Archieven

113 Staat van erfgoederen en renten en cijnzen behorende bij de fundatie van wijlen Peter Peelmans van Geffen i.v.m. de vier beurzen van zijn fundatie binnen ’s-Hertogenbosch, Leuven of Duwaij [Doornik] waarvan de provisoren en collators zijn de Mr. van het Groot Gasthuis en de rector van de Grote School te ’s-Hertogenbosch waarbij een soms een reductie geldt van de 20e penning: een rente van 12 gl. met reductie 10-0-0, een rente van 37-0-0, uit onderpanden te Nuland 10-19-0, uit onderpanden te Someren 8-2-0; een van 5-0-0, een uit onderpanden te Eindhoven 5-0-0, 7-10-0 uit onderpanden te Vught, 3-10-0 uit onderpanden te Helmond, 9-10-0 uit onderpanden te Schijndel, 5-0-0 uit onderpanden te Schijndel, 5-12-0 uit onderpanden in Den Dungen, 7-10-0 uit onderpanden te Rosmalen, 4-0-0 uit onderpanden te Nuland, 7-10-0 uit onderpanden te Berlicum, 12-0-0 uit onderpanden te Gestel bij Oisterwijk [lees: Moergestel], 20-0-0 uit onderpanden te Beeckel (?) onder Uden; 10 vaten rogge te Caethoven [dubieus], 4 sester te Liempde, een akker te Nuland 34-0-0 huur, huis erf hof en 3 stukken land te Geffen 32-0-0, 3 woningen in de Putstraet aan huur 80-0-0, totaal 305-5-0; idem een bedrag van 247-3-0 van dat totaal, namen van hen die gebruik maken van de beurzen als bloedverwanten van de fundateur: Henrick zoon van Jan Janssen van Orthen die ter school gaat in Lithoijen in de gereformeerde school, Jan zoon van Jans Janssen eveneens te Lithoijen, Willem zoon van Jans Claessen in de gereformeerde school te Nuland, Nicolaas zoon van wijlen Reijnder Wouters in de gereformeerde school te Rosmalen, waarna nog genoemd worden professor Florentius Schuijl, de commissie van de Hoog Mogenden en de slotformule wordt ondertekend door Guiliam Donder of Donckers (?)

100 Staat van erfgoederen renten cijnzen obligaties van de fundatie van wijlen Peter Eymberts Grinsven van Geffen zowel binnen deze staat als te Leuven waarvan collators zijn Mr. Ghysbrecht Rennen en de archideken van de Sint Janskerk, idem de aartspriester en cantor van het Convent der Predikheren met de pastoor van Geffen met verwijzing naar een akte van de Hoog Mogenden dd. 6 juli 1639 waarin worden genoemd: 25 gl. op de Staten van Brabant tegen de 20e penning is 20-0-0, nog een van 25 gl. op deze Staten 20-0-0, een van 100 gl. tegen de 20e penning gereduceerd 60-0-0, een van 200 gl. tegen de 20e penning 150-0-0, een rente van 112 gl. etc. blijft 90-0-0, 25 gl. tegen de 20e penning blijft 15-0-0, een van 6 gl. 5 st. blijft 5-0-0, een van 3 gl. 5 st. blijft 2-12-0, een van 4 gl. 5 st. blijft 3-8-0, een van 3 gl. 2 st. blijft 2-10-0, een van 19 gl. blijft 11-8-0, een van 50 gl. blijft 45-0-0, een van 18 gl. uit huis opten Vuchterendijck te lossen met 300 gl. blijft 15-0-0, een van 5 gl. uit een huis in de Verwerstraet 5-0-0, van een huis en hof op de Oude Diese dat verhuurd is geweest voor 133 gl. blijft 120-0-0, drie mergens land te Nulant verhuurd 39-0-0, een van 22 gl. uit onderpanden te Schijndel 20-0-0, een van 20 gl. uit onderpanden te Schijndel 20-0-0, een van 56 gl. uit onderpanden te Mierlo 43-2-0, een van 12 gl. uit onderpanden te Reusel blijft 10-0-0, een van 12 gl. blijft 10-0-0, nog een van 12 gl. blijft 10-0-0, een van 7 gl. 16 st. uit onderpanden te Oirschot 6-5-0, een van 15 gl. uit onderpanden te Oirschot 12-0-0, idem 12 gl. uit onderpanden te Woensel 10-0-0, idem een van 26 gl. blijft 25-0-0, 30 gl. uit onderpanden te Kessel 30-0-0, een van 539 gl. tegen 5% 26-19-0, idem 600 gl. tegen 5% 30-15-0, een obligatie van 800 gl. tegen 4 ½ % 36-0-0 in totaal 953-14-0 met eren extra toelichting en uiteindelijk betaald 713-14-0m gevolgd door de namen der bursiers:

66 Mariken dochter van wijlen Adriaan zoon van Jans Smits en nagelaten weduwe van wijlen Jan Franssen van Lieshout die het tochtrecht bezit in een huis hof schuur te Eindhoven bij de Corenmerckt met als belendingen Willem Ghijsberts, Jacob Lamberts de Verwer, de Gemeyn Merckt tot aan Symon Symonts kleermaker en Diercx de Pot kremer met meer anderen en dat heeft overgedragen aan Adriaan haar zoon verwekt door Jannen Franssen van Lieshout en Michiel zoon van Michiel Jasparts man van Aelken zijn vrouw dr.v. Mariken en Jans Franssen – testes Loeff en Van den Dungen datum prima july 1623 en de tekst vervolgt met Heer Jacob van Lieshoudt – Adriaan zoon van wijlen Jan Franssen van Lieshout en Mariken vs. en Michiel zoon van Michiel Janssen man van Aelken hebben verkocht aan Goyart Franssen van Lieshout als rentmeester der fundatie van de beurzen gefundeerd door wijlen Heer Jacob Franssen van Lieshout priester kanunnik en pastoor van de parochiekerk van St.Catharina binnen de stad Eindhoven t.b.v. die fundatie een erfcijns van 6 Carolusguldens en 5 stuivers te betalen in 1624 te ’s-Hertogenbosch en vrij van alle beden van de hertog en andere lasten rustend op genoemd huis hof en schuur, grondcijns van 7 ½ st. aan de graaf van Buern, het geheel te lossen met 100 Carolusguldens en voorts wordt genoemd Adriaen de zoon van wijlen Wouter Goyartss. de Crom kuiper uit zijn onderpanden te Eindhoven – accordeert met het origineel – ondertekend door W.Schuijl notarius publicus en onderaan staat: 22 gl. opt dorp van Breugel oft 28 gl.

65 latijnse akte
Dominus en Magister Jacobus Francisci van Lieshoudt kanunnik en vicarius perpetuum van de Eindhovense kerk, Wilhelmus Reiners Polen, codicil van 13 mei 1618, heer deken magister Matthias Gerardi en magister Johannes Leijten 23 ,ei 1618, ondertekend door Johannes Keutsius notarius publicus.