Vredegerechten

Willem van Veghel, bouwman in Beek en Donk, voogd over Johan Vereijken 18 jaar en Martinus Vereijken 16 jaar, zonen van Jan Vereijken, bouwman overleden in Beek en Donk 15 november 1819 en van Maria van Eerd, wonend in Helmond en Jan Willem Vereijken bouwman in Beek en Donk toeziende voogd. Bij akte van familieraad 15 mei 1821 voor het vredegerecht Helmond bijeen geroepen wegens 2e huwelijk van Maria van Eerd, is haar de voogdij ontnomen en Willem van Veghel aangewezen. Obligatie 150 gulden door Francis van Leuken aan Jan Vereijken, Obligatie 200 gulden door Philip Eineman aan Maria van Eerd weduwe van Jan Vereijken, Obligatie 500 gulden door Hendrik Willem van Veghel aan Maria van Eerd, weduwe van Jan Vereijken. Een onderhandse schuldbekentenis ten laste van Willem Knaapen, Peter Klomp, Hendrik Verbruggen, Francis Verhallen, Cornelis Verstappen, Peter Klomp, Willem Johan van Dooren, Aerd Vlemmings, Hendrik Verbruggen, Hubertus Barthel Smits en Willem Peter Peters. Een pretentie ten laste van Johan Kanters, Peter Janssen, Willem Dirks, Leonardus Kanters, Cornelis Verstappen, Leonardus Verbakel, Leonardus van der Aa, Hendrik van der Velden, weduwe Johan van der Ven, Dirk Jan Dirks, Johan Vermulst de jonge en Willem Jacob van de Laar. Familieraad: Laurens Vereijken, neef wever Gemert, Gerard van den Eijnde, winkelier achterneef Gemert, Johan van Lieshout, achterneef kuiper Gemert, Jan van Eerd, bouwman oom Bakel, Willem van Dooren, bouwman aangehuwd oom Gemert en Jan van Eerd, bouwman neef Beek en Donk.

Johan Swinkels, landbouwer in Lieshout als administrerend voogd over de zinneloze Johan van Heertum; Martinus Vereyken, landbouwer in Lieshout, toeziend voogd over gemelde zinneloze; Peter van der Zanden, landbouwer in Lieshout, als administrerend voogd over Maria, Henricus, Leonardus, Francina, Johanna en Anna Maria, minderjarige kinderen van wijlen Joost van Heertum en van wijlen Dorothea van der Zanden; Martinus Vereyken voornoemd als toeziend voogd over genoemde minderjarigen. 1. Huis met aangelag groot 3 lopensen staande en gelegen in de Vogelzang, belendende aan ene zijde kinderen Joost van Duinhoven, een heg van Ambrosius Swinkels en ene weg; 2. Perceel bouwland "het Kampke" belendend als boven; 3. Perceel bouwland in het akker groot 8 lopensen , belendend aan kinderen Joost van Duinhoven, weduwe Roelof Rooyackers en Dirk Kuipers; 4. Perceel grond in het Bieseuwsel groot 5 lopensen, belendend aan kinderen van Joost van Duinhoven en aan Joannes van Heertum; 5. Perceel grond in den Beemd groot 3 lopensen, belendend door kinderen Joost van Duinhoven, Johan Dirk Swinkels en Francina van Duinhoven; 6. Perceel groes en land groot 5 lopensen, belendend door Gebroeders Brouwers; 7. Hofland in de Valkenbeemd groot 14 roeden, belendend aan Johan Royackers, Johan Dirk Swinkels en kinderen van Gerrit Swinkels en kinderen van Joost van Duinhoven. Op deze goederen rust een totale schuld van: 207 gulden aan Johan Maas, landbouwer in Lieshout; 150 gulden aan Hendrik Petit in Aarle-Rixtel; 100 gulden aan Jan van Duinhoven in Aarle-Rixtel; 170 gulden aan Henricus Swinkels in Lieshout + nog losse schulden ad 700 gulden; 8. half huis met aangelag, gelegen in het hol, belendend aan weduwe Christ van Osch, Dirk Kuipers; 9. Bouwland in ruitjesakker belendend aan Zie 8); 10. Bouwland belendend aan Klaas van Lieshout, Johan Verkuilen en Henricus van Lieshout; 11 Groesland, belendend aan Zie 8); 12 Bouwland "de Lagenhof", belendend aan Gerrit Swinkels, weduwe Peter Kerken; op de goede

Verkoop/schuld: Henricus van Osch, landbouwer in Lieshout als administrerend voogd over Francis en Johan, zonen van wijlen Joost van Duinhoven en wijlen Johanna van Osch; Gerrit Brouwers, landbouwer in Nuenen als toeziend voogd, verklaren dat Francis en Johan in volle eigendom toebehoort 2 boeren-woningen met circa 40 lopensen landerijen in Lieshout belast met 3 obligaties ter waarde van 200 gulden ten bate van Christiaan van Lieshout en de grootste boeren- woning door stormwind zwaar beschadigd. Alle grond wordt per perceel genoemd met de eigenaren van de belendende percelen. Familieraad: Johan Royackers, oom, landbouwer in Lieshout; Johan Martens, oom, landbouwer te Aerle; Martinus Vereyken, neef, landbouwer in Lieshout; Andries van Osch, oom, landbouwer in Lieshout; Johan van de Donck, oom, landbouwer in Lieshout; Martinus van Osch, neef, landbouwer in Lieshout. Er is geen geld om de schuld te betalen en de woning te herstellen. Er wordt toestemming gegeven enige landerijen te verkopen.

Verkoop in verband met schuld. Hendrina Beniers, landbouwster in Beek en Donk moeder en voogd over Adrianus, Petrus, Gerard, Johan, minderjarige zonen in echt verwekt met wijlen Leonardus Verhoeven; Henricus de Bruin in Beek en Donk als toeziend voogd; welke verklaren dat de kinderen een perceel landerijen gelegen in Beek en Donk hebben geerfd van hun vader waarvan het tochtrecht toebehoord aan hunne moeder; dat het huisje met aangelag is belast ter zake des koops met 300 gulden ten behoeve van Hendrik van Will, landbouwer in Beek en Donk; Het is voor Hendrina niet mogelijk de rente te betalen en de lening zal opgezegd worden. De goederen bestaan uit: l. een huisje met aangelag groot 4 lopensen grenzend aan Leonard Morel, eenen dijk, het broek en aan de andere zijde den Dijk van Beek op Gemert; 2. een perceel Teul- en Groesland circa 6 lopensen gelegen in de Laardonk, grenzend aan Gerrit Verbakel, Jan de Jong, Anthonie Huibers en Jan Vereiken. Familieraad: Johan Verhoeven, oom; Hendrik Verhoeven, oom; Johan Heesakkers, oom; Gerrit Verbakel, oom; Franciscus van Leuken, oom; Jan van Eerd, achterneef allen landbouwer in Beek en Donk besluiten dat perceel sub. 2. publiek zal worden verkocht teneinde 200 gulden af te lossen en de rente te voldoen.