Lambertus Leerintveld (Alem, 1869-1954) had de bijnaam de Pruis. Later werd zijn zoon Jos (Adrianus Wilhelmus, 1915-1979) ook de Pruis genoemd. Kan iemand mij vertellen hoe deze heren aan hun bijnaam kwamen
Ik denk dan altijd aan mensen die in Duitsland gewerkt en ook gewoond hebben.
Jo
zei op 10 februari 2015 om 12:54
Mijn oma en opa waren geboren en getogen in Nuland en opa,
Johannes Maas, werd de PRUIS genoemd. Uitgebreid onderzoek heeft
niet opgeleverd, waar deze "scheldnaam " vandaan kwam.
Van horen zeggen : 1. Heeft enige tijd in Duitsland gewerkt. 2. Droeg als kind
een "DUITSE " broek en toen zei men : "Je bent net een PRUIS."
Zekerheid zal ik vermoedelijk nooit krijgnen.
Marilou Nillesen
bhiczei op 10 februari 2015 om 14:10
Nou Margot, verschillende suggesties en ik vind ze allemaal aannemelijk... Maar sluit er ook één aan bij jouw onderzoek? Wat denk je?
Jan van der biezen
zei op 10 februari 2015 om 18:17
Hallo Margo, was hij geen fietsenmaker? Wellicht na pensionering. Ik herinner me inderdaad een fietsen maker die de Pruis heette. Misschien weet de heemkundekring nuwelant meer?
Margo van Grinsven
zei op 10 februari 2015 om 20:41
Hallo allemaal,
Bedankt voor jullie reacties. Een paar suggesties zijn voor mij herkenbaar. Zelf heb ik ook verder gezocht en heb in 'de Bommelsche Courant van 8 mei 1895 het volgende berichtje gevonden: "Van het garnizoen te Venlo zijn 25 huzaren tegelijk gedeserteerd. Zij zijn de grens overgetrokken om in Pruisen werk te zoeken". In huwelijks akte (site) vind ik vermelding dat hij in dienst in geweest, maar vind geen vermelding in de militie registers om na te gaan of hij in Venlo heeft gediend. Wat nu?
jo
zei op 11 februari 2015 om 12:07
Een reactie op Jan van der Biezen : Driek de Pruis ( Maas) zoon van Johannes,
was fietsenmaker in Nuland, maar dat zul jij waarschijnlijk WEL weten ?
Willy
zei op 11 februari 2015 om 13:37
Zou 'Pruis' een afgeleide kunnen zijn van 'prosser' of 'prösser' wat paardenviller/slachter als betekenis heeft?
In Gemerts Heem nr. 4 uit 2011 wordt aannemelijk gemaakt dat een Gemertse (paarden)slachters-familie om die reden 'de Praojs(t)' [=Pruis(t)] wordt genoemd.
Wil
zei op 11 februari 2015 om 17:42
Pruis, is volgens het woordenboek: (gewestelijk) landloper, bedelaar.
Met scheldwoord ben ik het niet zo eens, in Limburg had men het gewoon over -Pruusse- als men Duitsers bedoelde.
Bas den Brok
zei op 11 februari 2015 om 20:10
Precies zoals ik het ken uit Noord-Limburg. Duitsland-over-de-grens was tot aan de Duitse eenwording in 1871 onderdeel van Pruissen (West-Pruissen). De Pruissen waren gewoon de buren.
