skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic

De dijkdoorbraak bij Haarsteeg in 1799

Bert Meijs
vertelde op 14 oktober 2011
bijgewerkt op 5 augustus 2021
Bij de dijkdoorbaak bij Haarsteeg in 1799 waren zo’n vijftien doden te betreuren. Adriaan Eekels bracht later verslag van zijn lotgevallen uit aan het gemeente-bestuur van Hedikhuizen. Zijn letterlijke relaas is in 1951 in het heemkundeblad Met Gansen Trou gepubliceerd, hieronder een vertaling.

Ondanks de herinnering aan de gevaren waarin ik gezeten heb, de treurige gevolgen die ik daarvan heb ondervonden en de gevoelens van angst en smart die zij veroorzaken, wil ik aan uw verzoek voldoen om een beschrijving te geven van alles wat ik heb meegemaakt bij de verwoesting van het huis van Michiel van Hooff, en de daar verongelukte en geredde personen. Ik zal proberen zo kort en nauwkeurig mogelijk te zijn.

Op 22 februari j.l om één uur na de middag, werd bevestigd dat de Dijk doorgebroken was. Ik vluchtte het huis van Michiel van Hooff binnen, waarin zich zijn vrouw met vier kinderen, knecht en meid bevonden. Samen met nog een inwoner van de Haarsteeg, genaamd Jan Pelders, vertrouwde ik op de stevigheid van het huis, omdat het bij de laatste doorbraak overeind was gebleven. Michiel van Hooff was zelf niet thuis, hij was kort daarvoor naar Vlijmen gegaan. De Heidijk was in gevaar, zei men en zijn tegenwoordigheid was daar nodig.

Wij boden elkaar de behulpzame hand om zoveel mogelijk goederen op de zolder te brengen totdat wij ten slotte genoodzaakt waren ons zelf in veiligheid te brengen. In korte tijd steeg het water tot zo’n hoogte, dat het bijna tot de zolder kwam. Met angst en schrik hoorden wij het geweldige kraken van de ijsschollen, die tegen de bomen en huizen aanstootten, en die ons huis deden daveren. Wij baden om de dreigende gevaren van ons af te wenden.

De moeder op wier gelaat tederheid en medelijden te lezen was, omhelsde haar kinderen en riep haar man om hulp. De meid wrong haar handen, kortom, iedereen zag de dood in de ogen. Ik ontdekte intussen dat het achterhuis was weggeslagen, maar ik durfde dat niet bekend te maken, om de anderen niet verder bang te maken. Ik zette de ladder tegen het gebint van de vliering met de bedoeling om door het dak te snijden, maar de vrouw, die dat merkte, zei: “ga je nu jezelf redden en mij met mijn kinderen laten verdrinken?”

Waarop ik antwoordde, dat wij elk op een kind moesten passen. Ik nam twee kinderen, de oudste omtrent acht jaar en het andere zeven jaar oud, en zette die een voor een op het vlieringgebint. Ik zei hen zich daarop goed vast te houden. Toen ik weer beneden kwam, zag ik een brood op tafel liggen. Ik sneed daarvan twee sneden af en stak die in mijn zak. Als ik zo gelukkig was mij op de een of ander manier te redden, dan hoefde ik niet van honger te sterven.

Er stond al meer dan tien voet water in het huis en dat begon nu zodanig te bewegen, dat men kon zien aankomen, dat het snel zou instorten. Ik zei tot de anderen: vrienden, pas op, want nu gaan we naar de eeuwigheid. Waarop zij allen riepen: O God, help ons in de uiterste nood! Wij baden samen dat Hij onze zielen zou beschermen. Ik klom snel naar de kinderen, keek nog een keer om en zag de anderen wezenloos zitten; de vrouw zat over de wieg gebogen om haar kind te redden en ze drukte het aan haar boezem.

De knecht nam het slapende kind uit de wieg en op datzelfde ogenblik stortte het huis in. De vrouw, twee kinderen, de knecht en de meid werden onder de puinhopen begraven. Ik stond op de ladder en sloeg daarmee achterover in het water. In mijn val rukte ik de twee eerder genoemde kinderen mee. Ik trof juist wat hooi, dat in het achterhuis was komen aandrijven, waar ik met grote moeite op kon klimmen. Maar ik miste de kinderen! Ik zag dan het ene kind dicht bij het hooi in het water liggen en trok het bij mij op het hooi; het andere kind kon ik eerst niet vinden in het water, maar daar kwam een biervat aandrijven en terwijl ik scherp luisterde, hoorde ik het kind daaraan krabben.

Ik nam een houtje en stak dat over het biervat, terwijl ik naar het kind riep: pak aan! Het kind greep het vast en ik trok het bij mij op het hooi. Eindelijk ontdekte ik tot mijn blijdschap mijn lotgenoot Jan Pelders. Hij was bij het voorovervallen van het huis op een voorste schild gesprongen, en zo lagen wij nu op een kleine afstand van elkaar. Hij bood mij aan een spar toe te reiken en mij dan bij hem op het schild te trekken. Voor mijzelf zou dat wel lukken, maar niet voor de kinderen die ik ook niet in de steek wilde laten.

Even later werden wij door het ijs van elkaar gescheiden. Ik werd door de schollen in het water heen en weer geslagen. Telkens verwachtte ik dat de een of andere schol mij met de kinderen onder het water zou dompelen. Doch God behoedde ons en ik dreef tot ruim halverwege het dorp, dichtbij een eest, die tot het dak in het water stond. Ik wilde daar direct op klimmen, maar de grote massa ijs die er voor lag, maakte dit tot een uiterst gevaarlijke onderneming. Ik moest ten slotte van twee kwaden het beste kiezen, nam onder elke arm een kind en liep over de losse schollen naar de eest.

Ik maakte de vorst van het dak los, legde de kinderen daarop en plaatste mij in het midden. Om de kinderen zoveel mogelijk warmte te geven, stak ik hun voetjes tussen mijn kleren. Het hooi waarop ik mij in veiligheid had gebracht, was 's morgens verdwenen, zodat wij zeker zouden zijn omgekomen als wij daarop waren gebleven.

De val van huis was 's avonds op 22 Februari] 1799, rond kwart voor tien; de volgende dag, de 23e, ‘s morgens om 9 uur heeft men ons van het dak gehaald en aan de dijk gebracht. Wij hebben de hele nacht, in totaal elf uren, in angst met elkaar doorgebracht.

Haarsteeg onder Hedikhuizen, 7 Mei 1799
Adriaan Eekels

Nawoord: Michiel Wijnants van Hooff was gehuwd met Henrica Huiberts Verhoeven, weduwe van Gabriel van der Henst. De kinderen Catharina en Wijnandus, respectievelijk 2 jaar en 11 maanden oud, kwamen samen met de moeder om.

Bekijk ook

Overstromingen in Brabant

Water in Brabant

Reacties (2)

rytza zei op 29 januari 2015 om 14:45
ik vind het interesant
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 3 februari 2015 om 14:08
Mooi zo Rytza, daar doen we het voor :-)

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen