skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Britse luchtaanval op Duitse militaire colonne: een persoonlijke belevenis van mijn grootmoeder

Afgelopen winter heb ik eindelijk alle oorlogsbelevenissen van mijn grootouders opgeschreven die ze me op een prachtige zondagmiddag in juli 1995 vertelden. Dat gesprek ontstond spontaan. Er was niemand anders bij. Het is niet opgenomen.

Opdat huidige en latere generaties die verhalen beter kunnen begrijpen, heb ik geprobeerd ze zoveel mogelijk aan te vullen met details die anderen (met name mijn moeder) wisten en ze te plaatsen in de historische context.

Bij veel van die verhalen loop je echter vast. Hoe meeslepend en gruwelijk sommige van die verhalen ook zijn, uit het feit dat je er online meestal niets over kunt vinden is een beetje af te leiden wat een tijd die Tweede Wereldoorlog was. "Het ging van de grote hoop" zoals Herman Finkers ooit cynisch grapte. Ik hoop, door sommige van die verhalen hier te publiceren, dat anderen aanvullingen kunnen geven.

Toen mijn moeder ongeveer anderhalf jaar oud was, werd ze ziek - hersenvliesontsteking, kinkhoest - en ze lag op het randje van stuipen. Dat moet in de periode juli-september 1944 zijn geweest, niet al te lang voor de bevrijding van het zuiden. De arts vertelde mijn grootvader “als ze het haalt, zal ze er wel iets aan over houden.”

Mijn moeder: “Dat bleek gelukkig niet zo, maar het was wel ernstig. Ik lag in een glazen kooi vanwege besmettingsgevaar. Bezoekers van anderen roddelden in het voorbijgaan ‘dat kindje gaat dood’. Ons mam, die blijkbaar niet voor de moeder werd aangezien, omdat ze nog zo jong was (22), hoorde dat natuurlijk en deed niets dan huilen.”

Mijn moeder kwam er door heen en de arts gaf mijn grootmoeder het advies om haar veel melk te geven om aan te sterken. Dat was in oorlogstijd gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ma was al van de borst en, met de geallieerden die steeds dichterbij kwamen, was melk (sowieso al op de bon) niet gemakkelijk voorhanden.

Oma besloot daarom te voet richting Esch te gaan om bij boerderijen aan te kloppen en om melk te vragen - recht bij de bron als het ware. Mijn grootouders woonden toen in Vught op Geerstraat 11, nu Jan van Galenstraat 5, hetgeen toen aan de rand van de bebouwde kom was.

De reden dat ze te voet ging in plaats van met de fiets, kwam, vermoed ik, omdat ze een glazen fles met zich mee moest nemen om die melk in op te slaan en mee naar huis te nemen. Meer dan één fles zal het niet zijn geweest, want ze hadden geen koelkast om het in te bewaren - die kwamen pas in de jaren ‘50. Rauwe melk recht van de koe bewaard in een koude kelder, zoals opa en oma hadden, blijft wel een paar dagen goed, maar dit zal dus wel een regelmatige wandeling om melk te bemachtigen zijn geweest.

Op één van die wandelingen terug naar huis, kwam er vanuit Vught een Duitse militaire colonne haar over de weg tegemoet. Gezien het feit dat de geallieerden op dat moment al Noord-Frankrijk of België hadden bereikt, vermoed ik dat dit versterkingen voor het front waren die zuidwaarts gingen. Militaire colonnes nemen geen kleine polderwegen, dus waarschijnlijk was dit op de Esscheweg net buiten de toenmalige Vughtse bebouwde kom. Mijn moeder: “ze was bijna thuis”.

