Mijn Studiezaal (inloggen)5117.33 Index Notarieel protocol Vught (5117.33)
79 Autorisatie
Door Jan Bax, te Vught, ten behoeve van het Departement van Oorlog te 's-Hage, om te mogen bouwen een afdak aan een schuur te Vught, op zijn erf en anderen.
Door Jan Bax, te Vught, ten behoeve van het Departement van Oorlog te 's-Hage, om te mogen bouwen een afdak aan een schuur te Vught, op zijn erf en anderen.
Repertorium:
Persoon in schepenakte:
Jan Bax
Datering:
27-08-1840
Soort akte:
Autorisatie
Plaats:
Vught
Brevet of minuut:
minuut
Nota bene:
De beschrijving van deze akte is gebaseerd op de samenvatting in het repertorium van de notaris (toegangsnr. 5117, inv.nr. 92) en niet op de originele akte.
Toegangsnummer:
5117
Inventarisnummer:
Bron:
Notarissen
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd
5117.33 Index Notarieel protocol Vught (5117.33)
59 Acte van authorisatie
Door het Departement van Oorlog te 's-Hage, ten behoeve van Anna den Akker, weduwe van wylen Adriaan Schellekens, te Vught, betrekkelyk het vernieuwen van eenig metzelwerk aan haar huis alhier in de Taalstraat.
Door het Departement van Oorlog te 's-Hage, ten behoeve van Anna den Akker, weduwe van wylen Adriaan Schellekens, te Vught, betrekkelyk het vernieuwen van eenig metzelwerk aan haar huis alhier in de Taalstraat.
Repertorium:
Persoon in schepenakte:
Anna den Akker
Adriaan Schellekens
Datering:
29-05-1840
Soort akte:
Autorisatie
Plaats:
Vught
Brevet of minuut:
minuut
Nota bene:
De beschrijving van deze akte is gebaseerd op de samenvatting in het repertorium van de notaris (toegangsnr. 5117, inv.nr. 92) en niet op de originele akte.
Toegangsnummer:
5117
Inventarisnummer:
Bron:
Notarissen
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd
5117.33 Index Notarieel protocol Vught (5117.33)
48 Autorisatie
Door het Departement van Oorlog te 's-Hage ten behoeve van Jacobus van den Akker, te Vught, betrekkelijk het bouwen en vernieuwen van een schuur en wooning bij het Huisje ten halven te Vught.
Door het Departement van Oorlog te 's-Hage ten behoeve van Jacobus van den Akker, te Vught, betrekkelijk het bouwen en vernieuwen van een schuur en wooning bij het Huisje ten halven te Vught.
Repertorium:
Persoon in schepenakte:
Jacobus van den Akker
Datering:
09-04-1840
Soort akte:
Autorisatie
Plaats:
Vught
Brevet of minuut:
minuut
Nota bene:
De beschrijving van deze akte is gebaseerd op de samenvatting in het repertorium van de notaris (toegangsnr. 5117, inv.nr. 92) en niet op de originele akte.
