Notaris-, schepen- en andere akten

85 Het voorkind van Augustin Henrix, uit zijn eerste huwelijk met wijlen Linneken Thonissen, genaamd Thrijneken, geassisteerd door haar mombers Lambert Jan Lamberts en Rut Henrix aan de ene kant en de vier nakinderen van Augustin Henrix, uit zijn tweede huwelijk met wijlen Hilleken Jacobs, geassisteerd door hun mombers Ruth Henrix en Jan Jacobs, aan de andere kant; maken een akte van eenkindschap; Het voorkind krijgt een erfenis van haar beste ouders. De nakinderen krijgen ieder 50 Caroli gulden, zodra ze volwassen worden. Als een van de kinderen komt te overlijden voor die tijd, dan vervalt dat bedrag aan de volle boedel. Voor de rest worden allen kinderen gelijk bedeeld.

202 Josephus Adriaan Rijkers en Huijberdina Martinus Pittens, weduwe van Aart van Tiel, beiden bruidegom en bruid, de bruid geassisteerd door haar genoemde bruidegom ter eene en Johannes Martinus Pittens en Peter van Schijndel in qualiteit als momboiren over het minderjarige kind van genoemde Huijberdina Martinus Pittens in eerste huwelijk verwekt bij genoemde Aard van Tiel ter andere zijde. Echtelieden willen een eenkindschap formeren onder approbatie van Mr. A. van Bree drossaard en oppermomboir der weduwen en wezen en wel op de volgende wijze. Ook Maria Jogghems, weduwe van Martinus Pittens, echtelieden, geassisteerd door Otto Richelle, moeder van gemelde Huijberdina Pittens en vervolgens grootmoeder van genoemde minderjarige kind, verscheen voor schepenen en verklaart genoegen te nemen met het eenkindschap. Door haar nagelaten goederen aan haar dochter Huijbertina Pittens en bij overlijden aan haar minderjarige kind in de gemene boedel van Joseph Adriaan Rijkers en Huijberdina Martinus Pittens zal worden gebracht. Verders overgaande tot hetgene echtelieden en voogden ter andere zijde hebben geconvenieerd. Ten eerste dat aan het minderjarige kind, zodra het mondig of tot staat zal zijn gekomen ƒ 5 uitgekeerd zal moeten worden. Ten tweede dat het minderjarige kind zal moeten worden onderhouden door echtelieden tot zijn mondige jaren of tot het tot staat zal zijn gekomen. Ten derde dat het kind uit voornoemd eerste huwelijk en de te verwekken kinderen uit dat huwelijk gevolglijk in alles als volle broeders en zusters geconsidereerd zullen worden. Ten vierde dat als uit dit huwelijk geen kind of kinderen verwekt zullen worden het voorkind geconsidereerd zal worden als een kind uit dit huwelijk. Momboiren verklaren dat het minderjarige kind niet is benadeeld maar ter contrarie wel bevoordeeld.

201 Wilhelmus Huijpert Vermeulen, weduwnaar van Johanna Dries Geurds van den Burgh en Magdalena Gijsbert van den Bogaard, geassisteerd met gemelde Wilh. Huijpert Vermeulen ter eenere en Gerit Daverveld en Hendrikus van der Pas, aangestelde momboiren over de twee minderjarige kinderen van genoemde Wilhelmus Huijpert Vermeulen in eerste huwelijk verwekt bij Johanna Dries van den Burgh ter andere zijde. Voorschreven echtelieden willen met de momboiren van de minderjarige voorschrevenen een eenkindschap formeren onder approbatie van Mr. A. van Bree drossaard en oppermomboir der weduwen en wezen. Ten eerste, dat door de echtelieden ter eenre aan de twee onmondige kinderen ter andere zijde zodra ze mondig of tot staat zullen zijn gekomen, zal moeten uitgekeerd worden een somma van ƒ 25, wel te verstaan ƒ 12,50 aan ieder en bij vooroverlijden van een van beiden de langst levende de ƒ 25 alleen zal genieten. Ten tweede dat de twee voorkinderen ter andere zijde door de echtelieden teer eenre zullen moeten worden onderhouden en geallimenteerd tot hunne mondige jaren. Ten derde dat de voorkinderen en de te verwekken kinderen in alles als volle broeders en zusters geconsidereerd zullen worden. Ten vierde dat als uit dit huwelijk geen kind of kinderen verwekt worden de voorkinderen beschouwd worden als kinderen uit dit huwelijk.

187 Peeter Ceelen, weduwnaar van Anna Maria Jan de Keemer, thans bruidegom en Wilhelmina Arnoldus Aart Rommen bruid voor zo ver geassisteerd met haar bruidegom ter eene, alsmede Peter van der Wijst en Otto Richelle in kwaliteit als momboiren over de drie onmondige kinderen van voorschreven Peeter Ceelen in eerste huwelijk verwekt bij zijne voorschreven overleden vrouw Anna Maria Jan de Keemer ter andere zijde. Voorschreven echtelieden willen met de voorschreven momboiren van de drie minderjarigen eenkindschap formeren onder approbatie van Mr. A. van Bree oppermomboir over weduwen en wezen en wel op de volgende wijze: Primo. Dat de kinderen uit voornoemde eerste huwelijk en de kinderen die uit dit huwelijk verwekt worden zullen beschouwd worden als kinderen uit hetzelfde huwelijk verwekt. Gevolglijk worden zij in alles geconsidereerd als volle zusters en broeders. Secundo. Dat, als uit dit huwelijk geen kind of kinderen verwekt worden, de voorkinderen geconsidereerd zullen worden als kinderen uit dit huwelijk en alle gerede en ongerede goederen door hun stiefmoeder na te laten en met dood te ontruimen bij voorschreven voorkinderen ten andere zijde geërfd en gedeeld worden.