Mijn grootmoeder: “Plots klonk er een geluid van laagvliegende vliegtuigen. Ik keek om en zag duidelijk dat het twee Engelse vliegtuigen waren die zich klaarmaakten voor een aanval op die colonne. De Duitse voertuigen stopten onmiddellijk, en de Duitsers sprongen in paniek allemaal heel vlug eruit en zochten dekking in de sloten aan weerszijden van de weg. Ik bedacht me niet natuurlijk en dook ook in de sloot, net als de andere mensen die daar liepen. Naast me in de sloot zat een jongen van een jaar of 19 die even daarvoor nog voor me liep. De Duitsers begonnen op die twee vliegtuigen te schieten. De Engelsen kwamen steeds dichterbij, richtten zich op de stilstaande colonne en openden het vuur. Ze scheerden al schietend over.”

Dit zullen twee Spitfires of Hawker Typhoons zijn geweest die vanuit bevrijd Frankrijk of België verkenningsvluchten maakten en, mocht het zo uitkomen, de Duitsers zoveel mogelijk schade probeerden toe te brengen. Oma was op weg naar huis en liep noordwaarts. Ze kwam die Duitsers tegen op weg naar het zuiden. Die vliegtuigen kwamen dus waarschijnlijk vanuit het zuiden en hadden daarmee de zon in de rug. Dat betekent dat die Duitsers de vliegtuigen pas zagen op het moment dat ze de motoren hoorden.

Omdat je met een gevechtsvliegtuig niet goed kunt mikken op gronddoelen, passen die piloten een techniek toe waarbij ze beginnen te schieten voor ze het doel hebben bereikt. De grondinslagen met stofwolken van de eerste kogels geven de piloot dan een visuele indicatie en de mogelijkheid om bij te sturen en zo het doel te raken. Dit worden strafing runs genoemd. Lang niet alles treft doel, maar door feitelijk een lopend spervuur te creëren, raak je je doel geheid. Ondertussen is het heel moeilijk om met een geweer een overkomend vliegtuig te raken.

Mijn grootmoeder: “Nadat die vliegtuigen verdwenen waren, kwamen mensen weer uit de sloot. Verschillende voertuigen stonden in brand. Ik keek naast me en zag die jongen die naast me in de sloot was gesprongen dood liggen. Zijn hoofd was er af geschoten. Ik was laaiend, klom uit de sloot en begon naar de Duitsers te schreeuwen: ‘Verdomde rotmoffen!’”

Mijn moeder: "Ons mam heeft schijnbaar zo staan schelden en tieren dat er mensen uit hun huizen kwamen en haar naar binnen hebben getrokken zodat ze geen last met de Duitsers kreeg." Ik: “En de melk?” Mijn grootmoeder: “De fles was gebroken. Dat moet zijn gebeurd toen ik de sloot in sprong.”

Mijn moeder: “Ik dacht dat de Duitsers die jongen hadden gedood.” Ik: “Dat kan, maar is onwaarschijnlijk. Die Duitsers mikten omhoog, niet op de sloot. Bovendien schoten die niet met een kaliber waarmee je gemakkelijk iemands hoofd van zijn lichaam verwijdert. Die vliegtuigen daarentegen hadden een veel zwaarder kaliber kogel, en als zo’n strafing run net over die sloot gaat… tja, dat vertel je niet na als je net de pech hebt in die vuurlijn te zitten.

Uit het feit dat oma op die Duitsers stond te schelden, moet je niet afleiden dat het Duitse kogels waren die die jongen doodden. Oma begreep natuurlijk heel goed dat die jongen een ongeluk was en dat die Engelsen echt niet op hem mikten. Maar als die Duitsers het land niet hadden bezet, dan hadden die Engelsen niet op hen hoeven schieten."

Mijn broer: Ik begrijp niet dat oma je dat verhaal heeft verteld. Ik had het idee dat ze helemaal nooit over de oorlog sprak, juist door dit voorval.” Ik: "Het zal te maken hebben gehad met het feit dat het kort na de viering van ‘50 Jaar Bevrijding’ was. De oorlog was veel in het nieuws geweest. Het weer was prachtig, de sfeer goed, en het gebeurde spontaan. Ik kende het verhaal natuurlijk al van mama maar ben blij het van oma zelf te hebben gehoord."

