
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het tweede deel van de naam Lithoijen bevat het element “ooi” dat waterland, nat weiland in een riviermeander betekent. Het eerste deel, Lith (Litta in de oudste varianten) heeft te maken met het werkwoord “varen”. Het is duidelijk: het is al vanouds een natte bedoening rond Lithoijen.
Over het gemeentewapen van Lithoijen kunnen we kort zijn: de gemeente heeft nooit een wapen gehad. Maar dat wil niet zeggen dat er helemaal niets over het wapen van Lithoijen te vertellen valt…
De eerste schriftelijke vermelding van Lithoijen komt voor in een oorkonde van omstreeks 991. De Franse koning Hugo Capet bevestigt daarin onder andere de eigendomsrechten van de Benedictijner abdij Sint-Remigius in Reims op domeingoederen in onder andere Meerssen en Lithoijen. Remigius is nog steeds de patroonheilige van de kerk in Lithoijen. Lithoijen wordt hier ‘Litta’ genoemd, het latere Klein-Lith (Groot-Lith is Lith, dat van later datum is).
Het domeingoed van de abdij in Lithoijen lag in ‘Het Groenewoud’, tussen het tegenwoordige Lith en Lithoijen in. Het bestond uit een hoeveelheid grond met daarop een ‘hof’, een grote boerderij. Om die boerderij heen lagen in 1222 acht hoeven, die bewoond werden door horigen. Enkele keren per jaar moesten zij een belasting in geld (cijns) betalen en bovendien 9 kippen, 63 eieren en 11 ganzen. Daarnaast moest elke hoeve jaarlijks tien karren hout leveren en tien dagen werken op het domeinland.
Tot het midden van de achttiende eeuw woonden er minder dan 400 mensen in Lithoijen. Tegen het einde van die eeuw, rond 1800, was het bevolkingsaantal gegroeid tot boven de 500. Halverwege de negentiende eeuw was dat aantal gestegen tot 746, maar daarna zien we zelfs - tegen de algemene trend in - een daling optreden: in 1900 631 inwoners, en zelfs vlak na de Tweede Wereldoorlog was dat niet veel hoger: 662 inwoners in 1950 namelijk. Twintig jaar later was dat gezakt tot 635. Pas daarna is de kern Lithoijen flink gegroeid: sinds 1999 telt het dorp ruim 1.000 inwoners.
Vanouds gaat het in Lithoijen om de landbouw. De ligging aan de Maas was daarbij van groot belang. Voordat er sprake was van dijken, lagen huizen en boerdeijen doorgaans op oeverwallen of op terpen. Vooral in de Weisestraat, het vroegere gehucht Scheurheuvel, zijn nog enkele huisterpen aanwezig. Overstromingen brachten vruchtbaarheid, maar ook ellende. En die ellende werd al vroeg bestreden: zeker al in 1288 waren op Lithoijens grondgebied al Maasdijken aanwezig.
In dat jaar verkocht hertog Jan I van Brabant de Lithoijenaren de gemeenschappelijke weidegronden die zij al in gebruik hadden. Al naar gelang zij profiteerden van delen daarvan, moesten zij bijdragen aan het onderhoud van dijken en waterlopen.
Opvallend is overigens dat er in 1222 zoals gezegd 8 boerderijen waren en dat de Beschreven staat van 1791 meldt dat er op dat moment “niet meer dan 6 of 7 Boertjes hun eigen redden kunnen”.
Beheer en onderhoud van dijken en waterlopen waren sinds 1325 toevertrouwd aan de heemraden van het waterschap De Polder van het Hoog Hemaal. Zij konden niet voorkomen dat het af en toe toch misging: er zijn de eeuwen door vele dijkdoorbraken geweest. Ook had de gemeente regelmatig last van het water dat via de overlaten bij Beers en Cuijk Noord-Brabant binnenstroomde en via een kilometerslange traverse uiteindelijk terechtkwam in de omgeving van ’s-Hertogenbosch.
Veel van de waterellende behoorde voorgoed tot het verleden na voltooiing van de Maaskanalisatie in de jaren ’30. Weinigen realiseren zich dat het grote stuw- en sluiscomplex, dat in de jaren 1932-1936 tot stand kwam, niet op het grondgebied van Lith lag, maar in de gemeente Lithoijen.
Vlakbij ‘het Hof’- deze naam bestaat nog steeds - stond het eerste tufstenen kerkje van Lithoijen, uiteraard toegewijd aan Remigius. Het was aanvankelijk bestemd voor de inwoners van beide Litta’s en fungeerde nog tot 1843 als de officiële parochiekerk van Lithoijen. Natuurlijk was vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw de openlijke uitoefening van de katholieke eredienst verboden en was daarom in het dorp een schuurkerk in gebruik, aangebouwd aan de pastorie.
Deze schuurkerk stond op de plek van het huidige kerkhof. In 1843 kwam daarvoor een “echte” (waterstaats)kerk in de plaats. In 1902 moest deze plaatsmaken voor de neogothische kerk, die er nu nog staat. Het kerkje in Het Groenewoud is niet lang na1843 gesloopt.
Het langwerpige Prelaat van de Berghplein vormt het hart van Lithoijen. Tegenover de Maasdijk staat het gemeentehuis van 1906-1907. Aan de ene kant wordt het geflankeerd door kerk en kerkhof, aan de andere door het voormalige Sint- Norbertusgesticht. Dit complex dateert van 1884 en was bestemd voor de zusters van de Congregatie van J.M.J. Zij hadden daar tussen 1890 en 1949 een kostschool voor meisjes, die hier lager onderwijs genoten.
Tevens verzorgden de religieuzen enkele zieken/bejaarden en gaven zij de meisjes van Lithoijen R.K. lager onderwijs. Tot 1960 werd het gebouw bewoond als klooster ‘Jerusalem’ door de zusters Penitenten. Van 1960 tot 1972 bood het onderdak aan de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken voor de fabricage van T.L.-lampen en na 1972 had het een woon- en winkelbestemming.