Notaris-, schepen- en andere akten

425 Jan alias Bruyer en Theyken dochter van Arien Jan Claes hebben een accoord met elkaar gesloten, 'aengaende het kynt houwen, genoempt Jan Janssen'. Er is overeengekomen dat
* 'Thyken voorschreven morghen vroech het kynt tot haer sal haelen ende onder houwen dat selve kynt synen leefdach in cost ende cleer, dat die voorschreven Jan ende syne naecomelinghe daer aff ongemolesteert sulle blyven ende egenen schaden'
* Jan zal 20 gulden aan Thyken geven in drie termijnen
Getuigen: Willem Hanrickx en Herman Tonis

387 Joris Gerits en Gerit Adriaens, 'schepenen der heerlicheyt van Vechel', verklaren 'dat wy ter vrientelycker dinghe daer over, by ende aen syn geweet daer Joncheer Hans Evertss van Kyverbeeck, hebbende procuratie hem voor schepenen van Venlo by Heyntken van Horn als man ende momboir van Margriet synder huysvrouwe gegeven, ter eenre, ende Jan Aert Janssen, in presentie van synen vader ende meer andere discrete mannen, er andere seyden, voor een somme van hondert Carolus gulden syn verleken ende comen ende absolutelyck geaccordeert verlanghende alle die guederen, gereet ende ongereedt, haeffelyck ende erffelyck, soodanighe die achtergelaten syn by Johan van Dript zaliger'. Jan Aert Janssen betaalde deze 100 gulden aan Joncheer Hans Evertss ten behoeve van Heyntken van Horn als man van Margriet.
Getuigen: Joris Gerits en Gerit Adriaens, schepenen van Vechel

346 Anrhonis Peter Rutten en Anthoni Geerlinx als voogden over de minderjarige kinderen van wylen Wouter Peter Rutten, aan de ene zijde, en Heylken weduwe van Willem Hanrick Roeffen aan de andere zijde, hebben een accoord gesloten betreffende de achterstallige betalingen van een erfpacht van 3 mauwer rogge, Bossche maat, en 1 sester rogge, Veghelse maat. De voogden verklaren 'dat hen goede ende behorlycke wuydtscheldinghe is geschiedt daer van de voorschreven Heijlken wuydtscheldinghe behoort te doen, ende besonder van den schaede van den voorleden jaer daer van sy haer syn bedanckende, soo dat daer wederom verschenen syn II pachten, den dorden lopende welck nyet in dit accordt begrepen syn voor welcken achterstel Heylken voorschreven sal hebben XXX carolus gulden'.
Getuigen: Willem Hanricx en Herman Tonis.
Bijschrift: Heylken heeft verklaard betaald te zijn van deze 30 gulden en ook 1 mud rogge en 25 gulden voor kosten en proces.

336 Heer Laureyns Dierck Huecx, 'priester', en zijn broer Balthazaer, verklaren een accoord te hebben gesloten over hun kindsdelen dat zij erfden van hun vader Dierck Huerx, 'soe dat heer Laurens voorschreven syn ende Balthazaer syns broeders gedeelt sal besitten ende daer van de vruechten daer van jaerlyckx procederende genieten eenen tyt lanck van VII jaeren den enen den andere volgende, ingaende lichtmisse anno 1599 in welck 7 jaeren heer Laureyns allen de erffpachten sal betaelen die men daer vuyt gelt soude ende schaede van synen broeder. Ende de voorschreven tyt van 7 jaeren overstreken wesende, draecht heer Laureyns Balthazaer synen broeder op beyde henne kyntsgedeelten om die te gebruycken als syn eyghen goet'.
Getuigen: Joris Gerits en Peter Gysberts, schepenen