Er zijn veel nagelaten vragen hier: Wie was die jongen? Heeft ze ooit zijn familie ontmoet en uit kunnen leggen wat er was gebeurd? Waren er meer slachtoffers? Wie waren die mensen die mijn grootmoeder naar binnen trokken? Toen ik onderzoek deed, verwachtte ik wel een krantenartikel over dit voorval te vinden, maar dat bleek niet zo.

Foto’s:
De foto’s bij dit verhaal zijn niet van de gebeurtenissen zoals hierboven verteld, maar van een Duitse militaire colonne, die vernield is bij een luchtaanval door geallieerde jachtvliegtuigen op een landweg in de buurt van Arnhem-Nijmegen, 1944. Ze laten wel goed de vernietigingskracht van een strafing run zien. Fotograaf: Zwirner. Bron: Bundesarchiv, collectie Propagandakompanien der Wehrmacht - Heer und Luftwaffe, fotonrs. 101I-497-3515-06, 1011-497-3515-09A, 1011-497-3515-17A en 1011-497-3515A-23A, deel van een grotere serie.

Reacties (18)

Mark Goossens zei op 17 mei 2019 om 14:56
Overigens, ik had dat ‘verdomde rotmoffen’ van mijn grootmoerder ooit eerder zelf gehoord in een iets andere context. Op dinsdagavond 21 juni 1988 speelden West-Duitsland en Nederland in de beruchte halve finale om het Europees kampioenschap voetbal. Nederland domineerde, maar de Duitsers kwamen na 55 minuten op voorsprong toen aanvoerder Lothar Matthäus (die op zichzelf al irritaties opwekte bij heel Nederland) een enigszins onterechte penalty benutte. Oma, bij ons thuis naast mij gezeten, schreeuwde het toen naar de televisie. Zes dagen eerder in een groepswedstrijd tegen Engeland, waarin Nederland even wankelde maar uiteindelijk, door een hattrick van Van Basten, met 1-3 won, was er bij haar geen spoortje antipathie ten aanzien van de Engelsen te merken. Nee, oma begreep instinctief heel goed dat de intentie het cruciale verschil was tussen Duitsers en Engelsen.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 19 mei 2019 om 17:18
Waarschijnlijk liggen die woorden precies die generatie - die de oorlog bewust hebben meegemaakt - in de mond bestorven, Mark. En dan komt dat ook na al die jaren tijdens een voetbalwedstrijd weer naar boven. Want "voetbal is oorlog", om met Rinus Michels te spreken...
Mark Goossens zei op 23 mei 2019 om 19:23
Dat zal kloppen Marilou. Al moet ik bekennen dat ik als 19-jarige daar toen, net als velen in Nederland, graag aan mee deed. Een paar dagen na die halve finale stond ik in Munchen achter het doel bij Van Breukelen (waar Gullit inkopte en Van Breukelen een penalty stopte). Hoewel ons hele vak oranje was, stonden er om ons heen vele jonge Duitsers gekleed in het oranje Nederland aan te moedigen. Iets dat mijn vrienden en ik beslist niet zouden hebben gedaan als die halve finale anders had uitgepakt. Toen we die nacht met de bus terug naar Eindhoven gingen, en mijn kater op begon te spelen, nam ik me voor dat ik niet meer aan die anti-Duitse sentimenten mee ging doen.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 27 mei 2019 om 10:07
Kijk, en dan blijkt voetbal soms ook vredestichter te kunnen zijn... Mooi inzicht, Mark!
Mark Goossens zei op 16 januari 2020 om 16:50
Dit verhaal teruglezende, realiseer ik me dat de leeftijd van die jongen in elke versie van het verhaal dat ik ooit hoorde als "19" werd gegeven. Als je niet beter weet, lijkt het me meer waarschijnlijk dat je een leeftijd op een even getal zou schatten--18 of 20. Nee, het was altijd "19" wat nogal specifiek is. Ik begin te vermoeden dat ze later moeten hebben gehoord wie die jongen was en hoe oud hij was, of wellicht hadden ze die informatie uit een overlijdensadvertentie in een lokale krant.