Toegangsnummer:
5117
Inventarisnummer:
Bron:
Notarissen
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd
7040.417 Index schepenprotocol Cuijk (7040.417)
59 Landschrijver en griffier van het Land van Cuijk heeft op verzoek van Godefridus Branendonk alhier ten protocolle doen registreren zekere acte van autorisatie t.b.v. Anthonij ten Busch en zijn vrouw Cornelia Coebergh verleend door de Ed. Raad en Leenhof van Brabant en Land van Overmaas d.d. 12 Januari 1751 die luidt als volgt: Eerste presiderende en andere raden van de Raad en Leenhof van Brabant en Land van Overmaas doen te weten, dat wij ontvangen hebben verzoekschrift van Anthonij ten Busch gehuwd met Cornelia Coebergh wonend te Grave inhoudend, dat Agnes Coebergh meerderjarige ongehuwde dochter en moeije paternel van verzoeker’s vrouw bij haar testament voor notaris Hendrik Berents te Grave d.d. 5 September 1741 de tocht van al haar na te laten goederen a/d verzoeker’s vrouw levenslang en na haar dood de eigendom van die goederen aan haar kinderen met vol recht van institutie heeft gemaakt, zodanig dat deze tocht niet eerder zou aanvangen als na betaling van de boedelschulden en dat de genoemde kinderen voor de leeftijd van 25 jaar de vaste goederen niet mogen verkopen; dat indien haar nicht Cornelia Coebergh en haar wettige kinderen zonder erven na te laten zouden overlijden al haar na te laten goederen worden geërfd en genoten door de naaste bloedverwanten van de testatrice, deze in zo’n geval daar in benoemen en oprichten, breder blijkende bij de copie authentieke testamentaire dispositie aan ons vertoond. Nadat de testatrice in het jaar 1741 was overleden, zoals blijkt uit de aan ons getoonde acte van Ambtman, schout, burgemeesters en schepenen van Grave d.d. 31 December 1750 en zo haar testament met de dood had bekrachtigd, de nalatenschap tot betaling van importante boedelschulden en het collaterael door de verzoeker is aangewend in zoverre, dat verzoeker aan het eind van het jaar 1749 genoodzaakt is geweest te verkopen
Vervolg:
zekere bouwhof, genaamd den Claesstok te Haps om te ontkomen aan grote onkosten voor onvermijdelijke reparaties maar ook om met de opbrengst te kwiteren een daarin gevest kapitaal van 1950 gulden met intrest t.b.v. Jan Sweermans te Cuijk. De koper Godefridus Braeningen wonend te Grave heeft het surplus van die som ad 675 gulden onder zich gehouden en daarvan t.b.v. verzoeker’s minderjarige kinderen in de eigendom een vest-of custingsbrief gerechtelijk gepasseerd en de bouwhof speciaal verbonden. Omdat de verzoeker zich bevindt in een zeer armoedige staat en niet bij machte iets tot onderhoud en voedsel van hem en zijn vrouw met 2 minderjarige kinderen bij te dragen zoals blijkt uit de Akte voornoemd (Grave d.d. 31 December 1750) heeft Braeningen zich laten bewegen om tot alimentatie van verzoeker’s 2 kinderen in mindering van het kapitaal te verstrekken 2 gulden per week. Verzoeker verzoekt gezien zijn armoede en onmacht om zijn kinderen te kunnen opvoeden het kapitaal ad 675 gulden in plaats van de bouwhof te ontslaan. Godefridus Braeningen autoriserende tot deze successieve betalingen met het gevolg dat na vermindering van het kapitaal de intrest daarmee zal komen te verminderen. Aldus hebben wij besloten om het kapitaal van 675 gulden in plaats van de bouwhof van de band van fidei-commis te ontslaan en de verzoeker te permitteren daarvan na aftrek van kosten en hetgeen reeds door debiteur is voorgeschoten te mogen trekken 13 gulden per maand of 2 gulden per week tot onderhoud van zijn vrouw en 2 minderjarige kinderen. Verder autoriseren wij Godefridus Braeningen tot successieve betalingen met het effect dat na de vermindering van het kapitaal de intrest daarmee zal komen te verminderen. Gedaan te ’s Gravenhage in de genoemde Raad 12 Januari 1751. Het hier boven geregistreerde is met het origineel instrument akkoord bevonden te Cuijk in dato als boven Quod attestor. D.v. Hoijtema, Landschrijver
Persoon in schepenakte:
Godefridus Branendonk
Cornelia Coebergh
Agnes Coebergh
Hendrik Berents
Jan Sweermans
Godefridus Braeningen
Datering:
28-01-1754
Pagina:
86-90
Soort akte:
Autorisatie
Plaats:
Cuijk
Toegangsnummer:
7040
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
1 gedigitaliseerd