skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Bloeddorst en Oranjehaat in ’s-Hertogenbosch?

Moord op een aanhanger van Oranje door een stel patriotten, drinken van het bloed van het slachtoffer, beschieten van de regenboog omdat die de kleur oranje bevat, bekladden en bespotten van religieuze voorstellingen: allemaal zaken die een Britse reiziger eind achttiende eeuw met eigen ogen in ’s-Hertogenbosch zegt te hebben gezien. Maar wanneer dan wel? En is dit ooggetuigeverslag wel betrouwbaar?

 

Bron: Google Books
Bron: Google Books

A party of patriots had taken, and killed, in the town of Bois-le-Duc, one of the Princes adherents, who had been active in the cause of the Stadtholder. His defeat was, therefore, a kind of triumph; a groupe of people soon gathered round the body, yet struggling betwixt life and death. Amongst the rest, were two women who had been fetching water from the public fountains. One of these no sooner understood the cause of the mob's collecting, than she poured out about two thirds of the water from her pail, which she placed under the wounds of the murdered citizen, whose blood was thus mingled with the water, when pledging the surrounding populace, she exclaimed, as she drank with more than savage fury, "May rivers of this flow through the streets till our enemies are vanquished!" And to such a pitch of enthusiasm was this carried, that, as one more example, I must inform you, another patriot quarrelled with the beautiful rainbow, and shot at it, because the orange mingled in its hues: this was nearly as mad and irreverent as the dressing up the figure of the Virgin Mary with a red bonnet, and writing under the cross of our Saviour, the man Jesus, the ci-devant Redeemer of the world…

Samuel Jackson Pratt (bron: Wikimedia Commons)
Samuel Jackson Pratt (bron: Wikimedia Commons)

Samuel Jackson Pratt

Aldus de Britse schrijver Samuel Jackson Pratt (1749-1814), in brief LVII van zijn Gleanings Through Wales, Holland And Westphalia (London 1795). Pratt, vooral bekend als toneelschrijver en dichter, geeft in dit werk in de vorm van een serie brieven een uitgebreide beschrijving van onder andere de Republiek, die hij herhaaldelijk had bezocht. Zo gaat hij - met name in brieven LVI-LVIII - in op de politieke spanningen en de felle partijstrijd tussen Oranjegezinden en Patriotten in de Republiek: While one side […] were thus outraging all order, decency, and compassion, the other manifested no less fury. The party of the Stadtholder, and that of the patriots were alike infected with the poison of the times. Als voorbeeld van the demon of civil fury associated with party madness die hij zes jaar geleden had aanschouwd, geeft hij vervolgens de hierboven beschreven gebeurtenissen in ’s-Hertogenbosch, die hij met eigen ogen zegt te hebben aanschouwd.

Wanneer heeft dit plaatsgevonden?

Pratt geeft geen precieze datering voor de Bossche incidenten die beschrijft. Zijn boek werd in 1795 voor het eerst gepubliceerd, maar is eerder geschreven. Op basis van een aantal dateerbare feiten die Pratt noemt in brief LVII, zoals: het succesvolle beleg van Breda door de Franse revolutionaire troepen in februari 1793; en de Franse bombardementen op Willemstad (waarvan hij zelf aan de overkant van Hollands Diep of Haringvliet getuige was geweest) in maart van dat jaar; mag worden geconcludeerd dat deze brief in 1793 is geschreven.

De Bossche gruwelen van ‘zes jaar geleden’ moeten dus van 1787 dateren. Nu staat 1787 in de Nederlandse geschiedenis bekend als de culminatie van de patriottische revolutie van de jaren 1780 én het jaar van de gewelddadige onderdrukking daarvan met Pruisische militaire steun door stadhouder Willem V.

’s-Hertogenbosch in 1787

Ook in ’s-Hertogenbosch was 1787 een woelig jaar. Net als elders in het land stonden hier de Oranjegezinden en Patriotten lijnrecht tegenover elkaar. In deze uiterst gespannen situatie bleven incidenten niet uit: Oranje-liederen zingende soldaten werden met stenen bekogeld; een officier, die met Oranje-parafernalia getooid de stad was binnengekomen, moest halsoverkop weer vertrekken omdat een woedende menigte zijn huis dreigde te plunderen. Met dit soort anti-orangistische incidenten was het snel voorbij na de Pruisische inval en het herstel van de stadhouderlijke macht. Verreweg het grootste exces moest toen nog plaatsvinden: op 8 september sloeg het garnizoen van de stad, dat van oudsher sterk Orangistische sympathieën had, aan het muiten: een groot aantal huizen – met name die van de plaatselijke Patriotten – werden geplunderd en er vielen zelfs doden.

