Archieven

78 Missive van rentmeester Des Tombes inhoudende dat conform art.10 der conditie waarop de landshoeven en molens zijn verpacht, aan hem door de pachter van de Deekenshoeve [St.Oedenrode ?] bekend gemaakt is dat reparatie hoognodig is; ook de molens te Son en Hooidonk met een kostenplaatje van resp. de hoeve 169:2:0 , de molen van Hooidonk 385:0:0 en die van Son 158:10:0

204 Kopie machtiging. Gecomp. voor schepenen Dingbank Son en Breugel, Meggelina van der Sande weduwe en boedelhoudster van Luijcas Rijsterborgh, in leven secr. en kerkmeester Son en Breugel, inwoonster Son, die met authorisatie van schepenen Dingbank Son en Breugel 1-4-1773 met Harmanus Janssen, secr. Son en Breugel tot verkoping van goederen, bij haar in tocht ter voldoening van schulden. Zij verklaart hiertoe te machtigen Hermanus Jansen om voor haar publiek te verkopen percelen te Dinther en Vorstenbosch.

203 Kopie extract protocol der Resolutien en Authorisatie Dingbank Son en Breugel. Meggelina van der Sande weduwe en boedelhoudster van Luijcas Rijsterborgh, in leven secr. en kerkmeester Son en Breugel verklaart dat zij kerkmeesters van Son nog de laatste kerkrekeningen moet betalen van F 126-13-14. Idem aan de kerkmeesters van Breugel F 35-4-14. Zij heeft dt geld niet en twee kleine kinderen. Zij verzoekt om te mogen verkopen goederen, zoals teelland te Dinther en Vorstenbosch, die zij in tocht en haar kinderen ten erfrecht bezitten. Tevens ter aflossing van twee kapitalen van F 150,-- elk, door wijlen haar man op verband van goederen te Schijndel ter tocht aan haar en haar kinderen nagelaten. Hierover bericht van Harmanus Rijsterborg, naaste van den bloede, Johannes Sandberg en …van Wadenoijen, voogden.

11 Rekest van Marten Willem van Diest uit Zeelst in kwartier Kempenland inhoudende dat de suppliant in 1729 een huwelijk is aangegaan en toren van de regenten van Son en Breugel zijn geboorteplaats een borg- of ontlastbrief heeft ontvangen die telde voor een periode van vijf jaren terwijl hij dacht dat die telde voor zijn hele leven, vandaar dat hij na 5 jaren had verzocht die brief te prolongeren maar de secretaris van Son had gezegd dat dit onnodig was op basis van een resolutie van de Ho: Mo: dd. 7 september 1731; in 1741 was de suppliant met zijn gezin in grote armoede vervallen en toen heeft hij onderstand gehad; in 1775 overkwam hem hetzelfde maar de regenten van Son verwezen hem toen tot de regenten van Zeelst; een kopie wordt naar de kwartierschout van kwartier Kempenland gestuurd om een bericht daarover te sturen naar de Ho: Mo:.- zie ook folio 121 reactie van de stadhouder van de kwartierschout van Kempenland; onderzoek van de missive van de kwartierschout van de 24e mei