Archieven

11 Register van goederen van twee beurzen gefundeerd door wijlen Heer Anthonis Nauwens voor zijn vrienden met de namen van de pachters, de resp. bedragen en de dag van betaling waarbij genoemd worden: Jan Weijnricx [’s-Hertogenbosch], Willem Lamberts Karsmakers [Heeze] en deze Willem is ‘een oudt man aerm cruijpende op zijne knijen’, Jan de zoon van Coenrardt Janssen en Cornelis Adriaen Claessen [Hilvarenbeek], Andries Teunissen van den Mughovel [Geffen], Dinghen de weduwe van Daniel Huybert Rovers [Dinther], Henrick zoon van Henrick Janssen van Someren die Oude [Heeze], Mariken weduwe van Peeter Marten Diericx [Oisterwijk], Gielis zoon van Adriaen Henrick Sijckens [Oirschot], Jan Marten Melis [Hilvarenbeek], Wouter Pauwels van den Poel [Hilvarenbeek].
Daarna volgt deze tekst: ‘Deze boven staende rhente sijn alle de welcke van mijn Heer Saliger in sijn leven raedt deser stadt ende nae sijn aflijffigheyt van de weduwe Joffrouwe Pelgrom onder geschreven ter goeder trouwen sijn soo veel als mogelijck is ontfangen ende ten behoeve van de bursieren van den naeste bloede van de Heer Anthonis Nouwen cantor tot Hilvarenbeek ende rector van Baxenchoorke, sijn uitgereickt – ondertekend M. van Vlertinge [dubieus] weduwe van J. Pelgrom – in de tekst daaronder wordt de school van de Jezuïeten genoemd en Jan Lombart te Oisterwijk (?) ‘
De betaaldagen die genoemd worden zijn: 1 oktober, Jacobus apostel, Catharina, Lichtmis, St.Lucasdag, Maria Visitatie [visitationis], Maria Boodschap [annuntiationis], Bekering van Paulus [conversio], 1 mei, op Christi, 27 mei.

5 Fragment uit het rekenboek Za: Mr. Roelant Bloemaerts t.a.v. het goederenbezit en pachters van de Heer en Mr. Aert Swaens in diverse Brabantse plaatsen waarbij steeds de pachter wordt genoemd en zijn/haar woonplaats: Aert Adriaen Michielsz.[Tilburg], Claes Janssen van Wijck [Goirle], Jan Marcelis man van Jenneken Aert Hendricx [Udenhout], Joost Adriaen Joosten [Udenhout], Marijken weduwe wijlen Jans Wouters [Enschot], Vreijns Claes Beris Tilburg], Jan van Gestel [Oisterwijk], Jan Diericx aen de Weversplaets [‘sBosch], Mr. Geraert van den Vlueten [‘sBosch], Tielman Marcelis [Asten], Alart van der Schout [Dinther], Jan Robben [Gestel bij Herlaer], de Princesse van Hochzolre [Udenhout], de Peetersschehoeven [Udenhout], Gijsbert Janssen [Geffen], Lijntken weduwe Jacobs Jan Martens [Nuenen], Jan Anthoniss. van Coll [Nuenen], Dielen Corsten ter Ameijde [Oirschot], Claes Jan Ariens [Oirschot], Arnt Ruth Aertssen [Oirschot], Claes Diericxz. Nuland], Cornelis Aert Everts aent Varhout St.-Oedenrode], Willem Aert Franssen [Tongelre], Jonker Arnt Coenen [Stratum], Willem Geraerdt Scherders [Someren], Huijb Bijls bijt manhuijs Hilvarenbeek], Jan Byls [Hilvarenbeek], Adriaen Lambertss.[Hilvarenbeek], Zeger Henrick Gielissen [Zeelst], de stadt van den Bosch, Aert Aert Staerts van Enschot, de Staten van Brabant in het quartier van ‘sHertogenbossche, Nicolaes wijlen Diericx Smolders [Schijndel], Nicolaes Willem Delissen int Hermaelen [Schijndel], Henrick Jans Goossens [Lieshout], Peeter Cornelis Eijmberts alias Emmen [Tilburg], Peeter Jans Henrick Vos [Goirle], Geraert Diericx Geraertss. [Schijndel], Dierick Frans van Meijel alias Buijck [Someren], Henrick Thomas Michielss. [St.-Oedenrode], Peeter Goijaert Cuijlemans [Someren], Jan wijlen Mathijs Janss. [Heesch en Oss], Aert Lenaertss. van Nerven [Goirle], opgesteld door Laureijns van Kessel secretaris te ’s-Hertogenbosch.

135 Rapport op een rekest van de predikant en kerkmeesters te Asten in kwartier Peelland n.a.v. de reparatie van hun kerk - zie folio 1539

62 Missive van rentmeester des Tombes op een rekest van de predikant en kerkmeesters van Asten in kwartier Peelland te kennen gevende in substantie dat de kerk aldaar op de gemeente heeft uitstaan een som van 1600 gl., dat het schip [den buik] van de kerk drie jaren geleden bij de grote storm is ingestort en verder in verval raakt als het schip niet ten spoedigste zou gerepareerd worden en men dient nu een verzoek in om die 1600 gl. te mogen opnemen ter reparatie van de kerkvoor zover die penningen toereikend zijn; rekest en verzoek worden doorgestuurd naar thesaurier generaal Hop om nader te onderzoeken en rapport uit te brengen - zie ook folio 1792 verso