Willem soone Aernt Philipsen, zijn broer Jan, en Danelt Thys Geritss en Adriaen Wynant Willems hebben beloofd een erfpacht van 2 nud rogge, Veghelse maat, en 1 mud boekweit, Veghelse maat, te betalen aan hun vader Aernt Philipssen die Lew. Ook jaarlijks 30 pond boter en 200 eieren. Ook jaarlijks de halve 'boomgaert ende oest wassende in den boomngaert' van het goed waar hun vader nu nog woont. Ook elk jaar 'een gemest vercken', met een waarde van 6 gulden. Ook zal Aernt mogen bewonen 'die vuytcamer mitten solder dair heer Willem Danels in te wonen plach ende op dat bovenhuys aldair staende'. 'Noch alle jair eenen last peeltorf'. Ook mag Aernt 'soe veel moes in den moeshoff halen als hy belieft, ende soe veel romen ende mecx als hy begeert'.
Getuigen: als voor