Archieven

134 Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen Wevering van Holij op een rekest van Willem Benjamin de Guij kolonel van een regiment infanterie en commandeur der stad ’s-Hertogenbosch met een verzoek aan de Ed: Mo: om de regenten van Den Dungen, Sint Michielsgestel, Boxtel, Schijndel, Vught, Helvoirt, Udenhout, Enschot, Berkel, Heukelom, Haaren, Esch en Rosmalen te betalen al hetgeen de voorgangers van de suppliant hebben genoten wegens enige kleinigheden en dit jaarlijks te continueren

12 Schrijven aan de officier van de municipaliteiten Vught, Haaren, Helvoirt en Esch n.a.v. klachten omtrent de rivier de Leij die, komende van Esservoort door het Molenbroek tot het brugske aan het erf van Mastenbroek, geheel is vervuild en verzand.

6 Een zéér uitvoerig stuk te beschouwen als een reglement op het gebruik van de heide te Esch nl. de geburen van Esch maar ook enige personen uit Vught, Haaren en Helvoirt. De aanhef wordt gevolgd door een memorie van die personen die niet staan geregistreerd op de lijst van de regenten van Esch waarbij genoemd worden: Johannes Watering met zijn hoeve onder de parochie Vught Sint Peters genaamd ’t Schoir volgens een transport van 11 aug. 1685; Maria van Berkel weduwe vanFrancois Potters met haar hoeve genaamd de Bussche Hoeve te Vught onder Bergenshuijse volgens een verklaring van 16 juli 1761; de juffrouwen van der Meulen met haar hoeve genaamd de Slangwortel te Vught ter plaatse genaamd de Slangewortel volgens een verklaring van 16 juli 1761; Cornelis van Warmont met zijn hoeve genaamd de Backhoeve te Vught ter plaatse genaamd de Vughtsehoeve, eveneens volgens een verklaring van 16 juli 1761; Godefridus van de Ven met zijn hoeve genaamd de Oude Hofstad gelegen onder Vught Sint Peters aan de Bossche Vonder blijkens een akte van 29 maart 1661 tussen Frederik Couraljon de Massin enerzijds en de regenten van Esch anderzijds; Francois van Baalen en Gijsbertus Paymans met hun hoeve in de Vughtse Hoeve volgens een declaratoir van de schepenen van Vught dd. 16 juli 1761 en een hoeve ter plaatse Bergenshuijse; de kinderen van Mattijs van der Bruggen met een hoeve onder Bergenshuijse genaamd de Hofstede. Daarna volgt het reglement in 9 artikelen over het gebruik van de heide te Esch tussen de genoemde palen zoals die zijn vastgesteld in 1314, waarbij genoemd worden het dorp Esch, het dorp Helvoirt, de dijk tot de woonstede of hoeve van een zekere Bertman, van daar tot de laatste sloot van een zekere Amely van der Hoeven van daar tot de laatste paal van de grond van Gijselbert zoon van Beatrix en van die paal tot aan de weide van Rijnier van Eenhoide.

156 Declaratie van de heer procureur Johan Verster de Balbian i.v.m. boetes binnen het jachtgebied van de Heer van Nemerlaer Isaacq baron Cromstrom nl. de wildbaan van Haaren, Oisterwijk, Udenhout, Berkel, Heukelom, Helvoirt en Esch.