Dit zou uit te zoeken moeten zijn. Via Delpher wellicht? Mijn moeder was ongeveer 1 1/2 jaar oud en is van februari 1943, dus dit moet, pak 'm beet, in juni - september 1944 zijn geweest.

Wat was de Vughtse lokale krant in WO2?
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 20 januari 2020 om 12:15
Lokale krantjes in Vught hebben wij van die tijd niet in ons archief, Mark (want dit is de opbrengst):
http://www.bhic.nl/integrated?mizig=210&miadt=235&miaet=1&micode=5231&minr=13185517&miview=inv2

Toch moet er inderdaad meer informatie te traceren zijn. Als eerste roep ik hulp in van mijn collega Frank die zich bezighoudt met de Brabantse gesneuvelden:
https://www.bhic.nl/nieuws/in-memoriam-brabantse-gesneuvelden-1940-2019

Hopelijk kan hij ons hiermee verder helpen.
Frank van Doorn
Frank van Doorn bhic zei op 20 januari 2020 om 15:02
Hallo Mark,

Ik heb even gekeken of er in het overlijdensregister van Vught in die maanden 19-jarige personen zijn ingeschreven, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Qua leeftijd kwamen alleen een 16-jarige en een 21-jarige persoon het dichtst in de buurt.

Gezien de globale locatie van de beschieting heb ik ook in het overlijdensregister van Esch gekeken. Eind oktober 1944 is daar een 19-jarige Boxtelaar ingeschreven: https://www.bhic.nl/memorix/genealogy/search/deeds/2c1ee905-89c8-0072-7f3b-c9a114f28d79?person=d7382164-465d-11e3-a747-d206bceb4d38.

Mocht dit toch niet de gezochte persoon zijn, dan zou je ook nog eens kunnen informeren bij het Vughts Museum.
Mark Goossens zei op 20 januari 2020 om 15:26
Dank voor het meedenken!

Een gesneuvelde eind oktober in Boxtel lijkt me een gevallene tijdens de bevrijding, en het heeft zich afgespeeld 'kort' (een paar weken, wellicht maanden) voor de bevrijding.

Ik ben zelf door het gesneuvelden bestand heengegaan. Eerst gezocht op "Esch", maar dat levert enkel gesneuvelden in "Heesch" op. Toen op Vught geselecteeerd, en dat levert 103 gesneuvelden op die voornamlijk (natuurlijk) in kamp Vught zijn omgekomen of gefusilleerd.
Frank van Doorn
Frank van Doorn bhic zei op 20 januari 2020 om 16:00
Hallo Mark,

Dan zal het inderdaad toch niet deze persoon zijn geweest, maar een slachtoffer van de bevrijding.
Het zoeken op de eregalerij heeft trouwens de beperking dat daarin alleen militairen, verzetsstrijders en represailleslachtoffers in zijn opgenomen. Slachtoffers van bombardementen en beschietingen zijn er alleen in opgenomen als bekend is dat ze op dat moment ook in het verzet actief waren.

Het zoeken naar Vughtse slachtoffers die niet in het kamp zijn omgekomen, is inderdaad lastig. In het bronbestand heb ik kunnen vinden dat er drie militairen in Vught zelf zijn omgekomen, maar zij zijn alle drie verongelukt in de maanden na de bevrijding. Voor de volledigheid: het gaat om G. Aertsen, B.A. Welten (allebei omgekomen bij een munitie-explosie op de Frederik Hendrikkazerne) en H.M. Sprengers (verdronken).
Mark Goossens zei op 20 januari 2020 om 17:52
Ik bedenk me nu ook dat dit natuurlijk een blauw oog voor de Duitsers was en dat die dit daarom wellicht bewust uit de kranten hebben gehouden. Er was tenslotte geen persvrijheid.
Peter van Kaathoven zei op 24 maart 2022 om 11:29
Staat er niets in het kranten archief van Delpher over dit voorval. Je zou ook de politierapporten van de gemeente Vught erop naslaan, misschien dat daar nog iets te vinden is. Mocht je weten welke datum kan ik je misschien verder helpen met welk squadron de aanval heeft uitgevoerd. Ook zijn dan de vliegtuigen te herleiden.

