Archieven

63 Op 10 maart 1776 maakt Rudolphus Lemmens, wettige zoon van Arnoldus Lemmens en Wilhelmina Lijtjes, geboren te Boxmeer thans pastoor te St. Anthonis, ziek te bedde maar bij volle memorie zijn testament. Hij wil dat zijn lichaam in gewijde aard wordt begraven. Hij legateert aan het Bisschoppelijk seminarie te Roermond, voor missen in de kerk f. 200,-. Voor de priesters die de begrafenis mis verzorgen f. 100,-. Aan de kloosters die jaarlijks statie hebben in St. Anthonis zoals Maastricht, Calcar, Cleve, Boxmeer en Venray veertig missen. Een legaat aan armen van Sint Anthonis en Boxmeer zijn geboorteplaats. Erfgenamen zijn de kinderen van de broer van zijn vader met name Hubertus Lemmens, Joannes Lemmens, Peter Lemmens en Jacobus Lemmens; Walter Lemmens zoon van bloed neef Hendrik Lemmens; de kinderen van bloednicht Gertuijt Lemmens; Jan van der Bruggen zoon van Theodora Lemmens en de kinderen van Anna Catharina Lemmens. Verder van de kant van zijn moeder de bloedooms Jacobus Lijtjes en Peter Lijtjes; de kinderen van Hendrik Lijtjens, Elisabeth Lijtjens en Joanna Lijtjens, verder de kinderen van Hendrik van Rosmeulen, Jan Deenen en Jan Claassen. Wilhelmina Lijtjens, dochter van Hendrik en vrouw van Matthijs Lovendaal krijgt behalve haar portie ook nog het cabinet en verdere meubilaire goederen, beddegoed, tafellakens en servetten. Mocht een van de erfgenamen overlijden zonder iemand na te laten dan dat portie aan de pastoor en de kapelaan voor het lezen van missen. Verder legaat aan armmeesters voor het bakken van brood voor de armen. Aan zijn dienstmeid die bij hem zal wonen als hij sterft f. 75,-. Drossaard De Raet benoemd hij als executeur van zijn testament en hij krijgt daarvoor f. 150,- buiten de te maken kosten. Verklaring van schepenen van Sint Anthonis dat zij testament op 15 maart ongeschonden hebben aangetroffen en in het bijzijn van Drossaard De Raet hebben geopend.