Notaris-, schepen- en andere akten

20 Arnoldus van Bocholt en Peter van de Sanden als executeurs testamentair van wijlen kapitein Johan Christoffel Hunold verzoeken ontzegeling van de kast die op 04-10-1791 was verzegeld om inventaris te kunnen opmaken. Bijgevoegd is de inventarislijst, welke is opgemaakt ten huize van Peter van de Sanden te Grave, alwaar overledene een kamer had. Naast een opsomming van zilveren voorwerpen, diverse kleding, wapens e.d. worden als papieren o.a. genoemd: 1. Een onderhandse obligatie dd. 01-11-1785, groot f 700,-- ten laste van P. van de Sanden en zijn vrouw Maria Elizabeth van der Marck; 2. Een wissel dd. 20-02-1791 ten behoeve van de overledene, uitgeschreven door P. van de Sanden, groot f 52,--; 3. Een Latijns bewijs van het huwelijk van de overledene met Johanna van Lit, gepasseerd voor P. Tobias te Ieperen dd. 24-06-1752; 4. Een akte van ontslag uit dienst dd. 06-10-1783 met behoud van het volle tractement; 5. Een mutueel testament van de overledene en zijn vrouw, gepasseerd dd. 19-02-1771 voor notaris Jan van Overstraaten te Bergen op Zoom.

187 Op verzoek van juffrouw Joanna Edelaar, geassisteerd door Wil mvan Gessel, komen de schepen naar het huis van Hendrik van den Bergh om daar de kamer te ontzegelen, waarin de heer Edeler is overleden.

36 Juriaan Gustaaf Lindebergh en Andries Paulus van Hoeij als gequalificeerden tot redding (bereddering) van de boedel van de overleden Johan Francis Piencier, verzoeken ontzegeling van de kamer, waar de overledene kantoor heeft gehouden als ook van de kasten, het bureau enz. De ontzegeling vond plaats in het bijzijn van Matthias van der Heijden en Laurens van der Straaten met verbreking van de cachetten.

15 Op 19-6-1778 is op verzoek van Johan van Meeuwen op de dag van het overlijden van Maria Elisabeth Bonards door de secretaris in aanwezigheid van de schepenen Mathias van der Heijden en Daniel Halmmans een kabinet of bureau verzegeld, waarin de overleden haar documenten en papieren van de boedel en haar besloten testamentaire dispositie bewaarde. Nu op heden 23-6-1778 het dode lichaam van Maria Elisabeth Bonards ter aarde is besteld en begraven, zijn de naaste vrienden van de overledene aanwezig in het sterfhuis en verzoeken schepenen en secretaris het verzegelde kabinet of bureau te openen. In het kabinet treffen zij onder andere aan een papier, dichtgenaaid met een zwarte draad en verzegeld met 3 cachetten op rode lak, waarop staat: Maria Elisabeth Bonards, wonende alhier, ziek te bed liggende, verschijnt op 16-6-1778 voor schepenen en secretaris dezer stede en vrijheid Oss en overhandigt aan de substituut secretaris een toegevouwen papier, dat in haar aanwezigheid met een zwarte zijden draad wordt doorregen en dat naast de door haar aangebrachte cachetten wordt verzegeld met schependomszegel. De comparante verklaart dat het haar testament, laatste en uiterste wil bevat. Na het openen van het verzegelde document wordt het testament voorgelezen aan de aanwezigen. Vervolgens wordt verzocht het testament te registreren in het gewoon register der testamenten.