Na aller waarschijnlijkheid gaat het hier om een "Rhubarb" missie. Het waren operaties, doorgaans per twee gevlogen, waarbij men op lage hoogte het bezette continent binnenvloog en doelwitten uitzocht : treinen, fabrieken, troepentransporten. Deze beschoten ze dan met hun 20mm kanonnen. Het waren gevaarlijke opdrachten, en omdat de aankondiging ervan nogal eens een laxerend effect had bij piloten, kregen ze de codenaam “Rhubarb” (“Rabarber”) mee.
Mark Goossens zei op 25 maart 2022 om 12:19
Hoi Peter, Dank voor je reactie. Rabarber missies, daar had ik nog nooit van gehoord, maar ik denk dat je gelijk hebt. De RAF code komt inderdaad wel erg overeen met hetgeen mijn grootmoeder beschreef: https://en.wikipedia.org/wiki/Glossary_of_RAF_code_names

De datum weet ik niet, althans niet precies. Mijn moeder was ongeveer anderhalf toen ze zo ziek was, en het was voor de bevrijding van Vught. Mijn moeder is van midden februari 1943, dus kom ik op de periode juli - september 1944 uit, wellicht nog oktober van dat jaar. D-Day was natuurlijk in juni; de bevrijding begin november.

Ik heb in Delpher gezocht, maar kon er niets over vinden. Ik woon in de VS en moet alles online doen. Staan die politierapporten online?

Nogmaals bedankt voor je nuttige bijdrage! Dit is precies waar ik op hoopte toen ik deze verhalen hier publiceerde - dat er langzaam een completer beeld zou ontstaan.
Peter van Kaathoven zei op 25 maart 2022 om 12:25
Beheerder BHIC

Kunnen jullie mij in contact brengen met Mark?
Mark Goossens zei op 25 maart 2022 om 14:06
BHIC: ja, kunnen jullie mijn emailadres aan Peter geven achter de schermen? Dank!
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 25 maart 2022 om 15:30
We gaan achter de schermen even wat lijntjes uitgooien, Peter en Mark. Wordt geregeld en dan veel succes ermee!
Aart zei op 2 augustus 2022 om 14:08
De dagelijkse missies van de US (8e USAAF) en Britse luchtmacht vlogen net voor het front uit waarbij zij Duitse militaire eenheden en logistieke transporten vanuit de lucht met hun boordkanonnen bestookten. Het weer (en dus het zicht op dit soort doelen) bepaalde of er wel of niet gevlogen werd. Vanaf eind augustus/begin september 1944 werden er actief boven het grensgebied van Noord-België en Zuid-Nederland missies door P-47 Thunderbolts piloten (soms met meer dan 100 tegelijkertijd in de lucht) tegen bovenstaande gronddoelen uitgevoerd.
Mark Goossens zei op 2 augustus 2022 om 15:07
Hoi Aart, Interessant je reactie. Wikipedia vertelt me dat de Thunderbolt een Amerikaans vliegtuig was, maar ook door de RAF werd gebruikt. In de overlevering van het verhaal ging het altijd over "Engelse" vliegtuigen dus dit past in het verhaal. Weet je toevallig of er online logboeken te raadplegen zijn over deze missies?
Peter van kaathoven zei op 2 augustus 2022 om 15:13
Dan zou je nu moeten gaan kijken welke USAAF of RAF eenheden in die perioden vlogen met de P-47 Thunderbolds. Dan kun je hierna in de gevechtsverslagen op de datum gaan kijken welke Squadrons deel hebben genomen aan deze beschieting.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.