Archieven

28 Rutger zoon wijlen Geerink van Griensven draagt aan zijn 3 wettige kinderen Jan, Geerinck en Heijlwig verwekt bij Marie dochter van wijlen Geerit van Beeck zijn wettige vrouw zijnde, bepaald bezit over, zijnde een stuk akker gelegen in de vrijheid van Den Bosch op de Dungen, b.p. het gemeenschappelijke water de Aa, Jan Hoerken, de erfgenamen van Jacob Zeberts, de erfgenamen van Gijsbert Aert Jacobs, nog een cijns van 3 gulden te ontvangen van Aelken weduwe van Jan Hoesten, nog een cijns van 6 gulden van elk 20 stuivers ook van de zelfde Aelken te ontvangen, nog een cijns van 6 ponden van Jutten weduwe van Dirck Brants, nog een weiveld gelegen in ´t Woud gelegen onder Schijndel, b.p. Claes Janssen, de erfgenamen van Gerit Janssen van de Merendonk, de erfgenamen van Claes Rutten, nog een stuk hopland met de houtwas genoemd de Spoerdonck gelegen in de parochie Schijndel, nog een stuk akker van 3 lopenzaad gelegen in de parochie Boxtel, nog een stuk hooiland genoemd de Korbeek gelegen in de parochie Gestel te Haenwijck. Datum 22 oktober 1538, schepenen hierbij waren Willem Goerts van de Merendonck en Mathijs van Beeck. (alhoewel niet als zodanig genoemd is dit een voorbereiding voor een erfdeling, c.q. afstand van het vruchtgebruik door Rutger als vader, zie de volgende akte, JT)