Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De plaquette bevindt zich op de binnenplaats van kasteel de Tongelaar (gemeente Gassel) in het bosrijke gebied tussen Mill en Grave. Hij is gemaakt ter herinnering aan vijf militairen van 3-I-6 RI die hier in mei 1940 gesneuveld zijn. Op 10 mei 1940 woedde bij Mill een hevige strijd.
Achter het Defensiekanaal (onderdeel van de Peel-Raamstelling) lagen over een lengte van 9 kilometer de beide 1ste bataljons van het 3e en 6e Regiment Infanterie. Ze werden ondersteund door de 3e afdeling van het 20e Regiment Artillerie, uitgerust met twaalf oude kanonnen uit 1880. De aanvallers waren de Duitse 254e en 256e Divisie.
Omstreeks 4.00 uur reden een Duitse pantsertrein en een troepentrein door de volledig verraste stelling. Achter de linie bij halte Zeeland stapte een versterkt Duits bataljon van rond de 1.000 man uit. Het bataljon voerde onmiddellijk aanvallen uit in de rug van de verdedigers en wist twaalf kazematten ten zuiden van de spoorlijn te veroveren. Voor de oorlog waren er zo’n 40 van dit soort kazematten gebouwd langs het Defensiekanaal bij Mill. Bij de strijd om Mill sneuvelden ongeveer dertig Nederlandse militairen.
Kazemat S-37 stond onder leiding van sergeant Henk Sips uit Breda en ook hij en zijn mannen kregen het op 10 mei zwaar te verduren. Uiteindelijk sneuvelde de complete bemanning van vijf militairen, inclusief hun sergeant. Henk Sips kreeg postuum het Oorlogsherinneringskruis met gesp voor bijzondere krijgsverrichtingen, en het Bronzen Kruis. Ook zijn manschappen kregen het Bronzen Kruis. De vijf omgekomen militairen werden bij elkaar begraven op het Oude Kerkhof te Mill.
Henk Sips was een zoon van Cornelis Sips (1887-1963) en Catharina Broekaart (1886-1974), beiden uit Breda. Zij hadden een slagerszaak in de Veemarktstraat. Op verzoek van zijn ouders is sergeant Sips later in Breda herbegraven, op het kerkhof Zuijlen.
Een andere pelotonscommandant en “slapie” van Hendrik Sips schreef later zijn memoires. Dat was sergeant Maarten Schakel, na de oorlog veertig jaar lang burgemeester van Noordeloos, bekend Vierdaagse-loper in Nijmegen (50 keer deelgenomen) en Kamerlid voor de ARP (1964-1981). Hij schreef:
“September 1938 (…). De spanning week in Europa. Wij mochten de veldstellingen verlaten. Wij konden terugkeren onder het beschermende dak van die ouwe, trouwe Chassé. Op de dag van onze terugkomst verzamelde het 6de zich aan de rand van Breda, waar Mastbos en Baronielaan elkander ontmoeten. Het koper van de stafmuziek glinsterde onder de herfstzon. De vrouwen en de meisjes van Breda staken bloemen in de lopen van onze geweren. Met vliegend vaandel en slaande trom marcheerden wij de Baroniestad binnen. Hiep hiep hoera: de vrede was gered! (…)
In die barre winter van 1939-1940 bouwden wij onze veldstellingen in de Peel, achter het Defensiekanaal. Daar rammeide vanaf de nacht van 9 op 10 mei het Duitse oorlogsgeweld over ons heen. Daar lagen, vóór de 11de mei ten einde was, vijf jongens van onze sectie van 33 - waaronder mijn slapie sergeant Sips - op hun dooie rug. Niet omdat ze geen dappere soldaten waren, maar omdat het materiaal dat men ons in handen had gestopt, inferieur was aan dat van onze tegenstanders.”
(Citaat uit: Maarten Schakel, De laatste der mannenbroeders. Politicus met een ideaal. 2e druk juli 1982, p. 12)