Schepenen van Oerle oorkonden dat Corstiaen Jannes Leyten soen opgedragen heeft aan heer Henrick van Eyck, meester en provisor van het godshuis van Postel, ten behoeve van de hoeve van Steensel, toekomend het godshuis, een heideveld geheten Den B[...]macker in Steensel, gelegen aan twee kanten aan de openbare weg.
Schepenen van Eersel oorkonden dat Jan Dierick Loyen soen met zijn zuster Lijsbet, wonend in Casteren, schuldig is aan het godshuis van Postel een erfpacht van 4 lopen rogge uit een beemd, gelegen in Casteren aan de straat.
Aegidius de Taxillis, apostolisch notaris, instrumenteert dat op 13 juni 1628 heer Joannes Roberti, abt van Floreffe en vaderabt van Postel, heer Joannes du Chesne als abt van Postel heeft bevestigd en geïnstalleerd in aanwezigheid van heer Natalis de Rosimont, apostolisch protonotaris en deken van Fosses, heer Henricus Gregori, kanunnik daar, en de sindicus van de gekozene, heer Leonardus Lathour, en heer Franciscus Pochet, kanunniken van Fosses, en heer Joannes Caslot, baljuw van Sautour, met uitgebreide beschrijving van de uitgevoerde ceremomonie en afgelegde belofte. Gedaan in het klooster van Floreffe met als getuigen heer Laurentius de la Tour, heer Franciscus Pochez, kanunniken van Fosses, en heer Joannes Caslot, baljuw van Sautour.
Schepenen van Asten oorkonden dat ze voor 300 gulden verkocht hebben aan Rut Kyebels en Goert Symens een erflijke rente van 12 mauwer rogge.
Gerardus de Eijck, zoon van Rutgerus, had in zijn testament onder meer verklaard dat de uitvoerders van zijn testament onmiddellijk na zijn dood voor 112 rijnsgulden moesten kopen ten behoeve van het huis van Postel een stukje beemd in Someren om toe te voegen aan de hoeve Ter Hostat tot gebruik van de pachter. Bij niet-naleving moest een derde naar het Groot Gasthuis in 's-Hertogenbosch gaan, een derde naar de Tafel van de Heilige Geest daar en het andere derde deel naar de Tafel van de Heilige Geest in Someren. Daarom hebben de executeurs-testamenair, heer Henricus zoon van Johannes Mathei van den Hout en Henricus die Bruyn, priesters, voor schepenen van 's-Hertogenbosch deze beemd in Someren, ter plaatse geheten Aen die Wansdonck, grenzend aan goed van Postel, en een beemd daar, grenzend aan goed van Postel en een openbaar water daar, geheten Die Aa, overgedragen aan meester Peter van Os ten behoeve van het huis van Postel onder genoemde voorwaarden.
Schepenen van Eersel oorkonden dat Wouter Art Loys, wonend in Casteren, schuldig is aan het godshuis van Postel een erfpacht van 2 lopen rogge uit een beemd, gelegen in Casteren aan een gemene beek, de gemene straat en de schuur van Wouter, en uit een huis en hof, gelegen in Casteren aan een gemene kerkpad en goed van het godshuis van Postel, zoals Postel deze pacht al eerder bezat.
Schepenen van Someren oorkonden dat Johan Dirck Ghielensoen alias van Ruth overgedragen heeft, voor zijn schuld aan de provisor van Postel van 58 gulden en 19 stuiver, aan heer Huijbrecht Sijmonaert, meester en provisor van het godshuis van Postel, een stuk beemd in Someren bij dEckerbroeck, grenzend aan goed van het godshuis van Postel.
Schepenen van Someren oorkonden dat Willem die Bruyn overgedragen heeft aan Dirck Dirc Danele ten behoeve van het godshuis van Postel een weg in Die Voert, aansluitend aan de gemene straat, van 1 roede breed en 10 roeden lang.
Isabel Clara Eugenia, infante van Spanje, aartshertogin van Oostenrijk, oorkondt aan de prior en religieuzen van de Abdij van Postel dat ze wegens het overlijden van abt Rombout Colibrant instemt met diens opvolger frater Jean du Chesne, voormalig pastoor van Sautour. Gegeven te Brussel.
Schepenen van Eersel oorkonden dat Willem Jans Jongenssoen, wonend in Steensel, verklaard heeft jaarlijks schuldig te zijn aan het godshuis van Postel een erfpacht van een halve mud rogge uit een bocht aan de gemeint van Steensel.