skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Roxanne Lokin
Roxanne Lokin Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Roxanne Lokin
Roxanne Lokin Bhic

Verborgen in een boekband

Het lijkt wel een spannend jongensboek: bij de restauratie van een oud rekeningboek komen uit de kaft allerlei velletjes papier en losse strookjes en snippers tevoorschijn. Voor de boekbinder indertijd waardeloos materiaal, alleen maar nuttig om de band mee te verstevigen. Nu voor de onderzoeker een potentiële goudmijn. Nee, een formule om lood in goud te transformeren zit er niet tussen, maar wél een uniek drukwerkje uit de eerste helft van de zeventiende eeuw.

Brand in het archief

Het oud-archief van de stad Grave lag al eeuwen veilig opgeborgen – althans, zo leek het – op het plaatselijke stadhuis, toen daar in de nacht van 2 op 3 oktober 1902 brand uitbrak. Vuur én bluswater waren desastreus voor de archiefstukken. Eind twintigste eeuw zijn delen van het archief gerestaureerd, een paar jaar geleden is het archief vrijwel in zijn geheel gescand zodat het tegenwoordig digitaal beschikbaar is op de website van het BHIC.

Maculaturen

Eén van de series die rond 2000 onder handen werden genomen door restauratoren betreft de kerkrekeningen van de Sint-Elisabethkerk in Grave. Uit de oorspronkelijke boekbanden werden allerlei stukjes papier gehaald, van strookjes tot hele vellen, door de boekbinder gebruikt om de banden te verstevigen. Deze maculaturen of membra disiecta zijn vervolgens onder inventarisnummer 410.6 aan het archief toegevoegd. Blader hier maar eens door de scans. Naast strookjes met enkele letters of woorden vinden we daar ook hele vellen papier, in veel gevallen gevuld met schrijfoefeningen: letters, woorden, spreuken, die eindeloos worden herhaald:

Gedenckt den armen, weest niet wreet,
Op dat u Godt niet weer vergeet
Gelijck hij deed den rijcken man
Neemt daer een goet exempel aen.


Twee vrome liederen uit de zeventiende eeuw

Naast die schrijfoefeningen en papiersnippers kwam er uit de ingewanden van een van de boekbanden ook één vel met drukwerk tevoorschijn. Aan de voorzijde zien we een illustratie - waarover verderop meer – met daaronder een tekst met als titel Salomons gebedt (zie de tekst aan het eind van dit artikel; gebaseerd op Spreuken 30). Dit is een bekend lied, waarvan ook andere edities bewaard zijn gebleven (zie de Nederlandse Liederenbank), bijvoorbeeld in het Groot A.B.C. Boek (Leeuwarden 1793).

Salomons gebed, Groot A.B.C. Boek (Leeuwarden 1793)
Salomons Gebed, uit: Groot A.B.C. Boek (Leeuwarden 1793)

De tekst op de achterzijde (tekst: zie einde van dit artikel), eveneens een vroom gebed of lied, heb ik niet terug kunnen vinden in de Nederlandse Liederenbank of elders.

 

 

 

 

 

 

Uitgever / drukker

Uitgever / drukker van dit drukwerkje staat onderaan de voorzijde vermeld: Tot Dordrecht. Bij Isaac Reyers boeckverkooper woonende by de Vischmart in de grote Gekroonde druckery. Een datering ontbreekt.

Het gaat hier om boekverkoper en drukker Isaac Reyers, werkzaam in Dordrecht aan de Vismarkt in de Gekroonde druckery. Voor zover nu bekend was hij actief tussen 1643 en 1644. Isaac was denkelijk een zoon van de Dortse drukker en boekverkoper Andries Reyers, vermeld tussen 1629 en 1633, en is waarschijnlijk te identificeren met Isaac Andriessz. Boeck-verkooper / woonende by de Vischmarckt / in de groote Gekroonde Druckery, die in 1637 een werkje uitgaf met de titel Segen-krans. Op de Heerlijcke, en voortreffelijcke victorie … van weghen het in-nemen der stercke stadt van Breda. Isaac’s weduwe zette zijn zaak voort, en wordt als zodanig vermeld tussen 1659 en 1675.

Reyers was dus aantoonbaar werkzaam tussen 1637 en 1644, waarschijnlijk ook iets ervoor en erna. Salomons Gebedt stamt dan ook zeer waarschijnlijk uit het begin van de jaren 1640. Dat Reyers wel meer van dit éénbladige drukwerken produceerde blijkt uit een Nieu-Jaers-Liet uit ca. 1643, tegenwoordig bewaard bij de Koninklijke Bibliotheek.

Illustratie

Illustratie bij Salomons Gebedt
Illustratie bij Salomons Gebedt

Op de houtsnede die Salomons Gebedt verluchtigt zien we in een kamer aan de rechterzijde achter een tafel zittend, een wat oudere man met naast hem een vrouw van vergelijkbare leeftijd. Links, aan de andere kant van tafel zien we elf personen, jongens en meisjes, variërend van kleine kinderen tot jong volwassenen. Op de tafel staan een tafellessenaar met een door de oudere man opengeslagen boek, een zandloper en een doodshoofd. Op de zijkant van de tafel tenslotte zien we een wapenschild met een varken en in het schildhoofd drie sterren.

