Archieven

55 Memorie van Mr. H.J. van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh advocaat fiscaal van Brabant met een zéér uitvoerig relaas over schepenen van Helmond H.D. van Hogerlinden, N.Walkart en H.Cromzigt van de ware gereformeerde religie die zich in 1788 hadden gewend tot de Ho: Mo: in de hoop dat die de Heer van Helmond zouden gelieven aan te schrijven om in de plaats van de roomse president-schepen iemand te benoemen uit de groep der gereformeerden, wat tevens gold voor schepenen en dekens van de ambachten [3 tekstkolommen]. – zie ook folio 704 reactie van H.J.van Oldenbarneveld [3 tekstkolommen]

38 Missive van H.Tromp secretaris van de stad Helmond i.v.m. een ‘questieuze kist’ om die te mogen openen en nader te onderzoeken – zie ook de folio’s 214, 256325 en 450 waar gesproken wordt over een kist met 400 of meer ponden van een zekere stof om daaruit door de scheikunde goud te worden getrokken die te Helmond klandistien in ingevoerd

32 Rekest van Mr. Librecht Johan Blok advocaat van het Hof van Justitie in Holland, zijnde lidmaat van de ware gereformeerde religie zoals blijkt uit de bijgevoegde attestatie, en die is aangesteld door Carel Frederik Wesselman Heer van de stad en vrijheid Helmond, vermits de vrijwillige afstand van Watsesibius van Andringa tot drossaard en schout van Helmond en tot stadhouder van de leen- en laatbank aldaar volgens de commissie dd. 7 mei 1791 alsmede door Mr. Gysbert de Jong Heer der heerlijkheid Beek en Donk vermits de vrijwillige afstand van Benjamin de Jong tot drossaard en schout van Beek en Donk volgens de commissie van 11 mei 1791 en de suppliant verzoekt om de approbatie van de Ho: Mo; t.a.v. die aanstellingen; een kopie gaat naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken. – zie ook folio 447

44 Rekest van de borgemeesters en dekens van de stad Helmond inhoudende dat in 1738 tot schutter en nachtroeper is aangesteld te Helmond een zekere Fredericus Hermans zijnde van de roomse religie en dat zich in 1740 bij rekest heeft gewend aan haar Ho: Mo: een zekere Hendrick de Ruyter geboortig van Zutphen zijnde van de ware christelijke gereformeerde religie, verzoekende dat hij suppliant, ofschoon geen Brabander zijnde, mocht worden aangesteld tot schutte ren nachtroeper aldaar in de plaats van genoemde Fredericus Hermans; de Ho: Mo; hebben toen informatie ingewonnen en advies bij de Raad van Brabant op een missive van J. de Cassemajor; de regenten hebben verzocht dat men Frederick Hermans in zijn ambt zou willen aanvaarden en als schutter en nachtroeper te beëdigen en het verzoek van De Ruyter af te wijzen; de regenten vroegen bovendien de drossaard van Helmond H.A. van Adrichem te gelasten om de supplianten mbt tot het aanstellen of amoveren van de schutters- en nachtroepersplaats niet te bemoeilijken; een kopie van dat rekest zal gezonden worden aan de drossaard van de stad Helmond. – zie ook folio 522