asten en Antonij Lucassen zijn borg. Dirk van Os (Dirck van Osch) koopt voor 34 gulden een halve morgen bouwland te Overlangel. Peter Vissers en Sebert Ariens zijn borg.
Preferentie: Opbrengst is 140 gulden. Onkosten 35-7-12. Huijbert Princen, Aert van Roij, Derk Suppers en Gerit van Kreij zijn kerkmeester in Herpen. Eerst worden de jura voldaan. De schuldeisers krijgen nog 104-12-4 ter vermindering van hun pretensie.