Op de plycke stont geschreven Byden Coninck in syne Raede onderte: P.Berthem ende was daeraen hangende den voors. zegel in roden wassche etc. ende in dorso van den selven brieff stont: die president ende luyden van den camere van reeckeninghe in Brabant gesien hebbende den inhoude van desen wette ende hierop gehadt d’advys van Marten Fierlants raedt ende rentmeester generael der domeijnen van Brabant int quartier van sHertogenbossche hebben inden naeme ende van wegen henne hoocheden getaxeert ende taxeren by desen dat voor recognitie ende consente van desen tegenwoordigen octroije de Heer Henrick Holtrop Duyts Ordens Ridderen ende Commandeur tot Gemert eeuwelyck ende erffelyck sal betalen tot behoeff van haer vs. hoocheden acht ponden arthois in handen van den voors. [60r] Rentmeester ende sijne nacomelingen hen in officie ende tot dien eynde paesseren voor Leenmannen van sHertogenbossche syne verbantbrieven, verbindende tot dien eynde de erffgoederen die hy sal hebben gecocht totter fondatie op d’ander zijde vermelt, dien volgende soo syn dese tegenwoordighe brieven van octroij inder voors. camere geregistreert in ’t register boven geintituleert ‘registre de litteris dad vertissements et nouveau acquastet commancent Lan xvi c huict fol. xxxi et sequentibus – Actum tot Brussele etc. bovere (?) vande voors. camere den xviii februari 1614 ondertekent A. de Zoete – Soo ist dat op heden datum deses is gecompareert geweest voor den voors. Marten Fierlants raedr ende rentmeester generael van haere voors. hoocheden ende domeijnen int quartier van sHertogenbossche ten overstaen ende int bywesen van Heeren Leenmannen naergenoemt d’Eersame Hendrick van Soerendonck notaris openbaer ende inwonende borger deser voors. Stadt van s’Hertogenbossche als tot tgene
maar eerst de tussentekst:
De Gemertse Beursen boven fol.381 gementioneert te hebben seeckere thienden tot haer profijt gelegen tot Doorne welckers opdrachte ende octroij ende fundatie alhier tegenwoordigh is – siet fol.381 – de thiende is van oudts het ende noch ter tijdt verhuirt voor 25 mudde rogge ende 20 mudde boeckweijt – de commandeur heeft heeft mij geschreven dat de schoolmr. van Gemert 40 gl. soude toekomen uit de hoeve f. 381 ende dese thiende, te weeten ’t samen 40 gl. jaerlijx
[57] dien volgende bij opene brieven van octroije waere geconsenteert dat hij in plaetse van de voors. xii mille gulden ten behoeve ende ten sijne vs. soude mogen emploijeren ende aenleggen alleenlijck thien duysent rynsgulden eens, onder conditie als inde voors. opene brieven ende oock op den laste van in recognitie der selver gratien consent ende octroije t’eeuwigen daeghe jaerlicx ende altyt ten behoeve van wylen syn voors. majesteyt ende nacomelingen desselfs als Hertoghe
Aldus byder gratien Godts Coninck van Castilien van Arragon etc. Allen den geenen die dese onse tegenwoordigen brieven sullen sien ofte horen lesen saluijt – Doen te weten dat wy ontfangen hebben die supplicatie van onsen lieven ende beminde Heer Henrick van Ruijsschenberch Riddere Lantcommandeur vander Balien Biessen duijts ordens binnen onser Stadt van Maestricht ende met hem den Com [58] mandeur van Gemert, daerbij vertonende hoe dat die voors. Lantcommandeur tot meeder vorderinghe van onsen catolycken appostolycken roomschen gelove ende religie ende tot behulp vande arme catolycke studenten in synen dorpe ende heerlickheyt van Gemert voors. gelegen in onsen lande van Brabant heeft geerigeert ende gefondeert eene schole van arme catolycke studenten maer alsoo tot onderhout