Notaris-, schepen- en andere akten

101 Johanna van Esch weduwe Jan van Valkenburg en Willemijn Manus Melgers weduwe Jan Willems van Valkenburg, wonend alhier verklaren ter instantie van de hoofdschout der stad en meierij van Den Bosch, dat hen onbekend is dat Judocus van Soutekeet, thans gearresteerde op de gevangenpoort in Den Bosch in 1797 bij Joostens en Zwinkels en Compagnie kooplieden, wonend te Eindhoven, op hun naam gekocht zou hebben op twee momenten enige kwantiteit tabak, snuif, wollen dekens, handschoenen en blauwe doeken voor bedrag van 150 gulden en 5 stuivers. Zij hebben daarvoor nooit een aanmaning gehad.

1 Jan de Gester, inwoner alhier verklaart ter instantie van het Hoog Officie der stad en meierij van Den Bosch, dat in april 1798 Judocus van Soutekeet in zijn huis kwam die om logies vroeg en daar heeft gelogeerd. ’s Ochtends na diens vertrek ontdekte Jan de Gester dat er een hemd van zijn neef, die toen bij hem inwoonde, weg was. Hij verdacht Judocus van Soutekeet van de diefstal en op 26-4-1798 sprak hij hem daar op aan. Op aandringen van Jan bekende Judocus in aanwezigheid van Jan van Steensel, wonende alhier, dat hij het hemd had meegenomen. Hij beloofde het terug te brengen maar dat is niet gebeurd. Jan de Gester verklaart verder dat hij op de tweede woensdag in april, Osse marktdag, door een man, wonende aan de kop van de Voort onder Heerewaarden, is aangesproken om circa 14 gulden te betalen voor een zalm die Judocus van Soutekeet namens hem gekocht en meegenomen had. De getuige verklaart hiervan niets te weten.

35 Procuratie
Door Dirk Reijers wonende te Macharen, Gerardus Reijers en Wouter Reijers, wonende te Megen, dezen zoo voor zich zelve als zich fort en sterk makende en de rato caverende voor de afwezende Arnoldus Ruben en Gerardus Reuben, waarschijnlijk verblijf houdende in de provintie Groningen. Regardus Reijers, wonende te Megen als voogd over het minderjarige kind van Antoon Princen en Hendrina Reijers, genaamd Peteris Princen, Gerardus Reijers, bovengenoemd als toeziende voogd over het minderjarige kind Johannes ook wel genaamd Izaak de Lang als in huwelijk hebbende Elisabeth Reijers en deze uit eigenhoofde, wonende te Megen, Johannes Soetekouw, wonende te Leeuwen, als vader en wettige voogd over zijne minderjarige kinderen in huwelijk verwekt bij Gerardus Reijers, genaamd: Wilhelmus, Wilhelmina, Adriana en Arnoldus Soutekouw, Gerardus Reijers, meergenoemd als toe ziende voogd over deze voor minderjarigen, Jan van Veen als in huwelijk hebbende Maria de Groen en deze uit eigen hoofde wonende almede te Megen, woonachtig als vader en wettigen voogd over zijne twee minderjarige kinderen in huwelijk verwekt bij deze wijle Johanna de Groen, genaamd Petrus en Adrianus Konings, Jan van Veen, voornoemd als toeziende voogd over laatstgemelde minderjarigen, op den Heer Hendrik Antoij Taaba, wonende te Megen.