Archieven

154 Notaris: Omdat het bestuur van Berlicom zich heeft vergewaardigd om landerijen op te meten die toebehoren aan de erfgenamen en kinderen van wijlen jonker Peter van Gestel gelegen in de jurisdictie van Schijndel volgens het octrooi dat Schijndel daarvan heeft en zoals aan wijlen jonker Hendrick Franssen van Gestel was verkocht geweest en uitgegeven, waarbij die van Berlicom deze landerijen, houtvelden en huizen proberen onder hen te trekken en op die manier het vredige bezit ervan verstoren, verzoeken wij om hen deze aanzegging te overhandigen over deze verstoring van de rechten van Schijndel daarin en als de regeerders van Berlicom hierin verder doorgaan, zal Schijndel naar bevind van zaken handelen en wij tekenen alvast bezwaar aan voor de te lijden schade en te maken kosten. Stelt hierover relaas van het gebeuren.
Deze kennisgeving is op 3 oktober 1643 gedaan aan Wouter Aert Daniels als president van Berlicom die mij notaris heeft geantwoord dat hij dit verzoek zal overhandigen en daarna aan mij notaris antwoord zal geven. Quod attestor Alexander de Gram notaris publicus. Ondertekend: A. de Gram.

153 Voor mij notaris en getuigen verscheen Jan Hendrick Rutten inwoner van Den Dungen oud ca. 60 jaar, zijnde te goeder naam en faam bekend staande en heeft op verzoek van schout en schepenen en bestuurders van Schijndel een verklaring afgelegd. Het is nu ongeveer 20 of 23 jaar geleden dat hij attestant heeft gezien dat die van Schijndel de sloot hebben komen schouwen lopend langs het Donker Woudt door diverse velden tot onder het Sporcks Broeksken. De attestant verklaart dat hij destijds zelf gezworen dijkmeester is geweest voor Den Dungen en daar altijd met de andere dijkmeesters de ene kant van die sloot heeft geschouwd en de regeerders van Schijndel de andere zijde. Hij is bereid om zijn verklaring later onder ede te bevestigen. Aldus geschied in Den Dungen op 22 september 1643 in aanwezigheid van Jan Janssen Spierincks en Peter Arien Peter Claessen als getuigen. Ondertekend: dit merk is van Jan Hendrick Rutten, Jan Janssen Spierincks, Peter Adriaens, quod attestor A. de Gram openbaar notaris.

152 Voor mij notaris en getuigen Adriaen Peter Claessen oud ca. 42 jaar staande te goeder naam en faam bekend en heeft namens de inwoners van Den Dungen op verzoek van de schout, schepenen en bestuurders van Schijndel een verklaring afgelegd. Hij ontkent dat hij een attestatie zou hebben gedaan voor schepenen van Berlicom d.d. 16 maart 1643 waarin hij verklaard zou hebben dat hij de schout en secretaris van Schijndel de sloot of waterloop heeft zien schouwen lopend naast het Donker Woudt onderdoor het Sporcks Broeksken en dat hij comparant hen zou hebben aangesproken met de woorden "God vorder U heren, gaat gij schouwen?"en dat daarop geantwoord zou zijn met "Ja". Verder zou volgens de schout en schepenen de comparant gezien hebben dat de secretaris de pennekoker en papier in de hand had om de overtreders in de schouw op te schrijven, hetgeen de attestant zegt dat alles niet waar te zijn, integendeel verklaart hij niemand gekend te hebben. De comparant verklaart wel diverse personen te hebben gezien waartegen hij heeft gezegd "gij mannen goeden dag of God vorder U" en hij verklaart dat het niet waar is dat hij in die attestatie dag, maand of jaar zou hebben genoemd, deels vanwege het feit dat het zo lang was geleden dat hij die personen gezien heeft en verder omdat hij niet kan lezen of schrijven. Verder verklaart hij dat toen de secretaris van Berlicom alles voorlas dat die wel een dag en datum had genoemd en dat er sprake was van de secretaris en schout van Schijndel en toen heeft hij comparant daarop gezegd "waarom schrijft U hier de dag en de datum en dat ik de schout en de secretaris genoemd zou hebben, want ik zeg u dat ik dag noch tijd weet en dat ik niemand heb gekend". Daarop was hem comparant gezegd door de schepenen en de secretaris van Berlicom "maar wij weten die dag en datum wel en wij kennen ook de personen wel ". Daarop had de comparant gezegd "als gij het beter weet dan ik, waarom arresteert U mij dan om te getuigen?"

148 Voor mij notaris en getuigen verscheen Barbara dochter van wijlen Jan Jan Jacob Spierincks weduwe van Teunis Dircks oud ca. 60 jaar zijnde een geloofwaardige getuige en heeft op verzoek van de graaf van Teil (Tilly?) als heer van Berlicom, verklaard dat ze van jongsaf aan hier in Den Dungen heeft gewoond, behalve twee jaar in Berlicom, maar nooit heeft gehoord of geweten dat het bestuur van Schijndel gerechtigd zou zijn om een schouw te houden over de sloot komend van het Donker Woudt lopend over bepaalde beemden tussen Berlicom en Den Dungen, onderdoor het Sporcks Broekske, tot de rivier de Aa. Ze weet ook dat er over de sloot aan de kant van Middelrode, ... de keel van de zelfde sloot nabij het Donker Woudt er een weiland met teulland ligt, groot samen ca. 4 morgens die zij en wijlen haar man meer dan 20 jaar eerder hadden gekocht van Joorden Dircks en steeds ook zelf gebruikt hebben gehad zonder dat ze daarbij ooit door die van Schijndel gehinderd zijn geweest en ze weet dus zeer goed dat die van Schijndel daar geen recht hadden om te schouwen. Verder weet ze ook heel goed dat in Den Dungen vanwege die schouwing door die van Schijndel nooit een publikatie ervan is geweest. Verder verklaart ze dat ze vanwege haar landerijen de contributie aan die van Berlicom betaalt en daarvan nooit enige contributie aan die van Schijndel heeft betaald of daarover is lastig gevallen. Ze is bereid haar verklaring onder ede te bevestigen. Aldus geschied in Den Dungen op 5 augustus 1643 in aanwezigheid van Goijaert Willem Willems en Jan Jans de Widt als getuigen. Ondertekend: dit merk is van Barbara Teunissen, Goijaert Willem Willems, Jan Janssen de Widt als getuige, quod attestor A. de Gram openbaar notaris.