Vredegerechten

Er komt een bericht binnen dat er 4 paarden aanwezig zijn in de stal van koopman Van der Goes, maar er zijn er maar 3 geregistreerd bij de verzegeling. Zoon Aart van der Goes verklaart dat dit paard zijn eigendom is en derhalve ook geregistreerd moet worden. Tevens wordt toestemming gegeven om een kleerkast te openen, waarin kleren zitten die de kinderen nodig hebben.

De complete boekhouding van de firma Frank van der Goes wordt in beslag genomen en er volgt een opsomming van de aanwezige boeken, maar hierin worden geen namen of transacties genoemd. (zie ook akte 30, 35, 44, 48 en 59)

Door de harde wind is een raam opengewaaid, zodat regen en sneeuw naar binnen waait in een kamer die verzegeld was en behoorde tot het pand van de koopman Frank van der Goes en Zonen. Ramen en blinden worden gesloten en opnieuw verzegeld. (zie ook akte 30, 36, 44, 48 en 59)

I.v.m. Faillissement wordt het woonhuis, tevens winkelpand, verzegeld van Frank van der Goes en Zonen, koopman te Ravenstein. Alle ramen en deuren worden verzegeld, met een opsomming wat zich in ieder vertrek nog meer bevindt. Niet verzegeld worden: Een kamer die in gebruik is door Mevr. Chalmot, zuster van de eigenaar; de slaapkamer van Aart van der Goes, zoon en Cornelis Mari van der Goes, zoon; de kamer van de winkelmeid Theresia Retering, die ziek op bed ligt en tevens van het kindermeisje Geertruida Brands; de grote provisiekelder; een kamer waarin drie zieke kinderen, Louisa, Carolina en Willem van der Goes aanwezig zijn. Ook van de inhoud der woonkamers, 3 keukens, winkelloods, schuren, dierverblijven wordt een zeer uitvoerige beschrijving gegeven. Vervolgens heeft de vrederechter laten oproepen: Geertruida Brands, kindermeid, 28 j.; Hubert Geurts, bouwknecht, 46 j.; Vijver van Wijk, huisknecht, 46 j.; Maria Derks, boeremeid, 26 j., Marcelis Kocken, boerenarbeider, 39 j. en Catharina Roeffen, keukenmeid, 32 j., welke verklaren dat sinds 26 febr. j.l. geen spullen meer uit het pand zijn verdwenen, behalve Hubert Geurts, die verklaart dat hij op donderdag 26 febr. nog een partij aardappelen heeft gebracht naar de weduwe de la Sausaye te Nijmegen. (zie ook akte 35, 36, 44, 48 en 59)