* onder alsulcken conditie dat Meriken, des voorschreven Henrick Jan Wielms huijsvrouwe, cedeertt ende affstant doet van alle hare rochtrecht ende erffrecht datt haer eenichsints competerende in alle de voorschreven goederen van haren man zaliger
* behoudelyc de selve goederen tott desen toecomenden ogxt anno 1669 noch te mogen gebruijcken, ende de vruchten dan daer op gewasschen synde tott profytte ende willen te gebruijcken naer haer believen,
* waer voor de voorschreven Meriken geloft te betalen alle pachten ofte achterstellen tott den jaren 1669 tot Lichemisse incluijs,
* ende alsdan hett huijss, hoff ende lantt, te weten hett huijs tot Sincxten, den hoff tott somerse tyt ende 't lant t'ogxt aen de blote stoppelen, alles te verlaten volgens costuymen deser landen'
* hiermee komen alle eerdere afspraken te verballen, ''t sij van inventarisatie ofte eenige andere muble ofte penninge als andersints gecomen synde vuytt den sterffhuyssen van Wielm Meussen tott Dinter, des voorgenoemde kinderen grootvader.
Getuigen: Wouter van der Santvoort en Jan Roeloffs van Kilsdonck, schepenen