Notaris-, schepen- en andere akten

3 De thans regerende burgemeesters van Deursen en Dennenburg verpachten de Gemeentens’ Straaten om te hooien of weiden over jaar 1805. Het betreft: 1e perceel de straat tegenover het Grote Schaat, aan Gerardus van de Sand met borgen Peter Duijs en Hendrik van de Sand; 2e perceel van ’t Schaat tot de Kleine Wetering aan Johannes Schutselaars met borgen Heijmerik Kuijpers en Hendrik van Hout; 3e perceel de Grote Run aan Heijmerik Kuijpers met borgen Johannes Schutselaars en Hendrik van Hout; 4e perceel van de Kleine Brug tot den Grote Run, aan Hendricus van de Sand met borgen Johannes Schutselaars en Gerardus van de Sand; 5e perceel Het Heilig Steegje, aan Engel van Leur; 6e perceel den Engen, de Neersteeg aan Michiel Voet met borgen Aart Voet en Jan van Geffen; 7e perceel het Straatje over Puppendaal aan Claas van den Bogaard met borgen Heijmerik Kuijpers en Aart Voet; 8e perceel de straat over Koekepat aan Engel van Leur met borgen Jan van Geffen en Aart Voet; 9e perceel De Nieuwe Graaf aan Aart Jan Voet met borgen Evert Smits en Antonij Kronen; 10e perceel straat over de Grote Wetering aan Jan Vesters, borg Arn. Van der Steen.

2 De thans regerende burgemeesteren van Huisseling verpachten de Gemeentens’ Straaten om te hooien of weiden over jaar 1805: 1e perceel de Graafsche straat voor zover het Huisselingse vak altijd geweest is, aan Marcelis Kokken met borgen Hendrik van den Berg en Herm. G. Elemans; 2e perceel beginnend bij Leendert Janssen tot aan het brugje bij de weduwe Gerit Smits aan Cornelis van den Bosch met borgen Hendrik van den Berg en Hendrik van Stippent; 3e perceel strekkende van voorschreven huiske tot aan de Meersteeg genaamd het Reijakkers straatje aan Hermanus Willem Elemans met borgen Herm G Elemans en Jan Elemans; 4e perceel beginnend aan voorschreven huiske de gansche Meersteeg tot aan de Erfsche straat alsmede den [Breeukdijk]; 5e perceel beginnend agter dam en agter de deur van Gerrit Smits en eindigt in de Lange Del tussen de graaf, tussen beide ramen hier onder begrepen den Hoek bij Hendrik van den Berg en ander eind strekkend tot aan den Handwijzer aan Hendrik van den Berg met borgen Jan Elemans en Jan Dorus de Zwart; 6e perceel beginnend tussen de beide ramen en de Lange Del en eindigt aan den Slag bij de weduwe Evert van den Heuvel hier onder begrepen den Hoek bij Willem van der Wielen den Hogen weg benevens het straatje nevens Willem van den Bogaart aan Willem van der Wielen met borgen Jan van den Berg en Jacobus van Huisseling; 7e perceel van Evert van den Heuvel voor bij de Schutsboom tot aan de Graaf het Hordtje hieronder begrepen het Hongervelts straatje en verder den Hoek bij Dorus Gerardus Kokken en zover de gemeente daar strekt alsmede de Woortseweg tot aan de Gendelaarssteeg aan Jan van den Bogaart met borgen H. van den Berg en Marcelis W Kokken; 8e perceel beginnend aan het Hortje waar 7e perceel eindigt strekkend aan het Brugske aan Jan Driessen Del te blijven voor de Wetering en eindigt tot aan de Brugsteeg aan Jan Dorus de Zwart, met borgen Hendrik van Stippent en Cornelis van den Bosch;

1 De fungerende burgemeesters van Demen en Langel verpachten de gemeentens’ Uiterdijck en straten om te hooien of weiden over jaar 1805: 1e perceel de grote gemeente en Veerstraat op Welkershekken aan Gerit Janssen, borgen Frederik Nass en Marcelis van der Sant; 2e de gemeentens’ Dijck langst het Veld aan Jan Tutte Zwaans met borgen Gerit Janssen en Marcelis van der Zant; 3e perceel het Straatje op de Weijens om te zaaien aan Gijsbert Konings, borgen Gerardus en Lucas van der Burgt; 4e perceel de Gemeentens’ Dijk langs de Strang aan Arie Vermeulen met borgen Arnoldus van der Linden en Jan Doorenbos; 5e perceel het Putteringstraatje lopende tot bij Gijsbertus Konings of Kruijsstraat, aan Hendrik van Leur met borgen Gijsbert Konings en Claas van Leur; 6e perceel de Langelse Middelstraat tot aan het Brugje, lopend tot den uitweg bij Hendrik van den Berg aan Steven van Hoorn; 7e perceel de straat over de Wetering naar Deursen met de straat beginnend bij den hof van Jan Nas tot aan de Poel van Hendrik van Aanholt, aan Dominicus van Denen met borgen Nol van den Berg en Jan Nas; 8e perceel de straat bij het hekken bij Hermen Ariens tot de Wetering en nog van Gijsbert Konings tot Hendrik van den Berg toe, aan Gerit van Dijk.

864 Peter Jacobs en zijn vrouw Willemke Dercks bekennen 100 gulden schuldig te zijn aan de kapel van Overlangel. Onderpand is hun huis en hof te Overlangel, naast Jacob van de Peppelen en de gemene straat. Afgelost op 30-11-1754.