Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Maar het projectbord “Marsna Casella”, waarmee enkele jaren geleden in Maren-Kessel reclame werd gemaakt voor een exclusief woonwijkje, was een schot in de roos! Deze naamgeving sloot naadloos aan op de viering van “1000 jaar Maren-Kessel” in 1997.
Romeinse Rijk
Duizend jaar eerder, in 997, maakt Nederland deel uit van het Duitse Rijk. Keizer Otto III zwaait er de scepter. Denkend aan de omvang van zijn rijk, ziet hij veel overeenkomsten met het oude Romeinse Rijk, en bovendien is hij er zeker van dat het keizerschap van goddelijke oorsprong is. Vandaar dat aan zijn hof de term “Heilige Roomse Rijk” wordt gebruikt.
Eén van de belangrijkste steunpilaren van keizer Otto is bisschop Notker van Luik. Zoals meer bisschoppen in die tijd is Notker tevens wereldlijk heer van zijn bisdom, dat vlakbij Aken ligt, de belangrijkste residentie van de keizer. Beide heren kunnen ook op persoonlijk vlak goed met elkaar opschieten. Vandaar de oorkonde van 9 april 997, waarin de keizer de plaats Heerewaarden schenkt aan de bisschop. In die oorkonde wordt ook verteld dat eerder al enkele naburige plaatsen aan de bisschop zijn gegeven: Marsna en Casella, Latijn voor “Maren en Kessel”.
Eerste vermelding
Dit is de eerste schriftelijke vermelding van beide Maasdorpen, al kun je in 997 nog nauwelijks van dorpen spreken. Er staan dan hooguit enkele boerderijen die samen een hof of domein vormen. Ze zijn gebouwd op oeverwallen, rivierduinen of terpen, want dijken ontbreken nog langs de Maas. De gezinnen die er wonen, horen bij de grond en zijn eigendom van de heer: eerst de keizer, daarna dus de bisschop van Luik.
De originele oorkonde van 997 ging verloren evenals een afschrift uit de dertiende eeuw. Gelukkig is er nog wel een kopie uit de veertiende eeuw. Dit document, waarvan een fragment is afgebeeld, ligt in het Rijksarchief te Luik.