Notaris-, schepen- en andere akten

9 Dirk Bolk en Johanna van Steenhuijs, echtelieden; Barbara van Steenhuijs weduwe Coeberg en Helena van Steenhuijs weduwe de Meijer, allen kinderen van Rudolph van Steenhuijs en Christina van Galen, presenteren een besloten testament met de volgende inhoud: Op 3 januari 1703 maakt Christina van Galen weduwe van Rudolph van Steenhuijs haar testament op en verklaart alle voorgaande testamenten en codicillen onrechtmatig, waarna zij aan haar schoondochter Johanna van Steenhuijs nalaat een huis aan de Maaspoort, genaamd Het Paradijs, dat bij het beleg in het jaar 1674 is geruïneerd en afgeschoten en waarvan bij de verkoop van de lege plaats aan Claas Peters alleen door mij is geprofiteerd en dus een bedrag honderdvijftien gulden en alsnog de helft van het huis van Willem Wierikx aan de Maaspoort en bij hetzelfde beleg geruïneerd en omvergeschoten, een bedrag van tweeënveertig gulden, het huis op de hoek van de Markt door de belegering mede zeer beschadigd en tegenwoordig waard twaalfhonderd gulden, een achtste part in het huis van Willem Clomp omtrent een bedrag van honderdvijftig gulden; verder een groot aantal bezittingen die uit de nalatenschap van haar man afkomstig zijn en een totaal bedragen van tienduizend driehonderdtweeënveertig gulden, waarvan haar vijf kinderen met de namen Barbara, Henderik, Johanna, Helena en Rudolph van Steenhuijs een bedrag van vijfduizend eenhonderd eenenzeventig gulden verdelen en ieder dus ontvangt duizend vierendertig gulden en vier stuivers; verder aan de begijnen van Grave een bedrag van duizend gulden; uit mijn eigen nalatenschap legateer ik aan mijn dochters Johanna en Helena een bedrag van honderd gulden en al mijn kleren, bed, linnen en wol en verdere meubelen;

160 Fredericus Casimirus baron van Weede, heer van Walenburg, kornet ten dienste van het land, toont ons een gesloten papier met de volgende inhoud: Henriette Agnes Jacoba baronesse van Weede etc. legateert aan haar broer een bedrag van vijfduizend gulden; aan Malingre, gewezen pedagoge van haar broer, een bedrag van zevenhonderd gulden; aan Stephania Lubbertsen, onze kamenier, een bedrag van vijfhonderd gulden; aan Henderina vrouw van Hendricus ter Beek, een bedrag van vierhonderd gulden; aan Maria de Vreet, de keukenmeid, een bedrag van tweehonderd gulden; aan de beide andere meisjes, Maria en Catharina, ieder een jaar huur; aan mevrouw Ruijl, tot gedachtenis, haar klok; aan juffrouw Smouts een stuk zilver van honderd ducatons of daarvoor het bedrag in geld; aan haar neef kapitein Wilson tweehonderdenvijftig gulden, tot gedachtenis; aan Cornelia Coeberg een stuk zilver van honderd ducatons of daarvoor het bedrag in geld; aan haar moeder een bedrag van duizend gulden; verder benoemt zij tot haar enige en universele erfgename haar waarde en beminde moeder.

52 Testament besloten van Everhardus Lemmens en Cunera van Deursen, echtelieden.

48 Testament besloten van Petrus Ignatius van Aefferden en Elisabeth Coeberg, echtelieden.