Een thematisch verband tussen tekst en houtsnede lijkt er niet te zijn. Waarom dan toch hier deze illustratie gebruikt? Het heeft er alle schijn van dat er gewoon een ‘mooi plaatje’ is gekozen uit bestaande illustraties, want het gaat hier namelijk niet om een originele compositie, maar om een vrije kopie naar een ouder origineel.

Het wapen op de zijkant van de tafel is dat van de familie Porquin. Dat spoor leidt naar de letterkundige Louis Porquin (1511-1565 of later) ( zie over hem deze publicatie, aldaar 423) die op het einde van zijn leven in Bergen op Zoom leefde. Deze Porquin schreef een zogenaamd geestelijk testament, bestemd voor zijn elf kinderen. Dit stichtelijk leesboekje zou onder de titel Den wtersten wille van Lowys Porquin eind zestiende eeuw, in de zeventiende, tot in de achttiende eeuw talloze herdrukken beleven. In de editie die in 1603 in Antwerpen verscheen vinden we op de titelpagina de volgende houtsnede:


Uit: Den wtersten wille van Lowys Porquin (Antwerpen 1603)

Weliswaar gespiegeld, maar exact dezelfde compositie, zij het een kwalitatief betere versie van het tafereel, dat we nu kunnen identificeren als Louis Perquin, met naast hem zijn echtgenote Magdalena de Meulenaere, die zijn elf kinderen voorleest uit zijn Wtersten wille.

Maar daarmee zijn we er nog niet, want de illustratie uit 1603 blijkt ook niet de oerversie van de compositie te zijn. In een Amsterdamse editie van de Wterste wille uit 1590 wordt de titelpagina opgesierd met de volgende prent:


Uit: Den wtersten wille van Lowys Porquin (Amsterdam 1590)

 

Zelfde compositie, andere uitvoering, maar … zonder het wapen Porquin! De versie van Salomons Gebedt is vrijwel identiek aan deze versie, maar bevat daarentegen wél weer het Porquin-wapen. Wellicht dat er nog andere variaties op dit thema te vinden zijn in andere drukken van de Wterste wille?

 

 

 

 

 

Verborgen in de band van een kerkrekening van de Graafse Sint-Elisabethkerk overleefde een eenbladdruk uit de drukkerij van Isaac Reyers de eeuwen. Bij restauratie kwam dit – voor zover nu bekend – enig overgebleven exemplaar aan het licht. Het lied Salomons gebedt aan de ene zijde van het drukwerk is uit andere edities bekend, het titelloze gedicht / lied op de achterzijde is nieuw. Tenslotte biedt de afbeelding op het drukwerkje een interessante inkijk in de praktijk van het hergebruiken van illustraties.

Met recht een bijzondere vondst. Voer voor neerlandici of boekhistorici?

 

Teksteditie

SALOMONS GEBEDT
Proverb. XXX
Overvloedigen Rijckdom noch armoede groot,
En wilt my Heere op deser aerden niet geven
Ick mocht u versaken door grooten noot,
Seggende: waer is de Heere gebleven,
De overvloedigheyt doet de Mensche sneven:
Want de Rijcke komt swaerlijck ten Hemel binnen
Maer Heere want ick op der aerden moet leven
Soo laet my matelijck mijn nootdruft winnen,
Ghy kent de broosheyt van mijnen sinnen
Rijckdom verheft, armoede maeckt droeve;
Dus geeft my alleen Heere wat ick behoeve.
Tot Dordrecht
Bij Isaac Reyers, boeckverkooper woonende by de Visch-
mart, in de gr[ot]e Gekroonde Druckery

//

Op u hoop ick en laet my in schande groot noch t…
maer zijd genadich, God daer mijn herte toe sucht,
zyt my genadich, want op u heere alleene
betroud mijn ziele, en onder de schaduwe reene
…r vleugelen heb ick een vaste toe-vlucht.
…s ick u aenroepe, soo wete ick sonder ducht,
dat ghy mijn God zyt, ende een hulpe ter noot:
de heere ist die de ziele verlost vander doot.
Nu ben ick getroost, want ick weet dat mijn God
Myn verlosser is levende, en dat ick seker zy
Ten laetsten dage te verrijsen door zyn gebod,
En met mijn oogen en huyt en vleesche hoe verrot,
Mijn salighmaker sal sien, en geen ander voor my:
dit geloove is in mijn herte geslooten waerby
Als de ziele haer gaet in God verlusten,
het Lichaem sal in der hoope rusten.
Hierom doet met my uwen wille nu heere verheven,
En gebied dat mijnen geest in vrede werde ontfaen:
Want 't is my oorbaerlicker te sterven dan te leven,
O heere al heb ick veel boosheden en sonden bedreven,
Laet my met den Moordenaer in u gedachten staen,
Nu ghy in u Rijck zyd, dat nied en sal vergaen,
My roud dat ick in uwen wijngaerd nied en quam eer
Tis beter spade dan nimmermeer.
O Vader dat ghy gemaeckt hebt wild weder ondfangen,
O Sone neemd weder, dat ghy wijs van rade
hebt geregeerd, heylich-geest haeld uyd verstrangen
dien ghy bewaerd heb in alle zyn gangen,
O God Vader genade, o God Sone genade
O God heylige geest, …y sondaer in stade
Als my sal genaken …..ds Tempeest
heere in uwen handen b…. ick mijnen geest.
FINIS

Literatuur en bronnen:

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.