Notaris-, schepen- en andere akten

82 'In deser vueghen naevolgende soo syn voor schepenen ondergeschreven tsamenderhandt vergadert sommighe in hennen eyghenen ende propren persoonen ende sommighe door procuratie wittelyck voor schepenen gepasseert ende ons gebleken, die rechte vrienden ende erffgenaemen van Jan Martens ende Bertken synder wittigher huysvrouwe ter eenre seyde, ende Hanrick Arien Lenerts natuerlycke soone van wylen Lysken wittighe dochter Jan Mertens voorschreven verweckt by Bertken synder huysvrouwe ter andere syde', en hebben met elkaar een accoord gesloten 'belanghende die twee delen der guederen van Lijsken Jan Mertens voorschreven, van welcke twee delen voorschreven het dorden deel den voorschreven natuerycke soone Hanrick Arien Lenerts met recht is toecompeterende soo men verclaerden.
Van welcke twee delen der guederen gecomen synde van Lysken Jan Mertens, ende nu in haer gebruyck heeft Meriken weduwe wylen Gerit Jans alias Jonckers die voorschreven erffgenamen den voorschreven Henrick Arien Lenerts toegevuecht om daer mede synen wille moghen doen het vierendeel der voorschreven II gedelten ende allen guederen van de voorschreven Lysken gecomen synde hebben (altyts nochtans egeen actie pretenderende op syns Hanrick Ariens gedeelte van die drie gedeelten yerst verhaelt) dat te weten op sulx conditien dat Hanrick Ariens Lenerts gehouden sal syn met die anderen erffgenaemen te verschieten ende allen costen ende lasten helpen draghen, soo veele syne portie gedraeghen sal en (oft van noode waer) met recht de voorschreven Meriken, gebruyckersse, vuyt het gebruyck der selver voorschreven guederen (welck sy vercleren als gerechte erffgenaemen hen te te competeren ende op hen te devolueren) te cryghen.

77 Anna weduwe van Danelt Willem Jans met 'haeren swaegher' Tonis Geerlyckx aan de ene zijde, en Aelken weduwe van Willem Danelt Willemsen aan de andere zijde, hebben voor schepenen van Vechel Peter Gysberts en Mathys Danelys van Looken een accoord gesloten, 'belangende sekere vuytsetsel welcke Aelken voorscreven pretendeert van haers overleden mans weghen van die voorscheven Anna Danelts haer toe te competeren'. Anna heeft Aelken beloofd met Pasen 23 Carolus gulden te betalen. Na de dood van Anna zal het kind genoemd Magdalena verwekt bij Aelken de goederen van Anna Danelts erven. Aelken heeft beloofd dat zij haar kind zal onderhouden.
Getuigen: Peter Gysberts en Mathys Danelts, schepenen in Vechel

34 Bartholomeus Jan Bartholomeessen aan de ene zijde, en Jan Jan Melissen als man van Anna, wylen dochter van wylen Jan Aert Philipsen, en Hanrick Woutersen als man van Jenneken, weduwe van wylen Henrick Jan Aert Philipsen, aan de andere zijde met nog anderen, hebben met elkaar een accoord gesloten 'ter caussen van een erffmudde rogghe van eenen meerderen pacht van twee mudden rogghen, om welcke pacht voorscreven ses jaer lanck proces tysschen parthijen, ende alnoch onbeslicht synde, is geweest. Maer om te voorhueden die groote ende expenssive costen ende moeten te schouwen, soo is gesecht ende in het accoordt geslooten dat' Bartholomeeus Jans aan Jan Jan Melissen als man van Anna jaarlijks 3 vaten rogge zal betalen gaande uit de onderpanden. Ook zal hij nog eenmalig 25 Carolus gulden betalen aan Jan Jan Melis voorschreven. Ook zal Bartholomeus Jans aan Hanrick Wouters van Rooij als man van Enneken jaarlijks 3 vaten rogge betalen, en een eenmalig bedrag van 25 Carolus gulden. Ook zal Bartholomeus betalen aan Jan Aerts jaarijks 3 vaten rogge en een eenmalig bedrag van 25 gulden.
Getuigen: Huybert Willem Jans en Mathys Dnaelts, schepenen in Vechel

21 In aanwezigheid van Huybert Willem Jans en Mathys Danelts, 'schepenen in Vechel', hebben meester Steven Hanricksen en Jenneke Gerit Wynen in Veghel ten huize van Pauwels Goorts 'bij tusschen spreken van goede mannen daer toe in wederseyde genoomen, met malcanderen overcoomen, verleken ende geaccordeert nopende de onderhoudinge ende opvoedinghe des natuerlyckx bastaerts dochter van meester Steven, genoempt Geritken verweckt bij Jenneken Gerit Weijnen voerscreven ende voorts van alles ter caussen van dien selven of mochten gemoveert soude moghen wordden, onder alsulcken conditien dat meester Steven Jenneken voorscreven daer voor ende tot dien fine sal geven eens ende terstondt de somme van vyff ende seventich Carolus guldens in goede gevalueerde gelde, dat sy het kijnt daer voer opvoeden sal gelyck sy daer eer af hebben wil. Item alnoch heeft meester Steven, al waer ’t oock sake dat die moeder quam te sterven, gelooft dat hij Geritken syn naturelycke ende bastaerdt dochter, als sy tot enighe lofbaere ende geapprobeerde staedt sal gecomen syn te geven ende by synder afflivicheyt wilt ende begerdt gelegateert ende gegeven te hebben eens die somme van XXV Carolus gulden.'
Getuigen: als voor