Archieven

82 Geurt Megens en zijn vrouw Cathlijn Arts, wonende te Deursen, herroepen al hun eerdere testamenten, met name het testament van Geurt met zijn eerste vrouw Heijtje. Ze legateren aan Aert en Peter Jansen, neven van de testatrice, en bij vooroverlijden aan hun kinderen, hun land op de Koolwijk, genaamd Heijne Hoeven, met het dwarsakkertje. In ruil daarvoor zullen Aert en Peter een bekwaam huis op het land moeten timmeren, waar de testateuren hun leven lang gratis in mogen blijven wonen. Verder maken ze een testament op de langstlevende. Na de dood van de langstlevende gaat de erfenis in twee helften naar de naasten van beide kanten.

75 Alert (Aeldert) Ariens en zijn vrouw Marie Driessen, wonende te Deursen, waarbij testatrice ziek en lichamelijk zwak in het kraambed ligt, maken een testament op de langstlevende, met een voorbehoud voor de legitieme portie voor de moeder van testateur.

202 De bejaarde ongehuwde Catharina Dobbelmuz, kostjuffrouw in het klooster van de Clarissen te Deursen. Haar erfgenamen moeten aan het klooster honderd ducaten betalen; aan eerwaerde moeder Theresia Steinen, honderd gulden in voldoening van alle getrouwe diensten. Deursen. Ondertekend: Catharina R. Dubbeldmuz, Jan van der Steen schepen, Francis van Loon schepen, Leonard van Duren, landschrijver.

187 Anna Maria Peerboom en Agnes Peerboom, gezusters. Beide wonende in het klooster Soeterbeek in Deursen. Maakten 29-8-1763 een mutueel testament voor notaris en getuigen te Amsterdam en willen dit aanvullen. Legateren aan het klooster vijfhonderd gulden; aan religieuse Maria Hendrik van Duren voor haar trouwe diensten tweehonderd gulden. Verder willen ze, dat na dood van hun beiden, door Heer Nuland, Peter van Duren en Petrus van den Heuvel missen gelezen zullen worden, waarvoor aan hen ieder twee ducaten zullen worden betaald. Verder legateren ze aan de weduwe van Bastiaen Peerboom 300 gulden en aan Maria Peerboom, de dochter van Bastaen Peerboom een juwelen ringetje; aan Jacoba van Zeveren een paar juwelen oorringen; aan haar moeder Jacoba Peerboom een juwelen bokje; aan Antonetta Peerboom een paar juwelen oorringen en een juwelen ringetje; aan de twee zonen Bastiaen Peerboom een dozijn zilvere lepels en forchetten, daarenboven aan Gerardus de jongste van hun beide het horlogekastje met zilveren, daarin berustende penning alsmede een zilveren snuifdoos; aan de vier dochters en hun twee broers, kinderen van wijlen Bastiaen Peerboom al haar verdere mobilaire goederen, zilver, goud en huisraad. Deursen. Ondertekend: Agnes Peerboom en Maria Peerboom, Jan van Dijk, schepen, Hendrik van Aer, schepen, L. van Duren, landschrijver.