
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Op zaterdag 16 oktober 1943 hadden we de verwarming aangemaakt, doch deze wilde niet goed doorbranden. Zondag, het was afzondering, lag het vuur in de ketel te smeulen. Des ’s avonds voordat wij naar bed gingen, ging zr. Elisabeth als naar gewoonte nog even naar de ketel kijken, of hij soms helemaal uit was. Daar ze merkte dat er kolendamp in den kelder was, maakte zij direct de deur van de gang dicht, daar dan de kolendamp niet in het klooster zou dringen maar vermoedde geenszins dat het voor haar zelf het leven kon kosten. Haar eerwaarde ging gewoon naar den ketel kijken, en zag dat er wat vuur in was, pookte het wat op, waste haar handen, maar viel toen bewusteloos neer, en lag te kermen.
Zr. Maria Barbara hoorde dat er ergens een zuster kermde en ging rond zien hier en daar, tot dat de zuster merkte dat het in den kelder te doen was, zr. Maria Barbara waarschuwde zr. Maria Martina die ook nog beneden was, de overige zusters waren al reeds op de slaapzaal om zich ter ruste te begeven. Haar eerwaarde waarschuwde de zusters op de slaapzaal en zr. Maria Barbara en zr. Maria Martina begaven zich naar de kelder om hulp te verlenen. Ze hadden echter geen erg in de kolendamp en meenden dat zr. Maria Elisabeth flauw gevallen was. Zij wilden haar uit de kelder dragen, maar dat viel niet mee, want zr. Barbara was al een oude zuster. Zij werden beide ook door kolendamp bevangen en toen zij bijna boven op de trap waren, vielen zij ook bewusteloos in den kelder.
Detail van: Stadsarchief Oss nr. BER0471)
Ondertussen waren alle zusters beneden gekomen en met veel moeite gelukte het eindelijk de drie zusters uit de kelder te halen en ze naar buiten te dragen. Mijnheer rector werd gewaarschuwd, doch deze stelde ons gerust en gaf den raad de zusters maar rustig te laten liggen. Hij belde de dokter op, doch daar de huisdokter P. Thomkins in Berghem niet thuis was, werd dr. Verbeek in Oss gewaarschuwd, die onmiddellijk bereid was hulp te verlenen. De dokter zeide dat we goed gehandeld hadden met de zusters buiten te leggen maar, daar het nog al koud was, raadde hij ons de zusters binnen te dragen in de werkkamer en de ramen flink open te zetten. Daarna gaf hij de zusters een spuitje. Zr. Martina en zr. Barbara waren al gauw bij, maar zr. Elisabeth, die het langst in den kelder geweest was, was er het ergste aan toe. Zij raakte met verlof aan het braken en kermde maar ’t was akelig om te zien. De dokter liet de zusters wat wijn of koffie gebruiken en wat water om den mond te spoelen. Daar de zusters warm moesten worden werden bedden en dekens gehaald. Kruiken werden warm gemaakt – ’t was juist een hospitaal. Zr. Martina en zr. Barbara mochten eindelijk naar de slaapzaal worden gebracht, voor zr. Elisabeth vond de dokter beter ze op de ziekenkamer te leggen. Twintig minuten over twaalf vertrok de dokter en zijn ook wij weer naar bed gegaan.
Zr. Maria Clara en zr. Maria Humiliana waren ook even bewusteloos geweest, doch minder erg. Zr. Clara werd door den dokter op een stoel naar boven gedragen. ’s Anderen daags moesten de patiënten op advies van den dokter nog in bed blijven en lichte kost gebruiken.
Zr. Martina voelde zich toen al vrij goed en was ’s middags op gekomen. Zr. Elisabeth bleef nog in bed, maar voelde zich toch ook heel goed. Dinsdagmorgen waren de drie zusters allen in de heilige mis, en na nog wat rust gehouden te hebben, waren zij “spoedig weer geheel in orde”. “Deo gratias”.
Eind goed al goed.