Meryken vrouw van Corstiaen Ariens, 'sieck ende cranck te bedde liggende in huyse Lambert Jan Lamberts, maer haer vyff sinnen ende verstants noch seer wel mechtich', heeft op 07-10-1604 haar testament opgemaakt. 'Dat oft gebuerde dat Corstiaen voorschreven oft hender beyder kynderen dat nuettelyck tot onderhoudt van hennen lyven van doen hadden, dat hy in sulcken gevallen sal moghen vercopen oft andersins daer op gelt te moghen werven ennighe gronden van erven ende guederen die sy tsamen syn besittende, als daer toe nodich wesen sal, maer nyet te moghen verbrenghen aen de vreemde hant dan om redenen voorschreven, dan alleen vyftich gulden eens, daer mede de voorschreven Corstiaen synen wille mede mach doen'.
Getuigen: Laureyns Ariens en Herman Antonis, schepenen
* 'Soe mackt die voorschreven Herman syne broederen ende susteren, de dode hant met de levende, elck eenen daelder eens van XXX stuivers'
* 'ende voorts de rest van synen guederen' aan Danelt Arien Jans en Herman Jacob Ge.., die aangesteld zijn als voogden over Hermans nagelaten goederen.
* Zij zullen 'sorge draegen dat Herman voorschreven van egeenen gebreck ende vergaet oft hy sieck oft suchtich worden oft ander ongemack crech, immers soo lange ten minsten syn goet duert'.
Getuigen: Dierck Hanrick Roeffen en Jacob Tonis, schepenen
* hij beveelt zijn ziel aan bij God, Matia en 'allen den hemelschen geselschap', 'ende syn lichaem der gewyder aerden'
* Aan 'Sint Jan Evangelist tot Tsertogenbossche' voor onrechtmatig bezit een eenmalig bedrag van 2 stuivers
* voor 'getrouwe dienst' aan Aelken met haar natuurlijke zoon Jan, en Emken, 'die nu tegenswoordelycken by hem wonen' al zijn goederen, behalve dat zij moeten geven:
* aan 'den vier biddenden ordenen' ieder een eenmalig bedrag van 1 stuiver en de 'Sint Lambert in der kercken van Vechel. onssen patroon' een eenmalig bedrag van 2 stuivers
* aan Tonis, zijn natuurlijke zoon van Metken, dochter van Hanrick Rutten 'drie van syns testatuers hemden ende daer toe XXV gulden, het stuck XX stuivers gerekent, die se den voorschreven Tonissen bewysen sullen aen schult die hy testatur noch te bueren mochte hebben'
* Aan zijn zussen Lyntken, Hanricxken en Mechteld ieder een eenmalig bedrag van 10 stuivers
'Soo hebben wy schepenen voorschreven onssen gemeynen schependoms zegel van Vechel hier beneden aen (vosen) doen hanghen'.
Schepenen: Laureyns Ariens van Waelre en Willem Hanrick Dierckx