Archieven

321 Jan Wouter Costiaens (36) en Hendersken, dochter van Wouter Corsten (33) uit Liempde met een verklaring t.b.v. Johan van Middegael, ook uit Liempde, dat de requirant bij hen inwoont op de kamer en dat zij heel goed weten, dat meester Arendt, koster en schoolmeester te Liempde op 14-12-1662 ’s morgens omtrent 8 of 9 uur bij hem in huis is geweest, enigszins beschonken zijnde, maar Jan Wouters heeft de dronken meester Arendt buiten de deur gezet en de deur gesloten, maar de schoolmeester-koster wilde weer opnieuw binnen gelaten worden en heeft met geweld de deur open gestoten en was naar binnen gegaan met een bloot mes in de hand en recht naar de kamerdeur gelopen van de requirant Johan van Middegael en onder dreiging met zijn mes, heeft hij tegen Johan geroepen: “Sa compter aff gij fiel, compter aff hebdij het herdt” en meer van dergelijke spottende of honende woorden en beducht voor een ongeluk heeft met name Jan Wouters tegen meester Arendt gezegd: “Wech, wech, ick en heb met u ruesinge in mijns huijs niet te doen, wildij luij reusingh maecken, dat doet op de Straerh, ick en wil oock op mijn deure niet geslagen hebben.” Daarna is meester Arendt het huis uitgegaan en eenmaal op straat zijnde, heeft hij geroepen, zelfs overluid: “U hoeff en doogh niet, icj salt aen schout en scepenen besteecken, dat gij se niet sult connen vercopen, ick sal se ontslaen” en meer van dergelijke woorden, die de attestanten niet meer precies onthouden hebben—niet gedateerd.

67 Jonker Aurelius Augustinus Turck (Turch) in de parochie Liempde heeft gemachtigd Willem van Oudenhoven, notaris te ’s-Hertogenbosch om namens hem voor de Bossche schepenbank te compareren bij wijze van borgtocht te verbinden en te verobligeren de hoeve van jonker Aurelius bestaande in “eene steene huijsinge ende hoff bij sijn Ed. selffs bewoont ende gebruijckt werdende, mitsgaders brouwhuijs, schuere, scop, verckenskoije, backhuijs ende landerijen soo aen teulland groot in de 50 lopensaet ende weijlanden groot 50 lopensaet ende hoijlanden mede in de 50 lopensaet” te Liempde en dat voor een som aan penningen als de genoemde jonker en zijn broer bij testament gelegateerd van joffrouwe Magdalena Stickers en van de heer Silvester Heerman als erfgenamen van joffrouwe Stickers. Getuigen: Mr. Anthoni Vermeulen en Gerit Janssen van der Loo.

4 Claes Peters op de Hoeff (52); Margriet weduwe van Hendrick Corstiaen Marcus (65) en Peter Lamberts (72) te Liempde met een aanvullende verklaring in verband met de Wijenhoff. Getuigen: Dirck Handrickx en Goyaert Jan Zegers. [Zie ook vorige akte]

3 Handrick Peter Scutkens (72); Peter Handricx de Bresser (70); Arien Mathijssen (59); Laureijs Wouter Corsten (59); Marten Gevers (60); Anthonis Jan Goyaerts (69) en Marten Marten Ariens (50), die allen kerkmeester zijn geweest te Liempde met verklaring ten behoeve van schepenen, borgemeesters en regeerders van Liempde, dat het hen wel bekend is, dat circa 44 of 45 jaar geleden in de Liemdse Ackeren genoempt de Vrillicovens Ackeren een “ harden ongebroocken dries of groesplack gemeijnlijck genoempt den Wijenhoff, groot 3 lopense” was gelegen waar alleman die het beliefde boekweit op dorstte, schapen en beesten hooide en aldaar lag als een stuk “gemeijnt”, zonder dat men wist wie daar het erfrecht van had en omdat de kerk van Liempde in die tijd weinig inkomsten had en het merendeel werd gerepareerd vanuit gemeentepenningen en werd onderhouden, zo is destijds met volledige goedkeuring van ingezetenen en naburen deze dries gebroken en als teulland verhuurd tot profijt van de kerk en werd de gemeente Ontlast. De kerkmeesters hebben hem sindsdien altijd verhuurd en hebben zowel voor als na de reductie van ’s-Hertogenbosch ook altijd een perceel akkerland verhuurd, genoempt “de Plissert”, groot omtrent 24 roeden (roijen) en ook nog de helft van een stuk akkerland genoempt “den Neep”, waarvan de andere helft toebehoort aan de Tafel van de Heilige Geest. Getuigen: Dirck Willems en Willem Arien Philipssen.