Factchecking

Een patriot die de regenboog beschiet is nog wel voor te stellen (ook tegenwoordig gaat de viering van een overwinning in sommige delen van de wereld immers nog gepaard met het in de lucht leegschieten van wapens), maar een rode muts op een Mariabeeld zetten of een spottende tekst onder een kruisbeeld kalken? Dat soort antireligieuze uitingen zijn niet bekend uit de patriottenstrijd in de Republiek en doen eerder denken aan de meest radicale fase van de Franse Revolutie (Frygische muts, de term ci-devant), een paar jaar later. Pratts formulering is nogal onduidelijk of op zijn minst voor meerderlei uitleg vatbaar: hebben de antireligieuze incidenten die hij noemt op hetzelfde moment in ’s-Hertogenbosch plaatsgevonden of vergelijkt hij de waanzin van de Bossche regenboogschutter met de voor hem zeer actuele uitwassen van de Franse revolutie? Ik neig naar het laatste.

Detail uit Les formes acerbes (1796; bron: Wikimedia Commons)
Detail uit Les formes acerbes (1796; bron: Wikimedia Commons)

Wat Pratt naar eigen zeggen in ieder geval wél in ’s-Hertogenbosch heeft aanschouwd, is de moord op een orangist in 1787. In de literatuur wordt van een dergelijk gruwelijk incident geen melding gemaakt. En dat is vreemd: zeker in een zo sterk gepolariseerde situatie zou een dergelijk gruwelijk voorval toch koren op de molen van de tegenpartij moeten zijn geweest. Maar niets van dat alles: in pamfletten, kranten, noch archieven, komen we dit voorval tegen. Zelfs in de meest gewelddadige hoogtijdagen van de Franse revolutie is er geen sprake van bloeddrinkende revolutionairen. Al zou men het tegendeel vermoeden bij het zien van een prent uit 1796, waarop een vervaarlijk uitziende revolutionair, staande op een stapel geguillotineerde lijken het bloed van zijn slachtoffers drinkt. Ten onrechte, want het gaat hier om een karikatuur, waarbij het drinken van een kelk met bloed een metafoor is voor het grote aantal slachtoffers, dat de afgebeelde Joseph le Bon als regeringsfunctionaris in Arras en omgeving naar de guillotine stuurde, waarvoor hij overigens in 1795 zelf werd geëxecuteerd … met diezelfde guillotine.

Conclusie

Al met al blijft er niet zo heel veel over van het verhaal van Pratt. Eén bron is géén bron, luidt een bekende journalistieke stelregel, die natuurlijk net zo goed voor historisch onderzoek opgaat. Bij gebrek aan ondersteunend bewijs moet het waarheidsgehalte van Pratts verhaal dan ook ernstig in twijfel worden getrokken. Naar zijn beweegredenen om dit verhaal toch op te nemen kan men alleen gissen: het meest waarschijnlijke lijkt nog dat hij zij betoog over de desastreuse effecten van partijstrijd in een samenleving kracht heeft willen bijzetten. Vergiste hij zich in de locatie (maar waar zou het dan wel plaats hebben gevonden?), heeft hij de hele geschiedenis samengesteld uit verhalen die hij van elders had gehoord of zoog hij de passage volledig uit zijn duim? We weten het niet. Dat roept natuurlijk ook vragen op over de betrouwbaarheid van de rest van Pratts Gleanings Through Wales, Holland And Westphalia. Een mooie uitdaging voor een student op zoek naar een scriptieonderwerp?

Literatuur

Maarten Prak, Republikeinse veelheid, democratische enkelvoud. Sociale veranderingen in het Revolutietijdvak, ’s-Hertogenbosch 1770-1820 (Nijmegen 1999)

 

Reacties (4)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 5 oktober 2021 om 15:14
Fascinerend verhaal, Anton, waarbij fake news een meer historische lading krijgt. En dat je inderdaad aan het denken zet bij de andere werken van schrijver Samuel Jackson Pratt.

Maar dat het heel nieuwsgierig maakt, dat had die Pratt wel goed in de gaten ;)
Ruud van Nooijen zei op 12 oktober 2021 om 11:16
Goed te weten dat er ook in die tijd vriendschappen bestonden tussen tegenpolen: tijdens de Bossche onlusten en plunderingen in 1787 ontvluchte de Bossche orangistische regent mr. Willem Cornelis Ackersdijck en zijn gezin de stad en kregen tijdelijk opvang ten huize van de Boxtelse patriot Hendrik Verhees (1744-1813).
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 12 oktober 2021 om 15:08
Ah, dat is zeker goed te weten, Ruud! En altijd handig dat jij zo goed op de hoogte bent van alles wat met Hendrik Verhees te maken heeft.
Trees Blom zei op 27 oktober 2021 om 17:23
In de brieven van Cornelis van Ommeren aan Otto Frederik van Lynden, heer van Nederhemert vertelt hij dat zijn zoon Richard (stadsapotheker) vanwege zijn sympathie voor de patriotten in 1787 vluchten bij de Oranje gezinde garnizoen. Hij vluchtte naar Heusden en sloot zich daar aan bij de patriottische stadselite.
De brieven bevinden zich in Arnhem, een kopie in het archief Heusden en RAR.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.