Archieven

66 Rekest van Adrianus den besten lidmaat van de ware christelijke gereformeerde religie inhoudende dat de suppliant door Anna den Besten weduwe en erfgenaam van wijlen Frederik van Hoven, vermits het overlijden van haar gemelde man, was aangesteld tot secretaris van Nuenen Gerwen Boort en Opwetten maar dat hij die functie niet kon genieten zonder permissie van de Ho: Mo: en dient een verzoek in tot approbatie van die aanstelling;akkoord.

11 Bericht van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant op een rekest van Johannes Sengers molenaar op de molen van Opwetten te kennen gevende dat zich in zijn molen drie deuren bevinden waarvan er twee gangbaar en een met planken is dichtgeslagen en dat hij heeft bespeurd dat de laatste deur nooit getrokken is geworden ook van geen nut is en in tegendeel wegens de reparatie voor hem schadelijk was en als nu de deuren van de sluis moetende vernieuwen besloten was die derde deur weg te doen en de sluis met twee deuren te laten maken ter breedte als tegenwoordig de twee gangbare deuren getrokken worden, waardoor nog aan de gemeente nog aan de geërfden enige schade zou kunnen worden toegebracht, maar hiertoe meent hij niet bevoegd te zijn zonder consent van de raad; hij krijgt permissie om de 3e deur weg te doen

159 Rekest van Jan Evers van Roij president van het dorp Nuenen en Jacobus Swinkels president van Tongeren mede in naam van de andere schepenen van de beide dorpen in kwartier Peelland inhoudende dat genoemde dorpen een gemeenteweg hebben lopen van het ene naar het andere dorp zijnde tegelijk een marktweg en lopende naar Opwetten over de molenbrug van Nuenen en verder over de sluisbrug van de molen van Tongeren, welke weg altijd vredig en rustig is gebruikt niet alleen door de ingezetenen van beide dorpen maar ook door alle ingezetenen en vreemde passagiers met hun wagens, karren als anderszins en ze verzoeken aan de Ed: Mo: om de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant Weveringh van Holij te gelasten om die gemene weg te doen openen en maken door de molenaar van Opwetten naast alle anderen die daartoe gehouden zouden zijn en op genoemde weg te schouwen zoals voorheen, welk bericht aan de raad en rentmeester generaal wordt doorgestuurd

71 Missive van rentmeester De Kempenaar inhoudende dat in 1742 enige kleine reparaties zijn uitgevoerd aan de Sint Anthoniskapel te Opwetten onder het dorp Nuenen welke reparatie hij vanwege het geringe bedrag van 50 gl. zonder medeweten van de Ed: Mo: heeft laten uitvoeren door een metselaarsbaas en tevens is voor de kapel het jaarlijks onderhoud aanbesteed te onderhouden van landswege, maar door lekkages aan de muren is het verval van de kapel te verwachten en daarom heeft hij in overleg met de regenten een nieuwe reparatie aanbesteed aangenomen door Jacob Vechel mr. metselaar voor 12 achtereenvolgende jaren waarvan het 1e jaar zou vervallen op 1 april 1743 voor 7 gl. per jaar welk bedrag in de rekening van 1743 is opgenomen als ook in 1744 en verzoekt approbatie van de Ed: Mo: mbt die aanbesteding