
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In plaats van te schrijven vertelde ik nu, gezeten voor het schilderij “De overgave van Breda” naar Velasquez. Er waren voordrachten door negen deelnemers, onder wie de burgemeester, die dienden als inspiratie voor het Zuiderwaterliniefestival, komende april.
Augustus 1956: ‘s morgens vulden we de strozak en sleepten die over de granieten trappen van het Groot Arsenaal naar de slaapzaal, bezet met stapelbedden. ‘s Middags bezoek aan de foerier, het burgerpak achterlaten en vervolgens in uniform met de volle plunjezak naar de kamer. ‘s Avonds verwachtte iedereen bij het eten een welkomswoord van de Hoge Piet met Sterren en Balken, maar het enige wat we te horen kregen, was: “van nu af staan jullie onder de krijgstucht, smakelijk eten”. Dat klonk koud op het bord en de eetlust was meteen over!
Op 15 augustus en 1 november tijd voor de katholieke zondagsdienst, één morgen in de maand marcherend naar de kathedraal voor de misviering om 7 uur, verder Geestelijke Verzorging door de aalmoezenier. Met de antwoordkaart van de Commandant gaven mijn ouders toestemming voor avondpermissie.
Er heerste kinderverlamming, eerder was door Buurtschap Kooldert in Uden ter intentie een Ziekenlof gehouden. Voor ons betekende dat rust en lichte inspanningen, om 9 uur avondappel, geen avondpermissie en nachtoefeningen. De soldij van 75 cent werd maandelijks op de eerste, de elfde en de 21ste uitbetaald, bij verlofdagen kwam er fl. 1,15 per dag extra bij.
We leerden het geweer uit en weer in elkaar te zetten, maar niet zo snel als de wachtmeester, daarvoor hadden wij nog 18 maanden de tijd. In de Harskamp ondergingen we de Vuurdoop.
Bevelen bij exercities waren schreeuwend en beangstigend, de pas op de straatstenen klonk pas correct bij één dreun door de met stalen ijzers beslagen hakken. Kapitein Meinersma inspecteerde het peloton en schreeuwde: “soldaat die borst voorruit! Wanneer er een meisje voorbij komt zegt ze, van dié soldaat wil ik een kind!”
De kamerwacht zorgde voor discipline en meldde bij het avondappel het aantal aanwezigen, gekleed vóór het bed of naakt onder de dekens. Bij de luidruchtig gesloten deur werd een gewapende wacht gezet.
Na de aflossing van de wacht in de Chasseé nam je in het hoofdgebouw ‘s nachts plaats op de houten brits of noodgedwongen de zitbank. Ik werd wakker van de op de lippen aangebrachte tandpasta. In 1957 verscheen het nummer “Ik sta op wacht”.
Vóór verlof kregen we extra inspectie: de uitrusting was met Blenko (groene waterverf) en koperpoets behandeld en waren er scherpe naden in de kleding gestreken. Iemand had de plooi genaaid, dat kostte hem licht arrest.
Er was een lijst met verboden locaties. Nu we erop geattendeerd waren, werden die natuurlijk tijdens de verlofdagen bezocht; ook Uden kende er een. Na twee maanden rekruteren was het ouderdag, met bezoek van familieleden. Daarna begon in de Kloosterkazerne mijn opleiding tot kanonnier.
Op de dag van aankomst op legerplaats Oirschot was er ‘s avonds ontgroening door pseudonieme officieren. Met het 25-Pondergeschut schoten we met “eer” Oudjaar ’56 naar Nieuw, ten koste van de vrije uren!
Voor meer krijgsmachtanecdotes vertelt Jos Ghysen uit Hasselt (B) op You Tube smakelijk: “Onder de wapenen.”