Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Begin 1900 was er in het Land van Cuijk een gezondheidscommissie. Deze commissie was aangesteld om toezicht te houden op de leefomgeving. We moeten dan denken aan vervuiling van het milieu, stankoverlast, reinheid in de scholen, waterkwaliteit van de openbare pompen etc. Maar ook de toestand van de woningen was een onderdeel daarvan, waaruit onderstaand verhaal komt.
Wie die verslagen leest, kan zich afvragen “wat is er in 100 jaar eigenlijk veranderd?” De commissie zetelde in Boxmeer en had in 1903 de volgende leden: voorzitter F.C.G.J.A.F. van den Dries (arts te Cuijk), J. A. H. Timmermans (wethouder te Boxmeer), J.S. van de Voort (landbouwer te Beugen), J. Arts jr. te Sint Anthonis en dr. W. Vos (geneesheer-directeur van het Rijks krankzinnigengesticht te Grave).
Zoals we zien, zijn de zetels aardig verdeeld over het Land van Cuijk.
Aan hen werd ook advies gevraagd bijvoorbeeld over de oprichting van fabriek of slachterij. Ook deed men zelf onderzoek en mensen konden bij de commissie terecht met klachten. In de gemeente-archieven vinden we regelmatig correspondentie over de misstanden en uitvoering van het toezicht daarop door de gemeente.
Zo werd de gemeente Boxmeer naar aanleiding van een klacht van omwonenden door de commissie aangesproken over een ongewenste situatie op het kerkhof aldaar. Wat was er aan de hand? Op het kerkhof woonde in het lijkenhuisje een arm Boxmeers gezin bestaande uit man, vrouw en zes kinderen. Een gedeelte van de begraafplaats werd door het gezin als een varkenshok gebruikt. Vooral tegen dat laatste had de klager uit piëteit voor de overledenen bezwaar. Bij de klacht werd ook nog aangegeven dat het in het lijkenhuisje geweldig stonk.
tekening uit het Kadaster van de begraafplaats aan de Valendries
In de cirkel, tussen de twee grote percelen, het lijkenhuisje (sectie D 2364)
De commissie stelde zelf een onderzoek in en constateerde dat er inderdaad acht personen in het lijkenhuisje woonden en er was inderdaad ook een varkenshok. De stank viel overigens wel mee. Het gezin was het jaar daarvoor dakloos geworden en woonde nu met toestemming van burgemeester en wethouders tijdelijk in het lijkenhuisje. Er ging een brief naar B&W waarin de commissie aangaf maatregelen te nemen zodat deze toestand ten spoedigste een einde zou krijgen.
Toen de commissie een maand later nog geen bericht van B&W had terugontvangen, besloot men het lijkenhuisje krachtens de Woningwet ongeschikt te verklaren voor bewoning. Kennelijk heeft de laatste brief wel opvolging gekregen want enige tijd daarna werd het lijkenhuisje ontruimd.
We vinden dit bericht van de Commissie over het lijkenhuisje niet alleen terug in de verslagen, maar ook kranten zoals het Rotterdams Nieuwsblad en de Nieuwe Tilburgsche Courant publiceren het verhaal. Negens blijkt uit de stukken over welk gezin het gaat. Uit het verslag van de gemeenteraad van Boxmeer van 4 maart 1926 blijkt dat na de Watersnood van 1926 het lijkenhuisje ook weer als noodwoning is gebruikt.
Wie meer wil lezen over de bevindingen van de gezondheidscommissie kan in het Boxmeersch Weekblad van 28 april 1906 een zeer uitgebreid verslag vinden over de bevindingen van de commissie in het hele Land van Cuijk in het jaar 1905.
Eerder dat jaar in maart 1906 stuurde de commissie een brief aan alle gemeentebesturen in de regio over het grote nut van goede ontsmettingsmiddelen bij het beheersen van besmettelijke ziekten en gaf in overweging deze middelen afzonderlijk of alle gemeenten samen, deze middelen aan te schaffen. Er werden daarover twee vergadering belegd, een voor de gemeenten ten zuiden van de spoorlijn Boxtel –Wezel, en een voor de gemeenten ten noorden daarvan. We zouden zo’n bericht nu in Coronatijd weer in de krant kunnen vinden.
Noot:
Een paar uitgebreide verslagen van de commissie zijn in te zien bij het BHIC in ’s Hertogenbosch.
Voor dit verhaal is daarvan gebruik gemaakt: Bibliotheek BHIC: verslag Gezondheidscommissie Boxmeer over 1903, toegang 1142/D4.6503D44