Notaris-, schepen- en andere akten

140 Cornelis Adriaensen Verhulst laat testament opmaken. Hij is gezond van geest, maar ligt ziek in bed in huis van zijn zus Heijltje Adriaans Verhulst weduwe Anthonij Hendrick Smolders. Hij legateert aan zus Heijltje 90 gulden voor haar trouwe dienst gedurend zijn ziekbed. Dit bedrag moet worden verkregen uit verkoop van nalatenschap. Hij benoemt zijn broer en twee zussen tot zijn universele erfgenamen en ook kinderen van zijn andere broer die reeds is overleden, elk voor een gelijk deel.

136 Cornelia Penecamp, meerderjarige dochter wonend te ’s-Hertogenbosch laat testament opmaken. Zij is gezond van lichaam en geest. Met dit testament legateert zij: aan weduwe van Benjamin Tillins, voormalig predikant te Hilvarenbeek haar zwarte zijden vestkleed; aan oudste dochter van de Franse schoolmeester Martinet genaamd Jenette Martinet haar witte rok en wit gestikte slaapborstrok; aan Elisabeth Bel, wonend te Gemonde haar eiken kast ingelegd met noten hout; aan Anthonetta van Esch weduwe Simon Bies, wonend Middelburg al haar goud en zilver; aan Johan Steven Dompzelaar, secretaris te Helvoirt portret van wijlen kapitein Hendrick Penecamp; aan vrouw van Johan Steven van Dompzelaar koperen theepot en haar porselein met rekje waar porselein in staat; aan zijn dochter Maria van Dompzelaar haar kanten muts; aan Simon van den Boogaart bij wie Cornelia in woont 25 gulden voor diensten die hij bij verzorgen van haar begrafenis zal verrichten (waarvan ze aparte memorie heeft opgeschreven); aan echtgenote van Jan Klincken en echtgenote van Martijn Krijgers, beiden wonend te Baardwijk doordeweekse jas en rok; aan haar nicht Catharina van Vuerden al haar kleren en haar bed met toebehoren. Ze benoemt Petronella van Vuerden getrouwd met Jacobus van Ulffen en Dirck van Vuerden, wonend te Middelburg en genoemde Catharina van Vuerden tot haar universele erfgenamen elk voor derde deel. Als executeur testamentair benoemt ze Johan Steven van Dompzelaar. Hij krijgt daarvoor vergoeding van 25 gulden.

134 Johan Hartongh, stadhouder binnen kwartier Oisterwijk en zijn vrouw Hester van Zijpesteijn, wonend te Oisterwijk laten testament opmaken door schepenen van Helvoirt. Het betreft langstlevende testament waardoor langstlevende van hun beide universeel erfgenaam wordt van alle goederen die zij gedurende hun huwelijk in gemeenschap hebben bezeten. Na dood van langstlevende gaat hun nalatenschap voor ene helft naar Sebastiaan Frederik ’t Hooft en andere helft naar Jacobus ’t Hooft, luitenant-kapitein in het Statenleger. Mocht Jacobus overlijden voor overlijden van langstlevende dan gaat dat tweede deel naar zijn kinderen. Mocht Sebastiaan komen te overlijden voor overlijden van langstlevende zonder kinderen na te laten dan gaat zijn deel naar Jacobus en anders naar zijn kinderen. De broer van Hester van Zijpesteijn, Hendrick van Zijpesteijn, predikant te Montfoort (Utrecht) ontvangt legaat van 1000 gulden.

129 Adriaan Jansen Meijs en zijn vrouw Petronella Willems van Ravesteijn, wonend te Nieuwkuijk laten testament opmaken. Beiden zijn gezond van lichaam en geest. Zij verklaren alle eerder gemaakte testamenten nietig, in het bijzonder testament dat zij op 6-12-1696 hebben laten opmaken door de schepenen van heerlijkheid Nieuwkuijk. Het nieuwe testament is langstlevende testament waardoor langstlevende van hun beide universeel erfgenaam wordt van alle goederen die zij gedurende hun huwelijk in gemeenschap hebben bezeten. Na dood van langstlevende zal hun nalatenschap in twee gelijke delen worden gesplitst. De ene helft gaat naar kinderen van broers van Petronella van Ravesteijn, Jan en Theunis Willems van Ravesteijn hoofdsgewijs en naar haar zuster Elisabeth Willems van Ravesteijn getrouwd met Adriaan Gijsbert van Wijk. Elisabeth heeft geen kinderen; zij krijgt drie kindsdelen. Mocht zij echter komen te overlijden voor overlijden van langstlevende, dan gaat haar deel naar kinderen van Jan en Theunis. De andere helft gaat naar zus van Adriaan Meijs, Gijsbertje Jansen Meijs getrouwd met Jan Hendricx van Engelen en wel in vruchtgebruik. Na het overlijden van Gijsbertje gaat dit deel naar kinderen van Gijsbert de Pint, kinderen van Gerrit de Pint, kinderen van Maria Willem Meijs getrouwd met Willem Mimp en kinderen van Jan Willem Meijs, hoofdsgewijs. Mocht Gijsbertje komen te overlijden voor overlijden van langstlevende dan kunnen Maria en Jan Willem Meijs vruchtgebruik krijgen over goederen die hun kinderen is toebedeeld. Voorts legateren zij aan hun nicht Theuntje Jans van Ravesteijn na hun beider overlijden voor haar trouwe diensten gedurende alle jaren perceel akkerland te Nieuwkuijk, dat haar vader had toebehoord, wollen kleren van Petronella van Ravesteijn, nieuw spinnenwiel, koperen melkkan, beste koe en beste bed met grote kast en ook nog het huis met aangelegen land te Nieuwkuijk.